Intensieve veehouderij, luchtkwaliteit, stikstofregels en opkoopregelingen in Nederweert?

Als Nederweerter veehouders en akkerbouwers vandaag zouden stoppen zou de lokale economie flinke klappen krijgen en kwamen honderden banen op de tocht te staan. Maar behalve welvaart leveren de vele veeteeltbedrijven ook milieuproblemen op.

Inwoners van Nederweert leven volgens de GGD gemiddeld een jaar korter dan andere inwoners van Limburg.
Al in 2019 meldden de Limburgse GGD ’s dat in geen enkele andere Limburgse gemeente de luchtkwaliteit zo vaak resulteerde in longkanker bij 50-plussers of vroegtijdige sterfte bij 30-plussers. 
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten liet in 2023 weten dat Nederweert in 2021 de hoogste blootstelling aan fijnstof van Nederland liet zien en dat de uitstoot van fijnstof, ammoniak en stank door de veehouderij in de jaren daarna alleen maar toenam.
Omdat landelijk beleid op zich liet wachten nam de gemeente in 2024 zelf maatregelen voor boerenbedrijven die wilden uitbreiden. “We zoeken in de mist nu, maar de raad wilde beleid. Dat is er nu voor twee jaar”, liet wethouder Boris Meessen weten.

Maar zijn de problemen nu opgelost?

Een pluimveehouder uit Nederweert-Eind wil zijn kippenbedrijf verplaatsen naar Ospel. De gemeente wil meewerken maar de bewoners van Ospel zijn tegen. Stikstofregels en opkoopregelingen van de overheid lijken helder maar blijken in de praktijk toch heel anders uit te werken: In september 2024 verklaarde de Rechtbank Limburg het beroep van omwonenden tegen de verleende vergunning voor de bouw van pluimveestallen in de gemeente Nederweert ongegrond. Omdat de vergunningaanvraag al in 2021 was ingediend waren de nieuwe vereisten van de Omgevingswet hier niet van toepassing. Terwijl in dezelfde straat een pluimveehouder werd uitgekocht om de luchtkwaliteit ter plekke te verbeteren!

Theo Coumans

Theo Coumans (58), bestuurslid Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB)

De veehouderij in Nederweert speelt een cruciale rol in de lokale economie, met vele banen die direct of indirect afhankelijk zijn van de agrarische sector; een economische activiteit die breder is dan je op het eerste gezicht denkt.
De sector is zich bewust van milieu-uitdagingen, maar wil wel een rol spelen in de voedselproductie en daar een inkomen mee verdienen. Daarom wordt geïnvesteerd in emissie-reducerende technieken en zijn er bedrijven die willen transformeren naar kringlooplandbouw. Het kan altijd beter, maar we moeten ook eerlijk zijn; nul gaat de emissie nooit worden.
Stoppen betekent weliswaar afname van uitstoot, maar als een sector te klein wordt, heeft dit een negatief sneeuwbaleffect op de lokale economie. Innovatie en verplaatsingen leveren onzes inziens veel meer reductie op mét behoud van economische activiteit.
We delen de zorgen over de luchtkwaliteit en de gezondheid van inwoners, maar het is belangrijk te beseffen dat luchtverontreiniging door meer factoren wordt veroorzaakt, waaronder het buitenland (ongeveer 50%), industrie en verkeer, maar bijvoorbeeld ook houtstook. Slechts een beperkt deel is direct toerekenbaar aan lokale veehouderijen. Daarmee ontkennen we onze bijdrage uiteraard niet.
Echter, de land- en tuinbouw zijn tegelijk de spil in oplossingen voor brede maatschappelijke uitdagingen op het gebied van stikstof, water, energie én leefbaarheid. Maatwerkoplossingen, waarbij we zowel de belangen van boeren als bewoners in acht nemen, moeten voorkomen dat het kind met het badwater wordt weggegooid.

Marieke Mander

Marieke Manders (60), voormalig raadslid gemeente Nederweert

De landbouw wordt steeds ónbelangrijker voor de economie van Nederweert. Het aantal landbouwbedrijven is sinds 2000 meer dan gehalveerd. Het aantal dieren bleef ongeveer hetzelfde. We hebben arbeidsmigranten nodig om het werk te doen. Hoezo lokale welvaart?
Naast directe gezondheidsrisico’s leidt intensieve veehouderij ook tot problemen voor (drink)water, klimaat en biodiversiteit. In de Nederweerter Natura 2000-gebieden worden soorten met uitsterven bedreigd door een voortdurende veel te hoge stikstofneerslag. Zolang Nederland de te grote veestapel blijft voeren met bijvoorbeeld soja uit Zuid-Amerika, herstelt de natuur niet.

Dat het anders kan, laat Urgenda zien met het rapport ‘landinzicht’. Iedereen in Nederland kan gevoed worden met teelten van eigen bodem. We hoeven alleen maar gezonder te gaan eten; minder bewerkte producten, meer groenten en fruit, met 1/3 dierlijke eiwitten en 2/3 plantaardige eiwitten. Wie is daar nu op tegen?
Mijn voorstel om te onderzoeken of Nederweert gebruik kon maken van de Handreiking veehouderij en volksgezondheid werd weggestemd door de coalitiepartijen. Longkanker, voortijdig overlijden, stankoverlast en risico’s als Q-koorts vinden zíj blijkbaar niet belangrijk genoeg.

Op mijn initiatief is er wel een Inspiratiekader vitaal buitengebied gekomen. Dit laat zien welke ontwikkelingen waar gewenst zijn in Nederweert. Bij de stoppersregelingen is hier helaas geen gebruik van gemaakt. Jammer. Gemeenten hebben veel mogelijkheden om te werken aan omgevingskwaliteit. Bijvoorbeeld bij bestrijdingsmiddelen. Maar waar géén wil is, is ook geen weg.

Peter Ramaekers

Peter Ramaekers (71), voorzitter van Natuurlijk Platform

“Moge u leven in interessante tijden!” is een oud-Chinese vervloeking, want interessante tijden zag men als gevaarlijk. De hierboven genoemde problematiek maakt – door het ontbreken van overzicht over oorzaken, gevolgen en maatregelen – duidelijk dat wij in zo’n interessante tijd leven. Zowel in Nederweert als Weert is behoud van biodiversiteit en bescherming van gezondheid noodzaak, ten gevolge van de uitstoot van industrie, verkeer en agrarische sector. Maar ook door het gedrag van burgers! Of de dreiging nu bestaat uit fijnstof, pesticiden, PFAS, of stikstofoxiden, resten van chemicaliën, medicijnen en microplastics in bodem of drinkwater: het lijkt allemaal één pot nat.

Helaas constateer ik dat de overheid tekortschiet in adequate bescherming van de natuur en van onze gezondheid. Deze bescherming moet landelijk steeds vaker worden afgedwongen via de rechter, omdat de overheid het voorzorgsbeginsel onvoldoende hanteert.

Het tekortschieten van de overheid heeft alles te maken met complexe dieperliggende problematiek. De ruimte ontbreekt hier om daar goed op in te gaan.

Voor mij is duidelijk dat overheid, industrie én burgers, met elkaar om de tafel moeten om een dialoog te voeren die tot voor iedereen aanvaardbare oplossingen kan leiden. Dit langs lijnen van inclusief denken en het toepassen van collectieve waarden. Dat steeds vaker burgers het voortouw moeten nemen is een kenmerk van de tijd.