in de sauna in Horn), ik zong, hij speelde thea-
ter. Ik was intussen als medefirmant fulltime in de
zaak van mijn ouders gestapt en het was best een
hectische periode. In maart 2006 was mijn moeder
overleden aan de gevolgen van alvleesklierkanker.
Wij hadden het daar erg moeilijk mee maar mijn
vader en ik besloten samen hun levenswerk voort
te zetten, de zaak te pimpen en een nieuw busi-
nessplan te ontwikkelen. In de opstartfase zou ik
het praktische horecawerk voor mijn rekening ne-
men en mijn vader de financieel-administratieve
kant. Een voorwaarde voor de financiering was dat
de bedrijfsvorm van VOF overging naar een een-
manszaak op mijn naam. In 2008 heropenden wij
onze zaak en het liep voortreffelijk. In de loop van
dat eerste jaar zou pap steeds verder terugtreden
en zou ik ook het boekhoudkundige deel van mijn
vader gaan overnemen. Zover kwam het niet. Zes
weken na de opening trof ik mijn vader dood aan
in zijn appartement aan de Hoogpoort. Zijn hart
had het begeven. Mijn vader heeft het overlijden
van mijn moeder nooit kunnen verwerken. Hij liep
vaak met zijn ziel onder de arm door de stad en
had er eigenlijk ook moeite mee dat hij de zaak
die hij samen met mam had opgebouwd moest
overdragen aan zijn zoon. Nu bleek ook dat hij
langzaam de weg kwijt was geraakt in het financi-
ële oerwoud van garantstellingen, vergunningen,
financiering en verplichtingen.
Michiel:
Ik was intussen ook als meewerkend part-
ner fulltime bij de zaak betrokken. We woonden
toen samen in een appartement in de Beekstraat
en legden al onze energie en creativiteit in het
runnen van de zaak. We werkten dag en nacht
en de zaak liep als een tierelier maar er kwamen
steeds meer financiële lijken uit de kast. Daar was
niet meer tegenop te verdienen. De problemen
werden steeds groter en we werden gedwongen
de zaak te sluiten. Ruud kwam in een schuldsa-
neringstraject van drie jaar. We hebben ons ver-
volgens weer uit de naad gewerkt om hier uit te
komen. Vergeet niet dat 71% het niet voor elkaar
krijgt binnen die drie jaar, maar ons is het gelukt!
Ik heb gewerkt als voedingsassistent in het St. Jans
Gasthuis, in de horeca bij Het Bruine Paard, ik heb
bijles gegeven bij particulieren aan huis en na di-
verse vervangingen in heel Midden-Limburg weer
een vaste baan verworven in het basisonderwijs
in Pey-Echt. Na de zomer, en daar verheug ik mij
echt op, start ik als onderwijzer aan basisschool
Molenakker hier in Weert. Bovendien ben ik in juni
2015 beëdigd als buitengewoon ambtenaar van de
burgerlijke stand bij de gemeente Weert.
Ruud:
We hebben echt alles aangepakt om uit de
schuldsanering te komen. Ik heb diverse baantjes
in de horeca in Weert gehad, onder andere bij Par-
tycentrum De Sluis, bij Hostellerie Munten, bij het
Munttheater en nu ben ik vanuit Limburg Catering
werkzaam op de locatie Venray van Gilde Oplei-
dingen. En dan heb ik nog een baantje voor vier
uur per week als oproepkracht bij Gall & Gall in
Roermond.
Michiel:
En dan zijn we ook nog meerdere keren
verhuisd! Ik heb echt alles bij elkaar gehuild, kon
het soms niet meer aan maar Ruud zit nooit in de
put, heeft een ijzeren wil en maakt zich nooit echt
druk. Nu wonen we in Roermond maar we zijn op
zoek naar een geschikte woning in Weert om dan
eindelijk weer een beetje tot rust te komen.
Toekomstdromen
Als jullie nu samen vooruit kijken, wat zijn dan
jullie wensen?
Ruud:
We willen in ieder geval gaan trouwen. Juli
vorig jaar werd de schuldsaneringsperiode offici-
eel afgesloten en dat was voor mij het moment om
Michiel ten huwelijk te vragen.
Michiel:
En ik heb natuurlijk ’ja’ gezegd! En met
glunderende ogen laat hij mij de verlovingsring
zien. 24 augustus zijn we verloofd, wanneer de
bruiloft gaat plaatsvinden, weten we nog niet.
Gezien onze huidige financiële situatie zou dat op
dit moment een armzalig bruiloftsfeest worden en
we willen er toch echt iets speciaals van maken.
Ruud:
En misschien beginnen we samen nog wel
ooit iets in de horeca. Michiel droomt wel eens van
een restaurantje in Griekenland. Voorlopig zijn we
al heel blij als we een keer samen naar Kreta op
vakantie kunnen gaan.
Michiel:
En onze gezamenlijke passie voor muziek,
daar hopen we in de toekomst ook weer meer tijd
aan te kunnen besteden. Maar onze ultieme wens
op creatief gebied is om samen een kinderboek uit
te brengen: ‘Poes Ties is eigenlijk een aap’ met
tekst van mij en illustraties door Ruud. Daar heb-
ben we het samen al vaak over gehad en het hele
verhaal zit al in onze hoofden.
En dan besluit ik de gok te wagen en hen voor het
blok te zetten. “Zouden we dan nu niet een deal
kunnen sluiten dat dat boek er over twee jaar
gewoon is?” Ze kijken elkaar onderzoekend aan.
“Doen?” vraagt Michiel en Ruud knikt. “Deal!” en
ze bezegelen het met een ferme handdruk.
Ruud en Michiel, twee tegenpolen die elkaar
als magneten aantrekken en versterken. Com-
municerende vaten van kalm en onstuimig wa-
ter die in elkaar overvloeien. Als bij Michiel
de spanning en de emotie te hoog oploopt is
Ruud zijn drukventiel. Als bij de nooit in pa-
niek rakende Ruud de ‘rust’ voor Michiel irri-
tant wordt, krijgt hij een schop onder de kont.
Tijdens het interview moet Michiel, overval-
len door emotie, zeker vier keer naar buiten
om zich met een nicotineshot te herpakken.
De troostende, begripvolle blik van Ruud is
daarna voldoende om het gesprek weer voort
te zetten. Een markant stel!
mooi
mens
Wanneer kwam jij uit de kast en wat ging daar
gevoelsmatig aan vooraf?
Dat was een week voor mijn eindexamen athe-
neum. Ik was van de ene kant heel extravert en
‘aanwezig’ maar aan de andere kant toch bang
om het uit te spreken. Dus terwijl iedereen het
wist, iedereen het zag, ze noemden mij niet voor
niets ‘ut fruitbuîmke’ vanwege mijn bonte bloes-
jes, was er toch een meisje dat mij leuk vond. Ze
probeerde mij zelfs op enig moment te kussen en
toen moest ik meteen overgeven, over haar nieu-
we laarsjes, midden op de markt in Sittard. Toen
ik thuis kwam zat mijn moeder een vriendschaps-
boekje in te vullen en ik pakte mijn geschiedenis-
boek om me op mijn examen voor te bereiden.
Op een gegeven moment zei ze heel triomfantelijk
“Och dat vind ik zo’n mooie vraag: ‘Wat wil je la-
ter worden?’ Nou dat weet ik wel … Oma!” Ik heb
het geschiedenisboek door de kamer gesmeten:
“Godverdomme mam, maar niet van mij!”
Ik heb ook goede herinneringen aan mijn jeugd
maar toch meer flashbacks waar ik nu nog emo-
tioneel van word. Ik was negen jaar en kon mijn
geaardheid al een naam geven naar aanleiding van
het boek
De trimbaan van Imme Dros
, een pro-
bleemroman waarin twee jongens bevriend zijn
en als de een zegt dat hij homo is de vriendschap
wordt verbroken.
In tegenstelling tot Ruud werd ik later een echte
party-animal. En in die tijd, we zitten dan in 2008,
op de trappen van La Bonbonnière in Maastricht
ontmoette ik die solide rustige vent die hier naast
mij zit. Een blijvertje!
Samen verder
Ruud:
Die avond in La Bonbonnière zijn we niet
eens in de zaal van de Pink Party geweest. We heb-
ben de hele avond in de foyer staan kletsen. Het
klikte meteen en we bleken heel wat raakvlakken
te hebben. Beiden een passie voor muziek, beiden
horeca-ervaring (Michiel had diverse baantjes in
de horeca gehad en werkte op dat moment ook
18