Yvonne Vaes-Lucas: ‘Ik maak gebruik van professionele scharrelruimte’

Yvonne Vaes-Lucas (66), is directeur van Basisschool Het Dal/Brede School Markeent in Weert en spin in het web van veel activiteiten gericht op samenwerking en het bevorderen van de leefbaarheid in de wijk Keent. Bescheiden als het om haar rol gaat maar ontegenzeglijk belangrijk in de realisatie van de buurtmoestuin, het oogstfeest, een straatspeeldag, de wijkwandeling, de wijkpicknick, Sint Maartenviering, kunstprojecten, naschoolse evenementen of dansen met kinderen en ouderen. Ze zit in het bestuur van CNV Schoolleiders en bij CNV Onderwijs is ze kaderlid van de Activiteitengroep Limburg. Als bevlogen onderwijskracht is het vooral het lot van kinderen dat haar bijzonder ter harte gaat.
‘Kinderen hebben recht op een goede basis. Positieve ervaringen, geloof in eigen kunnen, plezier in het leven en vertrouwen in de toekomst zijn heel belangrijk om je plekje te vinden in de maatschappij. Daarom doen wij de dingen, zoals wij ze hier doen.’

Basisschool Het Dal is meer dan alleen een school. Er wordt veel aandacht besteed aan de sociale ontwikkeling van kinderen. Ook Kunst en Cultuur en Sport en Spel staan op jouw school hoog in het vaandel. Samen met meerdere instanties, verenigingen en vrijwilligers worden er wekelijks naschoolse arrangementen georganiseerd. Hoe is dit samenwerkingsverband tot stand gekomen?

‘Dat is een proces van jaren geweest. Gelijke kansen voor kinderen is daarbij ons uitgangspunt. Keent is een wijk met een grote diversiteit aan culturen en multiculturaliteit werd, en wordt soms nog steeds, als een bedreiging ervaren. Wij noemen het hier ‘de schoonheid van het verschil’.

Al op de oude basisschool Het Dal stelden wij ons de vraag: ‘Waar kunnen we verbindingen leggen in de wijk?’ Naast onderwijs is de leefomgeving van kinderen ontzettend belangrijk voor hun ontwikkeling. Op huisbezoek bij een kind dat al enige tijd niet op school was gekomen werd ik geconfronteerd met de leefomstandigheden van dit kind. Voor dat gezin was het een kwestie van overleven. Heel begrijpelijk dat er nauwelijks aandacht was voor school. Je kunt school en thuissituatie niet los zien van elkaar als het gaat om de kansenontwikkeling van een kind.

Er waren meerdere organisaties in de wijk actief maar de samenhang ontbrak. Een jaar of tien geleden bezocht ik vanuit het Landelijk Steunpunt Brede Scholen, samen met de sportfunctionaris, een basisschool in Maarssen en daar hadden ze naschoolse arrangementen. We waren meteen enthousiast en gingen op zoek naar de mogelijkheden om dat ook hier te realiseren. Punt Welzijn, de wijkraad, Wonen Limburg, de gemeente, de Kinderopvang, iedereen droeg zijn steentje bij. Op dit moment hebben we een groot aanbod van naschoolse arrangementen variërend van sport, muziek, dansen, spelen met taal, bezoeken aan Eynderhoof of het Natuur- en Milieucentrum, rappen, banketbakken tot paardrijlessen en spelen met paarden bij traumaverwerking.’

Hoe bereik je en verenig je de inwoners uit die multiculturele wijk Keent?

‘In gesprek gaan en naar elkaar luisteren. Ouders handelen in principe vanuit de beste intentie voor hun kind. Het is zaak om elkaar op dat punt te vinden en te ondersteunen. Ik heb geleerd daarbij niet te oordelen. Je moet openstaan voor een ander perspectief. Het is niet alleen begrip hebben voor omstandigheden en culturen, je kunt ook leren van andere culturen.

Ontmoetingen creëren is daarbij een belangrijk middel. We organiseren in iedere klas enkele keren per jaar ouders-ontmoetingsmomenten. Daaruit ontstonden maatjesprojecten: Een Griekse moeder die een Turkse moeder bijstond of minder talige ouders die geholpen werden door ouders die de Nederlandse taal beter beheersten. Bij de kerstmaaltijd of het Suikerfeest maken islamitische- en christelijke moeders samen hapjes klaar. Samen eten verbindt, of dat nou bij het oogstfeest is of bij een verbroederingsmaaltijd. Als er vanuit verschillende culturen waardering is voor elkaars lekkernijen ontstaat ook waardering voor elkaars cultuur. Radicalisering is hier op school in de bovenbouw natuurlijk ook een thema geweest. Maar dan waren het -naast de gesprekken met de leerkrachten- de pastoor en de imam die samen het gesprek met de kinderen aangingen.’

Werd je ook wel eens geconfronteerd met tegenvallers bij al die projecten waarbij je betrokken bent?

‘Ieder kind moet de kans krijgen dingen te doen die zijn persoonlijke ontwikkeling vooruithelpen. Daar zoeken wij de middelen voor; bij de Stichting Leergeld, bij het Samenfonds 0495, het onderwijsachterstandenbeleid of het preventief jeugdbeleid van de gemeente Weert. Ik ben een beetje allergisch voor het woord ‘beleid’ omdat dat soms het beeld oproept van je verschuilen achter regels en afspraken en de menselijke maat daarbij uit het oog verliezen. Kaders zijn nodig maar eenheidsworst in de uitvoering bestaat niet.

Ik kan er absoluut niet tegen als in alle situaties wordt vastgehouden aan regeltje en protocollen. Een voorbeeld: De bril van een kind hier op school gaat stuk. Om de les te kunnen volgen is een directe oplossing noodzakelijk. De ouders zijn niet in staat een nieuwe te kopen. Wij als school schieten de kosten van een nieuwe bril voor en doen een beroep op de Stichting Urgente Noden. Dan blijken de regeltjes niet toe te laten de bril te vergoeden als de aanschaf al gedaan is.

Wat ook zo krom is: Je krijgt van de gemeente vanuit het gelijkekansenbeleid gelden om een schakelgroep te formeren voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben maar je krijgt er geen lokaal bij. Leerlingenaantallen en vierkante meters zijn dan bepalend, niet de situatie in de praktijk. Zo zijn er meerdere voorbeelden en ik zoek dan de grenzen van het mogelijke op en ga er soms een beetje overheen. Wij noemen dat sinds kort hier ‘gebruik maken van de professionele scharrelruimte’.

Een greep uit de maatschappelijke initiatieven en organisaties waar jij bij betrokken bent: Het Groot Keent Overleg, Keent Onderneemt, Het STAR-project (Sportief, Teamwork, Acceptatie en Respect) en Keent Komt in Beweging. Verder ben je lid van de adviescommissie van het Samenfonds 0495 en was je een van de belangrijkste pleitbezorgers voor de oprichting van een urgente nodenfonds in Weert. Gaat die grote sociaal-maatschappelijke betrokkenheid nooit ten koste van je eigen welzijn?

‘Zelf heb ik het gevoel van niet maar vanuit mijn collega’s, mijn partner of mijn kinderen komt nogal eens het advies: ‘Even dimmen Yvonne’. Zes jaar geleden werd ik plotseling getroffen door een herseninfarct. Dat werd door mijn omgeving toegeschreven aan stress maar zelf heb ik dat niet zo ervaren. Ik ben door mijn collega’s hier op school geweldig opgevangen en allerlei taken werden door hen overgenomen. Na een revalidatietraject van bijna een jaar was ik weer zo goed als hersteld. Alleen het kortetermijngeheugen laat mij soms in de steek. Ik luister nu wel beter naar mijn lichaam en geef eerder toe aan vermoeidheid. Met mijn ergotherapeute heb ik nog steeds om de drie maanden een gesprek om goed te reflecteren en te voorkomen dat ik te veel hooi op mijn vork neem. Ook besef ik nu beter dat ik bepaalde taken met een gerust hart aan een ander kan overlaten. 1 maart 2022 ga ik met pensioen. Dan moet ik echt alles loslaten. Hoe me dat gaat lukken weet ik nog niet.’

Onderwijscarrière

Die bevlogenheid die je aan de dag legt als het over het lot van jonge kinderen gaat, heb je die van jongs af aan gehad?

‘Ik denk het wel. Na de havo koos ik bewust voor het jonge kind en daarmee voor de kleuterleidsteropleiding. Na enkele vervangingen kreeg ik een aanstelling op de voorganger van De Schrank in Ospel. Ik werd hoofdleidster op de kleuterschool. Toen in 1985 de kleuterschool en de lagere school samen de basisschool vormden, ging ik applicatiecursussen volgen om volledig bevoegd te zijn en werd ik adjunct op de basisschool. Onder kleuterleidsters leefde aanvankelijk de angst dat de specifieke aanpak van de kleuterschool in de basisschool verloren zou gaan. Dat wilde ik voorkomen en om die reden werd ik begin jaren tachtig actief lid van de vakbond. Als je dan fanatiek je mond open doet word je al snel gevraagd voor bestuursfuncties.
Achtentwintig jaar heb ik met veel plezier in Ospel gewerkt. In 2007 deed zich de kans voor om directeur te worden op basisschool Het Dal. In 2012 werd dit de brede school Markeent. In 2017 behaalde ik de registratiecompetenties voor het Schoolleidersregister.’

Persoonlijk leed

In 2000 overleed je man Mat Vaes op 47-jarige leeftijd aan kanker. Jij moest als alleenstaande moeder met een fulltimebaan in het onderwijs verder. Een heftige periode?

‘Dat hakte er behoorlijk in. Het is belangrijk dat je zelf in je eigen levensonderhoud kunt voorzien maar het was heel moeilijk om het allemaal gemanaged te krijgen. Werken in het onderwijs is voor mij toen ook een uitlaatklep en reddingsboei geweest. Ik kon er mijn passie in kwijt en werd -en word nog steeds- blij van het werken met kinderen. Anders had ik het toen niet volgehouden.
Mijn zoon Wouter was toen dertien en mijn dochter Josine elf. Hun onbezorgde jeugd was voorbij. Hoe leg je aan je kinderen uit dat ze verder moeten zonder vader? Je moet dóór en ik hoop dat ik hen geleerd heb het positieve uit het leven te halen, van de overleefstrategie weer naar de leefstrategie te gaan.

In februari 2016 kreeg ik een herseninfarct en in 2018 stierven mijn beide ouders. In mei mijn moeder ten gevolge van kanker en zes maanden later mijn vader ten gevolge van een ongeval. Op een mistige regenachtige dag is hij aangereden door een voertuig zo bleek later. Na twee dagen overleed hij. De dader is ondanks diverse naspeuringen en oproepen aan mogelijke getuigen nooit achterhaald. Dat was voor ons moeilijk te verteren.’

Op 1 januari van dit jaar overleed je kleindochter Juliette aan EB, een ongeneeslijke genetische huidaandoening. Epidermolysis bullosa, in de volksmond blaarziekte genoemd, is het loslaten van de opperhuid met blaarvorming als gevolg.

‘Ondanks mijn positieve levensinstelling en de energie die mijn werk me geeft, heb ik het daar nog steeds heel moeilijk mee. Geboren op 3 oktober, net als haar zusje Olivia, mocht zij slechts drie maanden oud worden. Het waren voor haar en voor haar ouders Wouter en Joyce drie helse maanden. Zij had ontzettend veel pijn, kon nauwelijks getroost of geknuffeld worden en met morfine werd geprobeerd haar pijn te verzachten. Het was een onmenselijk proces. Dit gun je geen enkel kind. Soms is de dood, hoe erg ook, dan een verlossing.

Kleindochter Juliette.

Ik ben zo enorm trots op mijn zoon en schoondochter hoe zij dit rouwproces samen doorstaan en de ontwikkeling die ze daarin doormaken. Verdriet en machteloosheid komen natuurlijk in golven steeds weer terug. Oud en nieuw zal nooit meer hetzelfde zijn. Juliette stierf na enkele minuten in het nieuwe jaar. Het wordt voortaan herdenken. Maar ook op mijn dochter Josine ben ik supertrots. Zij heeft als arts haar broer en schoonzus in alles bijgestaan. Zij ging mee naar de gesprekken met artsen, maakte zich de specifieke wondverzorging eigen en was bij bijna iedere overdracht aanwezig.’

Epidermolysis Bullosa

Ongeveer 500.000 mensen over de hele wereld lijden aan deze ziekte. De ernst van de aandoening kan zeer verschillend zijn. EB patiëntjes, ook wel vlinderkinderen genoemd omdat hun huid net zo teer is als de vleugels van een vlinder, hebben twee tot drie uur per dag zeer pijnlijke wondverzorging nodig omdat lichaamsdelen vaak helemaal ingepakt zijn met speciaal verband. Een aantal ouders van EB patiëntjes heeft een landelijke campagne opgezet om financiën te genereren voor wetenschappelijk onderzoek. Onderzoekers denken dat EB in de toekomst te genezen is. Dat zou fantastisch zijn voor deze patiëntjes en hun ouders. Bekende Nederlanders als Tim Akkerman, Glennis Grace, Candy Dulfer en OG3NE verleenden met een promotiefilmpje hieraan een bijdrage.

Lees meer op vlinderkind.nl en doneer.

In oktober startte Yvonne hier in Weert een lokale campagne Ogen Open voor EB.

Staat er nog iets speciaals te gebeuren rond de donkere dagen voor Kerst?

‘Jazeker. Joyce, Wouter en Olivia komen hier eten. Ook de kinderen van mijn partner Peter komen. Allemaal op andere tijden en coronaproof. Josine moet helaas werken met Kerst. Samen vieren, samen rouwen dat is belangrijk. Ook in de wijk en in mijn werk huldig ik dat standpunt. Binnen ons onderwijsteam en in de wijk hanteren we de stelregel: ‘It needs teamwork to make a dream work’.’