Kleinste museum op grote hoogte

Zegt de naam Alexius Jullien je iets? Waarschijnlijk niet. Toch is deze Alexius een tijdlang een bekende Weertenaar geweest. Dat is wel lang geleden. Alexius, uit het Franse Lotharingen, trok in 1692 naar Weert om er te wonen. Hij trouwde een jaar later met een Weerter meisje. Hij was in zijn tijd een bekende klokkengieter. Dat klokkengieten deed hij buiten de stadsomwalling. Daar waar toen het vuil werd gestort, de voelingsbleîk, of te wel de Vogelsbleek.

In mei 1692 kreeg Alexius met zijn broer opdracht om drie zware luidklokken van de Martinuskerk te hergieten zodat ‘haere raisonnantien beter sijn als te voorens’. De gemeente zorgde o.a. voor de levering van turf, hout, vuurvaste stenen en leem ‘ende voorts alles wat sij daer toe noodigh mochten hebben’. Reeds op 17 mei 1692 werden de oude klokken uit de toren neergelaten. Op 9 september konden de nieuwe klokken alweer gewijd worden.

De klokken van Alexius zijn nog steeds te zien en te horen. Twee klokken staan achter in de kerk (zoals te zien op de grote foto). Zij pasten niet langer bij de klankkleur van de andere klokken in de kerktoren.

Dit soort weetjes hoor je als je samen met een stadsgids de eerste 80 hardstenen treden van de kerktoren beklimt. Dan bereik je het kleinste en hoogstgelegen museum van Nederland: de Beiaard Expositie. Van daaruit heb je ook mooi zicht op de imposante constructie van de originele houten dakspanten van de Middeleeuwse hallenkerk. De dakconstructie heeft de vorm heeft van een omgekeerd schip. De term ‘middenschip’ is ervan afgeleid.
In samenwerking met Museum W en het beiaardcomité organiseren de stadsgidsen op de zaterdagen 19 juli en 2, 16 en 30 augustus weer speciale zomerwandelingen met een bezoek aan de Beiaard Expositie en Museum W. Houd de persberichten in de gaten.