“Wat is er toch zo leuk om aan het water in een tentje zitten?” 

Al zolang ik me kan heugen, ben ik fanatiek sportvisser. De meeste visuren besteed ik aan karpervissen in zowel Nederland als Frankrijk. 

Waar ik ook neerstrijk aan de waterkant, voor één of meerdere nachten, heb ik mijn vistent (‘bivvy’ in visjargon) bij me. Hij beschermt me dan tegen alle elementen die moeder natuur op me loslaat. Het is voor mij ook meer dan logisch dat ik hoge eisen stel aan de kwaliteit van mijn tent.

Karpervissen is vaak pittige visserij. Eén karper vangen in 24 uur tijd, is vaak al een goed resultaat. Om tijdens deze uren dan toch een mobiel stukje ‘thuis’ te hebben, is erg prettig.

Het mooiste is misschien toch wel als ik een aanbeet op één van mijn hengels krijg en snel mijn tent uit moet. De geweldige kick die het geeft als ik een mooie grote karper vang, is toch de hoofdreden dat ik vaak in mijn tent vertoef. 

Toch gaat de tijd, in of bij mijn tent, niet alleen over vissen. Regelmatig is het de plek waar ik met mijn broers of visvrienden de mooiste gesprekken heb of waar we samen stuk gaan van het lachen. 

Tijdens mijn werk als politieagent, maak ik regelmatig heftige dingen mee. Het in mijn tent zitten, rustig over het water turend met mijn gedachten op nul, helpt me mijn hoofd leeg te maken. 

Frank Reverda (42), Nederweert