Petra Cox: ‘Ik ben een echte ram. Als ik iets wil ga ik er honderd procent voor!’

Petra Cox (59) is een eigenzinnige kunstenares die begon als dierenarts, na een burn-out haar creatieve talenten ontdekte, haar intuïtie volgde en met afvalmateriaal en restproducten een eigen manier van beeldhouwen creëerde. Zij ziet de mogelijkheden en de schoonheid van dit materiaal en geeft er een nieuwe betekenis aan. Haar unieke sculpturen zijn uitingen van haar gevoelens en fascinaties. Via de vestigingen van Interior Treasures, een gerenommeerd interior designbureau dat huizen van de rijken der aarde inricht, vindt haar werk zijn weg naar woningen en kantoorpanden over heel de wereld.

Waar zij haar zinnen op zet, zal en moet gerealiseerd worden. Toen de fitness- en dansstudio waar zij wekelijks vele uren doorbracht haar deuren sloot nam zij het initiatief om dan zelf maar een dansschool op te richten zodat zij ook haar passie voor dansen invulling kon blijven geven. Met One in Motion danste zij in mei van dit jaar tijdens de uitvoeringen van Antje – de musical. Een opmerkelijke vrouw die aantoont dat je, ongeacht je leeftijd, je hart moet volgen, talenten kunt ontwikkelen en dromen kunt waarmaken.

Je bent geboren en getogen in Weert als dochter van huisarts Dings. Wat betekende dat voor jou?

Dat was voor mij soms wel lastig. Het haalde je op een bepaalde manier uit de anonimiteit. Ik was bijzonder trots op mijn vader. Het was een zeer toegewijd huisarts die altijd klaar stond voor zijn patiënten. Maar als in een gezelschap bekend werd dat ik een dochter van huisarts Dings was, gaf dat een bepaalde wending in sfeer. Een huisarts als vader was blijkbaar iets aparts. Dat voelde soms ongemakkelijk.

Mijn vaders grootste wens was wonen op een boerderij en zo verhuisden wij toen ik een jaar of elf was naar de Keenterstraat. Tot die tijd zat ik op klassiek ballet maar nu hadden we de ruimte, een grote tuin, fruitbomen, een weiland en ik kreeg een pony. Ballet liet ik voor wat het was en tot mijn achttiende heb ik paardgereden op vrij hoog niveau, zowel dressuur als springen. In de manege van Harrie Peeters was ik kind aan huis. Met het achttal van de ponyclub zijn we meerdere keren Nederlands kampioen geworden.

Hoe kijk je terug op je tijd op het Bisschoppelijk College?

Van kinds af aan wilde ik dierenarts worden. Ik had nou eenmaal meer met dieren dan met mensen. Dat was dan ook de reden dat ik op het VWO persé de bètarichting wilde halen terwijl mij dat werd afgeraden omdat ik een absolute alfa was. Het kostte me de nodige moeite -het vijfde jaar heb ik twee keer gedaan- maar ik heb het uiteindelijk gehaald. Op school voelde ik me aanvankelijk meer toeschouwer. Ik was niet zo goed in de sociale omgangsvormen van vriendenclubjes. Niet dat ik een buitenbeentje was maar ik heb pas op latere leeftijd geleerd op mensen af te stappen en contacten te leggen. Wel heb ik er mijn man Marc leren kennen. In het tweede leerjaar zaten we bij elkaar in de klas en zat hij me regelmatig te klieren. Meneer Gielis, onze klassenleraar, zei toen al: ’Was sich liebt, das neckt sich’.
Jaren later kreeg hij gelijk. Vanuit een vriendschap ontstond liefde en die is nooit meer weggegaan.

Dierenarts

Na het VWO ging ik naar de Rijksuniversiteit Utrecht voor de opleiding Diergeneeskunde. Daarna werkte ik als gezelschapsdierenarts een jaar of vijf in loondienst bij een dierenarts met praktijk aan huis. In de relationele sfeer werden daar geleidelijk steeds meer grenzen overschreden. Dat begon klein maar mondde uit in een nachtmerrie. Toen de situatie op een dag serieus uit de hand liep en zelfs bedreigend werd heeft mijn man me opgehaald en ik ben nooit meer teruggegaan. Op dat moment was ik hoogzwanger en emotioneel aan het einde van mijn latijn. Na een zware bevalling voelde ik me depressief, labiel, en belandde in een burn-out. Ik besloot het moederschap te omarmen en het beroep van dierenarts vaarwel te zeggen.

Resilience

Toch kwam er een moment waarop ik mijn skills als dierenarts weer ging inzetten: de varkenspest brak uit. Er werd een beroep gedaan op iedereen die beschikbaar was om tijdelijk een steentje bij te dragen. Ik zat ‘ziek’ thuis en voelde me geroepen hier gehoor aan te geven. Ik werd een van de ‘mannen in witte pakken’ en ontdekte dat het vak van dierenarts niet de echte oorzaak was van mijn emotionele afkeer.

Ook heb ik nog twee jaar gewerkt als docente gezondheidskunde aan het Pleincollege de Burgh in Eindhoven. Zonder enige ervaring als docent was dat zeker niet gemakkelijk. Toch voelde deze compleet andere wereld voor mij als een privilege om te mogen ervaren.

Ernstig ziek

Na mijn derde zwangerschap, we waren net verhuisd, kreeg ik oorpijn die alleen maar erger werd. Een lang verhaal kort: Ik bleek in mijn hals een gezwel van vijf bij zeven cm te hebben dat tegen mijn schedel drukte en ook mijn slokdarm dichtduwde. Door de vele antibioticakuren duurde mijn herstel bijna een jaar.

Ik ben er echter van overtuigd dat alles in het leven een reden heeft, het moet zo zijn en je moet ermee leren dealen, er sterker door worden.
In goed overleg met mijn man Marc besloot ik te kiezen voor het moederschap en de kunsten. Het was in die tijd onder mijn leeftijdsgenoten not done om als vrouw te stoppen met werken. Je moest toch carrière maken, onafhankelijk zijn en een eigen inkomen verwerven. De leus ‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’ dreunde door mijn hoofd. Die knop heb ik gelukkig om kunnen zetten.
Mijn man steunde me -en steunt me nog steeds- door dik en dun. We hebben samen met onze kinderen Mirte, Pieter en Tijmen een warm gezinsleven opgebouwd dat mij heel dierbaar is. Ouderschap is een baan die je er niet zomaar even bij doet.

Taking Control

De ommekeer

Tijdens mijn burn-out leerde ik mijn creatieve talenten ontdekken. Ik ben enorm leergierig en heb veel cursussen gedaan bij de Vrije Academie Deurne en later het Kunstcollege in Weert. Mijn eerste werk verbeeldde de pogingen om mij los te rukken uit mijn depressie. Annemarie Verheijen is een topdocente waar ik heel veel aan te danken heb. Na jaren studie kwam het moment waarop ik echt voor mezelf durfde te kiezen en besloot buiten de geijkte kaders te gaan werken. Het eigenwijze en drammerige dat in mij zit kreeg vorm in het werk ‘Recalcitrant’ dat bestaat uit negen ramshoorns.  Veel creatieve mensen hebben sterrenbeeld ram, maar ik wilde niet zo zijn als de anderen. Van de negen hoorns is er een zwart en die hangt ook nog eens ondersteboven.

Hope

Het liefst werk ik met eerlijke materialen als hout, metaal, leer, restproducten en afvalmateriaal dat ik recycle en in unieke sculpturen verwerk. Ik verzamel mijn materiaal bij ijzerboeren en op rommelmarkten. Ook krijg ik vanuit mijn kennissenkring spullen aangereikt. Dan komen staalsnippers, lamparmaturen, tafelpoten of een stuk leer uit een broek terug in mijn werk. Vaak worden het krachtige dieren. Door mijn opleiding tot dierenarts ben ik natuurlijk bekend met de anatomie van een dier.

Ik werk nog steeds vanuit mijn emotie. Of het nu hele mooie dingen of intens trieste dingen zijn; dit is mijn manier van verwerken. Mijn beelden zijn reflecties van wat ik denk en voel. Zodra een beeld klaar is, heb ik een emotioneel proces doorlopen en kan ik er afstand van nemen. Mijn beide ouders zijn overleden en anderhalf jaar geleden mijn broer. Zijn overlijden heeft mij enorm aangegrepen. Het beeld ‘Hope’ is daar de uitingsvorm van geworden.

Internationale erkenning

Met fotoboeken van mijn werk ben ik langs galeriehouders en beurzen gegaan. Dat is een apart wereldje. Een galeriehoudster beloofde mij gouden bergen en een introductie op de Tefaf in Maastricht. Eind van het liedje was een wurgcontract dat ik zou moeten tekenen. Gelukkig doorzag een vriendin van mij die advocate is dit spelletje. Als reactie maakte ik toen vanuit een fuck you-emotie het beeld ’Taking control’. Ik voelde mij net als de mythologische griffioen de heerser van hemel en aarde. Rond mijn vijftigste gooide ik de knop voor een tweede keer om. Ik weet wie ik ben en wat ik wil. Ik laat me ook niet laten leiden door geld, macht of wat andere mensen van mij denken.

Mijn werk is vanwege het hoge blingbling-gehalte blijkbaar niet zo geschikt voor de Nederlandse markt. Toen ik voor de eerste keer op Maison & Object in Parijs stond, dé beurs voor designers en interieurarchitecten, keek ik mijn ogen uit. Ik stond samen met Gerrit van Buuren in hal 8, de exclusive hall. Als directeur van een uitgeverij had Gerrit veel ervaring opgedaan bij boekenbeurzen en hij wilde me graag helpen. Tegenover mij stond een exposant met een titanium tafel met edelstenen in het blad verwerkt van € 250.000, -. We hebben daar samen enorm veel plezier gehad en ik heb veel van Gerrit geleerd. Helaas kwam hij veel te jong te overlijden. Toen heeft Carlijn Witte het stokje van hem overgenomen en hebben Carlijn en ik enkele jaren met veel plezier de Parijse beurs gedraaid.

Op die beurs kwam een vertegenwoordigster van Interior Treasures binnenwandelen. Zij richten huizen in voor de happy few van deze wereld. Ze ontwerpen alles waarmee een huis kan worden ingericht. Als sluitstuk zoeken ze er de perfect passende kunstobjecten bij. Ze zag het wel zitten in mijn sculpturen en nu wordt mijn werk via hun vestigingen in Qatar, Dubai en Monaco verkocht.
Hoewel mijn werk nu in de wereld van de megarijken rondgaat, gebruik ik de term ‘kunstenaar’ met enige bescheidenheid. Ik ben autodidact, heb geen kunstacademie gevolgd en ben niet iemand die de spotlights opzoekt.

Aan het rijtje dierenarts – docente – moeder – kunstenaar voegde je ook nog mede-eigenaresse van een dance & workout studio toe. Hoe kwam dat tot stand?

Ik sportte en danste vrij fanatiek bij My Health Club en kreeg er onder andere les van Daisy Lenders.  Dat is echt een geweldige lerares, danseres en choreograaf. Bij Zumba was ik een van de eersten die in haar lessen meedraaide. Op enig moment werd mij gevraagd of ik Zumba-les wilde geven. Mijn balletachtergrond en mijn ritmegevoel zullen daar zeker een rol in hebben gespeeld. Het menselijke aspect van communicatie en social talk, waar ik in mijn jeugd soms problemen mee had, heb ik overigens daar pas echt geleerd, als ‘danslerares’ van een heel eind in de veertig. Ik ben Daisy ontzettend dankbaar dat zij mij die kans gaf.

Bij My Health Club ontmoette ik ook Carlijn Witte en het klikte heel goed tussen Daisy, Carlijn en mij. Wij voelden ons toen al ‘de drie musketiers’ en koesterden onze verbondenheid.
Toen tijdens corona de deuren van die studio definitief dichtgingen verloor Daisy haar baan en Carlijn en ik een geweldige lerares. Dat mocht niet gebeuren!

Daisy, Petra en Carlijn.

Mijn man Marc wees me op de mogelijkheid een ruimte te huren op het kazerneterrein hier in Weert. Samen met Daisy run ik nu vanaf 2021 Dance & Workout Studio One in Motion en we worden daarin gesteund door onze partners Jack Aarts en mijn Marc. Dat ik dit, op mijn leeftijd, mag meemaken vind ik geweldig. Deze beleving maakt mij intens gelukkig. Zonder dat mijn leeftijd een rol speelt, sta ik daar te dansen met meiden die vele jaren jonger zijn en zoals ik al zei: ‘Wat anderen daarvan denken deert mij niet. Ik ben wie ik ben.’

Wilt u meer zien van het werk van Petra Cox kijk dan op haar facebookpagina.