Cashen of smashen?

Mijn ‘mensendingen’ zijn de ene keer grappige anekdotes, een andere keer kritisch van toon. Maar altijd vanuit een persoonlijke invalshoek. Iedereen mag er verder het zijne van vinden.

Het artikel ‘Jackpot voor leden na verkoop tennispark’ in De Limburger van 8 januari roept bij mij de vraag op of hieraan geen morele haken en ogen zitten.
Enkele tientallen leden van de Ray Prickers (alleen zij die vóór 2000 al lid waren) gaan een bedrag van € 915.000, – belastingvrij verdelen. Zij krijgen daarmee een veelvoud van in 25 jaar betaalde contributie in de schoot geworpen. Daar zijn leden bij die zich oprecht afvragen ‘Leuk, maar hoezo heb ik daar recht op? Ik heb toch niets méér gedaan dan trouw mijn contributie betaald?’

Overigens niets dan lof voor leden van sportverenigingen die een scala aan activiteiten ontplooien om naast de sportieve ook financiële uitdagingen het hoofd te kunnen bieden: reclameborden verkopen, subsidies aanvragen, bingoavonden en sponsoracties organiseren, deelnemen aan Grote Clubactie en VriendenLoterij. Ook de inkomsten van een goed draaiende kantine zijn van belang om uit de rode cijfers te blijven.

Hoe bijzonder is de situatie bij de in 1940 opgerichte tennisclub Ray Prickers? Door een welgestelde familie werd grond ter beschikking gesteld waarop een tennisbaan is aangelegd. Wat begon als vriendenclubje groeide uit tot een gerenommeerde vereniging met 400 leden en grote namen als Sjeng Schalken in de gelederen.
Zestig jaar later was het aantal leden echter behoorlijk geslonken. In de wetenschap op een gouden ei te zitten werd besloten bij liquidatie van de vereniging het batig saldo te verdelen onder de eigen armen. Er had ook besloten kunnen worden de opbrengst van deze goudmijn te besteden aan een maatschappelijk doel in de recreatieve sector. Dit naar voorbeeld van de gulle grondgevers in 1940.
Is die optie ooit besproken met de leden?

In januari 2024 ging twee derde van de 65 aanwezige leden akkoord met opheffing van de club “omdat er te weinig actieve leden waren om van een gezonde club te spreken”. “Een emotioneel moment”, volgens de voorzitter. Vóór 2000 lid: Kassa! Een weekje later: Vette pech!
Maar wat belette hen om zich met de verkoopopbrengst van de gratis verkregen grond op een A-locatie bij een andere tennisvereniging aan te sluiten en daar in een gezonde club hun hobby voort te zetten? 
Er waren leden die nooit een balletje sloegen maar toch hun contributie betaalden.
Dit met het oog op het binnenvaren van de Zilvervloot? En leden die al voor 2000 tientallen jaren contributie betaalden maar in de periode 2000-2025 kwamen te overlijden? Is erfgenamen de mogelijkheid van doorbetaling van contributie aangeboden?

Het zal allemaal juridisch wel waterdicht geregeld zijn maar de vraag blijft: Werd en wordt het morele aspect ter sprake gebracht? Mogelijk komt men tot nieuwe inzichten.

Ik ben niet uit op ongenuanceerde blaming & shaming maar stel beschaafde en respectvolle reacties op prijs. De voormalig voorzitter doet vooralsnog geen uitspraak: “Eerst alles afhandelen” ofwel ‘De jackpot cashen voordat iemand op een ander idee komt’.