In koor

“De wereld is een toverbal, geen mens weet hoe hij worden zal…” Het is 1992 en ik zing het uit volle borst. De vergeelde poster met daarop een wereldbol en twee beschermende mensenhanden, prijkt aan de wand van het ouderwetsche schoollokaal. Elke vrijdagmiddag heeft het kinderkoor er repetitie. De zangjuf kijkt ons elke noot uit de gouden keeltjes en ramt daarbij op het keyboard alsof haar leven ervan afhangt.

De reclamespotjes van het ministerie van VROM met hun alom bekende slogan ‘Een Beter Milieu Begint Bij Jezelf’ staan op mijn netvlies gebrand en hebben met de huidige ontwikkelingen wereldwijd hun pijnlijke noodzaak ontvouwd.
“De wereld is een toverbal, geen mens weet hoe hij worden zal…” Ook al kan ik, maar liefst dertig jaar verder, een tussentijds antwoord geven op die vraag, de Kleuter zingt het uit volle borst. “Dus, zullen we er samen iets van moeten maken, de wereld is een mooi maar bewerk’lijk ding, zullen we er samen iets van moeten maken. Hee, hee, hee, hee, kom maar in de kring.” Man neemt die uitnodiging nogal letterlijk en ploft naast ons op de bank van mijn
ouderlijk huis waar we op visite zijn. “Is dat niet een kerkelijk liedje?” Man, die mij doorgaans eveneens een mooi, maar bewerk’lijk ding vindt, verstoort daarmee onbedoeld het educatieve moment dat ik ad hoc had ingeroepen nu in de verte Windpark Weert aan de horizon prijkt en de Kleuter er zijn prangende vragen over stelt.

Oma komt de kamer binnen met ranja met een -papieren- rietje als Man met zijn vaderlijke gemak aan de Kleuter uitlegt waarom de tweehonderd meter hoge gevaartes er eigenlijk staan en wat ze precies doen. Ik hang daarbij ook aan zijn lippen, maar hoop dat te verbloemen door alwetend te knikken als de blauwe kijkers van de Kleuter de mijne zoeken.

Met de kennis van nu op zak, nemen we hem en zijn broertje vanaf hun geboorte al mee in gewoonten die bijdragen aan een beter milieu en komt het praatje over milieubewust leven als een ongedwongen gevolg.
De Kleuter springt op een stoel en zet het lied nog eens in, we kunnen niet anders dan erin meegaan. Met een hoog Kumbaya gehalte weet hij iedereen te bewegen om mee te doen.

Ik kijk hem elke noot uit zijn gouden keeltje en klap daarbij trots in mijn handen.
Omdat zijn leven en dat van zijn (klein)kinderen ervan afhangt.

Maartje Derckx