#MeToo?  Doorgeslagen?

Mag je iemand nog een compliment of een schouderklopje geven of zijn we sinds #MeToo doorgeslagen?
Het oorspronkelijke doel van #MeToo is het aan de kaak stellen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik.
Maar vooral mannen durven nu geen complimenten meer te geven aan vrouwelijke collega’s, laat staan een fysiek schouderklopje te geven, uit angst dat dit als ongepast wordt beoordeeld. Er zijn zelfs organisaties die alle mogelijke vormen van gepast en ongepast gedrag in protocollen hebben weergegeven. Een vrouw twee keer een compliment geven op basis van haar ruime ervaring kan dan al als leeftijdsdiscriminatie worden opgevat.
“Dat gaat toch allemaal veel te ver!”
Maar is het niet zo dat je bij jouw gedrag rekening moet houden met wat de ander vindt en niet met wat jij vindt? Zeker leidinggevenden zullen zich terughoudender moeten opstellen dan collega’s onder elkaar.
In een werkrelatie is een compliment over hoe iemand er uitziet in principe niet relevant. Maar de context is natuurlijk ook van belang. Collega’s die elkaar al jaren kennen of die buiten het werk ook contacten hebben, gaan anders met elkaar om. Ook de manier waarop speelt een rol. Gebeurt het respectvol of met ongepaste bewoordingen, zijn er andere mensen bij aanwezig, is er sprake van een machtsrelatie? 

Is er in jouw werkomgeving ruimte voor een vraag als ‘Mag ik je hiervoor een schouderklop of knuffel geven?’ waarmee je een ander de ruimte geeft om ‘nee’ te zeggen? Wordt in jouw organisatie bewust een sfeer van openheid gecreëerd waarin ongewenst gedrag bespreekbaar wordt gemaakt?

Gertjan Kamps

Gertjan Kamps (49), bestuurder SJG Weert

Wat nu niet kan, kon eerder ook al niet. De #MeToo-beweging heeft het gesprek over grensoverschrijdend gedrag geopend. Het groeiende bewustzijn als gevolg hiervan maakt dat we naar mijn idee in een overgangsfase zitten. We zien in ons ziekenhuis weinig discussie over waar de grens ligt, maar realiseren ons goed dat wat voor de één acceptabel is, voor de ander als onacceptabel kan worden ervaren.

In deze fase is het zoeken naar een balans, een klimaat waarin iedereen goed en veilig kan functioneren en waarbij we elkaar nog wel durven aanspreken. Grensoverschrijdend gedrag mag immers niet worden verward met aanspreken op functioneren. Aanspreken mag en moet. Het vraagt om een goed gesprek in een veilige omgeving. Die veiligheid creëren we met en voor elkaar.

Wat wij in SJG Weert hieronder verstaan is uitgeschreven in een gedragscode. Hierin staan verwachtingen naar iedereen die bij ons werkt. Essentiële uitgangspunten daarbij zijn openheid, veiligheid, een aanspreekpunt voor wanneer het nodig is én een goede afhandeling. Een onveilige werkomgeving ontstaat niet alleen door ongewenst gedrag van collega’s, maar ook door een omgeving die toekijkt, een werkgever die niet ingrijpt en systemen waarin niet goed opgevolgd wordt.

Grensoverschrijdend gedrag voorkomen begint bij jezelf: het erkennen en aangeven van je eigen grenzen én oog hebben voor behoeftes van degenen om je heen. Dat vraagt wederzijds vertrouwen en bewustzijn. Ook in onze organisatie blijven we werken aan dit thema. Als bestuurder van SJG Weert vind ik persoonlijk leiderschap en een open cultuur zeer belangrijk. Ik sta voor een werkklimaat waarin iedereen in vertrouwen en met een gevoel van veiligheid met elkaar werkt en ervaringen kan delen.

Paul Horsmans

Paul Horsmans (63), bestuurder Unitus/Punt Welzijn

Dat soms geoordeeld wordt dat je niks meer mag en er sprake is van doorslaan, heeft natuurlijk zijn oorzaak. Jarenlang is ongewenst gedrag ‘geaccepteerd’ of afgedaan als grapje.

In onze organisatie werken honderden professionals, stagiaires en vrijwilligers. Kortom veel verschillende mensen, met hun eigen ervaringen, culturele achtergronden en opvattingen.

Hiervan moeten ikzelf en onze collega’s zich voortdurend bewust zijn en steeds navraag doen over hoe reacties op elkaar ervaren worden.

Wij stellen dat ongewenst gedrag nooit acceptabel is. Dit wil niet zeggen dat het niet gebeurt. De ontvanger bepaalt of de boodschap ongewenst is! Wij moeten werken aan een open en veilige cultuur in de organisatie, waarbij er iets van gezegd mag (moet) worden. Ben bewust van het effect van macht in een organisatie. Dat is een wezenlijk onderdeel van professioneel en respectvol omgaan met elkaar waarbij iedereen (betaald of onbetaald) werk doet, wat van waarde is voor de organisatie en de samenleving. Dat geldt ook voor humor en complimenten.

Ben je ervan bewust en vraag na of mensen dat passend vinden. Ik houd ook van humor, ik mag mensen soms (provocerend) uitdagen, maar sta open voor een tegenreactie. Het toetsen van deze openheid is een belangrijke taak van vertrouwenspersonen. Besef dat jouw woorden en gedrag grote impact kunnen hebben op de ander. Een organisatie groeit alleen als ze leert van gemaakte fouten.

Een te gevoelig onderwerp?

De ene na de andere directeur of bestuurder die ik benaderde om te reageren op mijn inleiding haakte af. Het was in het verleden ook wel eens lastig maar in al die jaren dat ik deze rubriek verzorg kwam het nog nooit voor dat ik geen drie respondenten bereid vond hun medewerking aan ‘Wat vind jij van …’ te verlenen.

Wilde men de vingers niet branden aan dit onderwerp omdat ik in mijn inleiding ook een vraag stel richting het eigen bedrijf of de eigen organisatie?

Ik weet het niet. Conclusies laat ik aan de lezer.  Wel wil ik mijn bijzondere dank uitspreken aan de beide heren die wél reageerden.