25 april 2019 | Auteur: Laura Mennen
“Ik stop nooit met hockeyen”
Ze moet er weer even aan wennen. Een langer gesprek voeren in het Nederlands. Steffie Bongers (19) uit Weert vertrok een half jaar geleden naar Amerika om daar vier jaar te studeren aan de universiteit van Richmond Athletics. “Ik wilde winnen, alles goed doen en vooral beter worden!”
“De eerste wedstrijd die ik speelde met het Dames 1 team in Weert was een van mijn gaafste hockeyervaringen. Wat was ik die dag nerveus! Als veertienjarige was ik de jongste speler. Iedereen was in de twintig en een stuk groter dan ik. Tegelijkertijd gaf het veel energie en vond ik het een eer dat ik mocht meedoen.” Het was voor Steffie een van de momenten waarop ze dacht: na de middelbare school wil ik niet stoppen met hockey en me focussen op een opleiding. Ze wilde deze sport blijven doen, meer dan ooit voorheen.
Hockeyfamilie
Steffie groeide op in een zogenaamde hockeyfamilie. Haar oma en haar ouders hockeyden. “Als mijn vader of moeder een wedstrijd hadden, ging ik als kind altijd mee.” Toen ze vijf jaar oud was, ging ze zelf het veld op. “Mijn eerste training kan ik me niet goed meer herinneren. Ik weet alleen dat ik erg enthousiast en fanatiek was.”
Fanatiek
“Het leukste aan hockey vind ik dat het een teamsport is. Je werkt door de week zo hard met elkaar om in het weekend die overwinning te halen. Dat gevoel dat ik heb als het lukt, is geweldig!” Steffie was een jaar of acht toen ze voor het eerst wedstrijden speelde. “Ik wilde winnen, alles goed doen en vooral beter worden!” Toen ze erachter kwam dat ze “best goed met een stick en een bal kon omgaan”, wilde ze dit graag verder ontwikkelen. Op de middelbare school stond ze voor schooltijd op om te gaan hardlopen, drie keer in de week had ze hockeytraining en in het weekend speelde ze een of twee wedstrijden. “Op den duur was ik elke dag bezig met hockey.”
Heimwee?
Steffie koos er uiteindelijk voor om te starten aan de University of Richmond. Bij deze school had ze meteen een goed gevoel. “Ik had een goede klik met de coaches en met de spelers van het team, die ik sprak via Facetime. De school was ook erg klein, waardoor er een gemoedelijke sfeer hing. Dat vond ik erg fijn.” In juli verhuisde ze naar Amerika. “In het begin vond ik het lastig zo lang zo ver weg van huis te zijn. Ik was dat nooit geweest. Daar kwam bij dat ik steeds in een andere taal moest praten. Ik moest daaraan wennen.” Tegelijkertijd realiseerde Steffie zich dat dit een kans was die ze niet snel nog een keer zou krijgen. “Het feit dat alles nieuw was en dat ik vrijwel altijd bezig was, heeft me geholpen tegen heimwee naar huis. Ik had vaak geen tijd om erover na te denken.”
Amerika.
Twee jaar geleden kwam er iemand naar Steffies middelbare school, het College, om te praten over studeren in Amerika als je goed bent in een bepaalde sport. “Dit sprak me erg aan. Ik wilde op hoog niveau hockeyen, maar ook naar een universiteit gaan. In Amerika is het makkelijker dit te combineren dan in Nederland.” Steffie ging naar een bureau dat jongeren helpt bij het vinden van zo’n studie in Amerika. “Het proces dat ik moest doorlopen, vond ik ingewikkeld. Ik moest toetsen maken en een filmpje van mij tijdens een hockeytraining opsturen.” Vervolgens kwam Steffie in contact met verschillende Amerikaanse universiteiten. “Ik denk dat ongeveer tien scholen mij als student wilden! Dat vond ik gaaf.”
Later
In Amerika duurt een hockeyseizoen drie maanden, van oktober tot december. “In die periode ging mijn wekker om zes uur ‘s ochtends. Ik begon met twee uur training, dan had ik colleges. Daarna had ik weer training. In het weekend speelde ik twee wedstrijden.” Steffie vertelt dat het een zware periode is, maar ook een erg gezellige. Ze trekt veel op met de meiden uit haar team. Op dit moment heeft Steffie voornamelijk krachttraining en conditietraining, zodat ze goed voorbereid is op het volgende seizoen. Of ze van hockey later haar beroep wil maken? “Ik weet het nog niet. Ik wil eerst deze vier jaar afmaken in Amerika. Dan zie ik verder. Wat ik wel weet, is dat ik nooit zal stoppen met hockeyen.”