30 augustus 2024 | Auteur: Ton Adriaens
‘Pratsch in ut broekske?’
Vorig jaar zomer verscheen op sociale media een oproep om naar Knokke te gaan. Dit bij wijze van ludieke actie omdat twee ‘chique’ dames uit deze badplaats in een video hautain kritiek gaven op toeristen die met koelboxen en in korte broek hun strand bezochten. ‘Het is hier een hoog niveau!’
31 duizend mensen wilden toen wel in korte broek en met koelbox naar Knokke gaan.
Die ‘kale kak’ is precies de reden waarom M. en ik al tientallen jaren voor Blankenberge kiezen. Op de boulevard zie je er ‘het verdriet van België’ langskomen. Ik heb er ooit een gedicht aan gewaagd:
ik hou van mensen
scheef en scheel
gebitten waar een tand ontbreekt of twee
verbrande en verweerde koppen
een brokkig dialect uit pover achterland
gekauwde klanken
bedeesd correct en ingetogen
of galmend scheldend op het kroost
gemoedelijke ambiance
het vreugdevolk vertiert
het zoet van zuurverdiende loontjes
ik hou van moddervette blanke knieën
onder een bloemenkleedje
kreeftrode armen
stakerig uit een mouwloos onderhemd
te korte rokjes, paardenstaarten
vette haren, dikke buiken, navelpiercing, tatoeage
bungelende peuken, borsten
jengelende kinderen
afgetrapte slippers
een stilohak en dito sigaret
ik hou van geplamuurde vellen
stijf gespoten kapsels
hondjes aan de lijn
veel hondjes soms met jasjes
en fijn besnorde baasjes met toupetjes
goudkleurig brilmontuur
geparfumeerde chique en croque monsieur
van oude gevels en grandeur
van krijsende meeuwen en crevettes
een pint rond middaguur
ik hou van Blankenberge
De volksaard van de ‘gewone’ Belg is er een van goesting, gemoedelijkheid en ambiance. Altijd vriendelijk en veelvuldig gebruikmakend van het achtervoegsel ‘tjus’: twee ‘koffie-tjus’, twee ‘pient-tjus’. Een genot om te luisteren naar deze charmante bijna poëtische taal. Zeker en vast!
Toch zijn er soms ontboezemingen waar je liever geen deelgenoot van wilt zijn. Terwijl wij met een boek en een drankje op ‘bed-‘tjus’ aan het strand van Blankenberge lagen installeerden zich naast ons twee oudere Belgische dames. Ze waren niet volslank, nee ze waren echt dik; moddervet kwam als beschrijving het dichtst in de buurt. Bij het optillen van een ligbed liet een van de twee dikkertjes een blubberende natte wind. Mijn maag verkrampte. Wij waren onvrijwillig toehoorders van de volgende conversatie:
Amai!
Pratsch in ut broekske?
Nee, nee.
Da kan gebeuren Maria.
Ja as ge ut nie vurwacht hè …
Er volgden nog details over dit onderwerp maar het lukte mij om me daarvoor af te sluiten. De vraag ‘Pratsch in ut broekske?’ bleef echter door mijn hoofd spelen.
Reacties? Mail de redacteur, Ton Adriaens, mensendingenweert@gmail.com