26 april 2025 | Auteur: Monique van den Brandt
Rubin Cortie op Bali: ‘Stress kennen ze hier niet’
Bali wordt ook wel het ‘Eiland van de Goden’ genoemd. Maar voor Rubin Cortie (21) is het zoveel meer dan alleen een vakantiebestemming. Het is de plek waar ze haar droom achternagaat. Na een vakantie twee jaar geleden wist ze ‘hier wil ik stagelopen’. In het laatste jaar van haar studie werkt ze nu zes maanden op het prachtige Indonesische eiland Bali. “Door de cultuur voel ik me erg op mijn gemak. En het is ook wel lekker om even weg te zijn uit mijn Weerter bubbel”, bekent ze lachend.

Gouden tijden
Misschien heb je wel bij Rubin op basisschool Molenakker gezeten. Of zat je met haar op balletles bij RICK. Of misschien heb je bij dansschool Big X met Rubin streetdance en hip hop gedaan. Of fietste je samen met haar naar het Kwadrant. Hier volgde ze de richting Zorg en Welzijn. Maar ze wist al snel dat haar toekomst niet in de zorg zou liggen. Sinds haar veertiende werkt ze al in de horeca. Ze begon in de keuken van Gotcha!, daarna werkte ze twee jaar bij de Weerter Bazaar en nu werkt ze al een dikke vier jaar bij stadcafé de Soos. Rubin: “Ik houd ervan om in de horeca te werken. Je werkt hard maar je krijgt zoveel energie van het blij maken van je gasten. De werksfeer is erg goed in de horeca. Zeker bij de Soos heb ik samen met het team veel leuke en gezellige avonden meegemaakt die ik voor geen goud had willen missen.”
En dus koos Rubin voor een studie in de horeca; de opleiding Gastheerschap niveau 2 aan de Rooi Pannen in Eindhoven (2 jaar) en daarna de huidige studie Horeca Ondernemend Management niveau 4.
Stage 12.000 km van huis
Vanuit Rubins’ school mag je overal ter wereld stagelopen. De meeste studenten kiezen voor een land in Europa zoals Frankrijk of Italië maar ook de ABC-eilanden zijn erg populair. Rubin kiest voor een iets minder gemakkelijke weg. Ze wil stagelopen op Bali. In 2023 werd ze verliefd op dit eiland toen ze hier een rondreis maakte. “De hoofdreden dat ik voor mijn stage naar Bali wilde, was dat ik zin had in een totaal andere wereld. En omdat ik er al eens geweest was, wist ik in wat voor cultuur ik terecht zou komen; de mensen zijn hier vriendelijk en behulpzaam en dat spreekt mij erg aan!” Toch was het nog niet zo eenvoudig. “Ik moest toestemming vragen aan school. Ze gaven goedkeuring als ik alles zelf regelde. In het begin was het lastig want de communicatie met grote hotelketens aan de andere kant van de wereld is niet gemakkelijk. Uiteindelijk is het gelukt via een stagebureau dat stages verzorgt op Bali.”
Doe mij maar een broodje
Rubin woont in Seminyak in een guesthouse; dit is een kleinschalig hotel, met drie kamers beschikbaar voor gasten en de rest van het huis is voor de familie. Rubin vertelt daarover: “Het wordt gerund door een Balinese familie; een moeder met haar twee dochters. Een van de dochters (22) is mijn ‘host’ (verhuurster van het appartement). Als ik vragen heb over bepaalde dingen legt ze me uit hoe het werkt. Ze gaat ook regelmatig mee op stap en dat is erg gezellig. Zij is echt een vriendinnetje van me geworden. Ze vangt me erg goed op! In mijn straat zijn meerdere ‘guesthouses’ en de families die daar wonen zijn ook familie van míjn guesthouse-familie. Het is erg uniek om zo tussen de locals te wonen.”
De stad Seminyak ligt aan de kust van Bali. Het staat bekend om de vele wellnesscentra en boetiekjes met designkleding. Met de vele prachtige hotels en goede restaurants kiezen toeristen deze bestemming voor een luxere beleving van Bali. Rubin werkt op de Food & Beverage afdeling van het Grand Mercure Hotel Seminyak Bali. “Ik werk mee op de werkvloer. Het hotel heeft gevraagd of ik een businessplan kan maken zodat er meer omzet behaald kan worden. Voor een ochtenddienst gaat mijn wekker om 05.00 uur en om 17.00 uur ben ik klaar. Dan ga ik eten bij mijn favoriete Indonesische restaurant. Het vertrouwde eten van thuis mis ik wel; de lekkere Kaiser-broodjes met kaas en normaal brood. Ik heb geen keuken dus ik moet altijd buiten de deur eten. Dat klinkt erg leuk maar is soms ook lastig omdat er zoveel keuze is. Voorlopig kan ik het nog wel even volhouden met de nasi goreng die inmiddels mijn favoriet is geworden”, zegt Rubin lachend. “Ik heb mijn vaste plekjes voor ontbijt, lunch en diner waar ik regelmatig kom en de mensen die daar werken voelen ook aan als vrienden.”
Je staat er alleen voor
Door haar vakantie twee jaar eerder voelde Rubin zich op Bali meteen op haar plek. “Ik herkende sommige plekken nog van mijn reis en dat is wel gek om te ervaren als je aan de andere kant van de wereld zit. Mede door de cultuur voel ik me erg op mijn gemak. De bevolking is grotendeels Hindoe, dit is een zachtaardige cultuur die veel waarde hecht aan religieuze rituelen en ceremonies.” Bij aankomst bleek er een probleem met het appartement te zijn maar dat kon Rubin gelukkig snel oplossen. Op zo’n moment sta je er wel alleen voor. Zo voelde ze zich ook toen ze na twee weken al getroffen werd door de zogenaamde Bali Belly (zie apart kader). “Ik kreeg meteen een infuusbehandeling en was na twee uur aan het infuus weer zo goed als beter. Na deze mindere start kon het alleen maar beter worden!”, vervolgt Rubin dapper.
Bali Belly is een maagdarminfectie veroorzaakt door bacteriën, virussen of parasieten en dit wordt vaak overgedragen via besmet voedsel of water. Het kan leiden tot symptomen als buikpijn, diarree, misselijkheid en in sommige gevallen koorts en zelfs uitdroging.
Alles komt goed
In haar vrije tijd zoekt Rubin het gezelschap op van twee klasgenoten Jerome en Myrthe die op vijftig minuten reisafstand van haar vandaan zitten. “We plannen samen iets leuks om overdag Bali te verkennen en gaan in de avond het liefst op stap. Maar ik vind het ook heerlijk om alleen op pad te gaan, zelf rond te neuzen in Seminyak of juist even te chillen op het strand. Je komt hier genoeg mensen tegen maar het zijn veelal backpackers. Dus die zijn er maar voor een paar dagen of weken en dat maakt het lastig om een vaste groep van vrienden te hebben. Maar ik geniet wel van alle nieuwe mensen die ik ontmoet op mijn vrije dagen. Zoals gezegd zijn de mensen hier meestal Hindoe. Dat is een erg warm geloof vind ik zelf. Familie is enorm belangrijk en dat voel ik ook echt bij de familie waar ik woon. Respect en karma komen vaak terug. Ze geloven in karma en dat alles wat je meemaakt een reden heeft en ergens vandaan komt. Hierbij komen ook alle ceremonies en tradities kijken wat ook erg bijzonder is om mee te mogen maken. Balinese mensen klagen nooit. Ze leven niet altijd in de beste omstandigheden maar hier zal je ze nooit over horen”, legt Rubin uit. “Stress kennen ze niet. Hier gaat alles heel gemakkelijk en niemand die zich ergens druk over maakt, dat is fantastisch. Alles komt uiteindelijk goed in welke situatie je ook zit!”
Terug naar de roots
Familie is ook voor Rubin belangrijk. “Mijn moeder Sharon is in februari hier geweest samen met haar partner Bas. Dat was zo gezellig. Ik moest gewoon werken maar ‘s avonds spraken we dan af. Op mijn vrije dagen hebben we leuke dingen gedaan. Het was heel gek om mensen van thuis hier te zien, maar zo ontzettend leuk!” Begin april heeft ze bezoek gehad van haar opa en oma. Rubin vertelt waarom dat zo bijzonder was. “Mijn opa (Stanley Bish) is op Java geboren en is dus Indonesisch. Door de oorlog heeft hij met zijn ouders het land verlaten toen hij acht maanden oud was. Nu is hij 73 jaar en dit is de eerste keer dat hij weer terug was in Indonesië, erg bijzonder om dit samen met hem mee te mogen maken.”
Volgende stop; Maastricht?
In juni komt Rubins’ Balinees avontuur ten einde en vliegt ze weer terug naar Nederland. Ze hoopt dan haar diploma in ontvangst te mogen nemen. Wat zijn haar plannen voor de toekomst? “Ik heb me ingeschreven voor de Hotelschool Maastricht. Het is erg spannend of ik word toegelaten. Als ik word toegelaten dan wordt dat mijn derde horeca-opleiding. Mocht dat niet het geval zijn, ga ik vijf maanden werken en vijf maanden reizen. Of ik later ook in het buitenland wil gaan wonen en werken? Voor een periode van een half jaar of een jaar, sluit ik dat zeker niet uit! Wellicht komt er iets op mijn pad!” En daarmee sluit deze ondernemende en goedlachse Weertse ons gesprek af.