25 oktober 2025 | Auteur: Monique van den Brandt
Janneke van Reenen in Indonesië: ‘Ze hebben weinig, maar delen alles. Dat raakt me diep.’
Janneke van Reenen (27) uit Weert ging op zoek naar haar roots maar vond onderweg iets groters; een roeping. Ze reisde vijfeneenhalve maand door Indonesië, verbleef bij gezinnen, gaf les op afgelegen scholen en leerde meer dan alleen de taal. “In dorpen waar mensen amper Engels spreken en kinderen nauwelijks les krijgen, gebruik ik muziek om verbinding te maken.”

Op zoek naar je wortels
Janneke groeide op in een warm gezin in Weert, samen met haar ouders, oudere zus Femke én twee honden. “We zijn altijd een gezin geweest waar muziek erg belangrijk was. Er werd veel gezongen en muziek gespeeld.” Dat leidde uiteindelijk tot een studie Docent Muziek aan het conservatorium in Maastricht, gevolgd door een baan als muziekdocent op verschillende basisscholen in Weert, Roermond en Eindhoven. Daarnaast is ze dirigente van jeugdkoor Equal Voices in Groenewoud en zorgverlener voor een jongvolwassene met cerebrale parese (hersenaandoening). Over dat laatste zegt ze zelf: “Ik heb heel veel van hem/haar geleerd en ook veel respect voor hem/haar.” Vorig jaar vertrok Janneke voor de eerste keer naar Indonesië om op zoek te gaan naar haar roots. “Mijn opa is geboren in Malang, op Oost-Java. Ik wilde begrijpen waar ik vandaan kom. Wie hij was. En wat dat betekent voor mij.”

Niet zomaar een vakantie
Janneke blijft twee maanden in Indonesië. Voor haar vertrek leerde ze wat basiswoordjes in het Indonesisch. Indonesië is erg groot (45 keer Nederland) en kent meer dan tweehonderd lokale talen, met Indonesisch als tweede taal. “Tijdens mijn vrijwilligerswerk wat ik daar deed had ik het gevoel dat ik veel meer kon leren van de mensen, de cultuur en de levenswijze. Maar ook dat ik veel aan kennis en expertise had die voor de Indonesiërs interessant was. Ik kon ook iets voor hen betekenen. Wat mij enorm raakte tijdens deze reis, was de enorme ongelijkheid. Onderwijs is in afgelegen gebieden een ondergeschoven kindje. Speciaal onderwijs? Onbetaalbaar. Leerkrachten hebben vaak geen idee hoe ze op maat gemaakt les moeten geven aan kinderen. Daarnaast is er veel corruptie in het land. De regering geeft geen prioriteit aan educatie, zeker niet in de afgelegen gebieden. Op iedere plek waar ik geweest ben, heb ik lesgegeven, lezingen gegeven en meer over de cultuur geleerd”, zegt Janneke enthousiast. “Het smaakte beslist naar meer, dus de plannen om nog een keer te gaan waren gauw gemaakt.”

Lesgeven met ukelele in de hand
Dit jaar reisde Janneke voor een periode van vijfeneenhalve maand naar Indonesië. Van tevoren studeerde ze keihard op de taal om volledig te kunnen communiceren in het Indonesisch, zonder hulpmiddelen zoals Google translate. “Dat vond ik belangrijk omdat ik veel naar dorpen toe wilde waar ze geen Engels spreken. Een van de indrukwekkendste plekken waar Janneke werkte, was een kleuterschool in Belopa, Zuid-Sulawesi. “Het schoolhoofd daar was ongelooflijk inspirerend. Ze nodigde internationale docenten uit om het onderwijs te verbeteren. Haar kleuterschool kan eigenlijk speciaal/passend onderwijs genoemd worden, wat ik op geen enkele plek in Indonesië op deze manier ben tegengekomen. Na school gaf ik Engelse les aan studenten van alle leeftijden. En dat in een regio waar de overheid nauwelijks investeert in educatie”, vertelt Janneke. Ze hielp mee in de klas, dacht mee over passend onderwijs voor kinderen met een speciale behoefte en gaf voorlichting aan ouders en collega-leerkrachten. “Ik heb in het Indonesisch een presentatie gegeven over concentratie, impulsbeheersing, doorzettingsvermogen en tijdsmanagement. Kinderen probeerde ik te stimuleren om Engels te leren; dat doe ik altijd op een interactieve manier en vrijwel altijd met muziek (en mijn ukelele).”

Op pad naar de vergeten dorpen
Naast haar werk op de school in Belopa nam Janneke deel aan een bijzonder vrijwilligersproject: ‘Keren’, een rondreizend educatief programma voor afgelegen bergdorpen. Janneke legt het uit: “Twintig (Indonesische) vrijwilligers komen bij elkaar om een educatief programma aan te bieden aan kinderen uit de ‘remote areas’, de bergen. Het educatieve systeem wordt daar volledig verslonsd door de regering. In het programma reis je met een jeep door heel lastig te bereiken gebieden in de bergen (een heftige tocht als je wagenziek bent) en geef je les aan de kinderen die daar leven; Engels, topografie en rekenen, gewoon de basisvakken dus eigenlijk.”

Muziek verbindt
Naast Belopa bezoekt Janneke nog meer andere plekken in Semarang (Midden-Java), Malang, Malang-Karangploso, Blitar, Madiun , Magetan (Oost-Java), Sumenep en Bangkalang (Madura) en Makassar en Toraja (Zuid-Sulawesi). Haar studie Indonesisch werpt zijn vruchten af, maar iedere plek heeft ook zijn eigen lokale taal. Janneke: “Dus heb ik op iedere plek naast het Indonesisch ook de basiswoordjes geleerd in de lokale taal. Dat heb ik gedaan in bahasa Madura, bahasa Toraja, bahasa Lu, bahasa Jawa en bahasa Bugis. Ook heb ik, vanuit mijn interesse als muziekdocent, op iedere plek liedjes geleerd van de bevolking daar. Zowel Indonesische kinderliedjes, als popmuziek, als traditionele muziek in eigen lokale taal. Omdat ik met de ukelele rondreisde heb ik niet alleen deze liedjes voor mijzelf geleerd, maar ook weer gezongen en aangeleerd op andere plekken in Indonesië waar ze bepaalde liedjes of talen nog niet kenden.”

‘Sorry, mijn huis is lelijk’
De gastvrijheid die Janneke ervoer, was ongekend. “Ik heb nergens geslapen in hostels of hotels. Alleen maar bij gezinnen. En keer op keer boden mensen hun huis aan. En steeds weer die verontschuldiging: ‘Maaf, rumahku jelek’ – sorry dat mijn huis lelijk is. Dat raakt me. Want hun hart was allesbehalve lelijk.” De gezinnen verschilden van samenstelling: gezinnen met jonge kinderen, met tieners, of meerdere generaties onder één dak. Overal deed Janneke mee in het dagelijks ritme. “We stonden op tussen vier en vijf. Bidden (ik ben voornamelijk alleen bij moslimgezinnen geweest), dan koken, dan lesgeven. Rijst als ontbijt, lunch én avondeten. Want een maaltijd zonder rijst is geen echte maaltijd”, lacht Janneke. “En altijd tijd maken voor elkaar. De mensen zijn enorm familiegericht en gastvrij. Niet iedereen is rijk, maar ze delen alles met je. ’s Avonds waren er vaak culturele activiteiten, er zijn veel tradities. Denk aan mandjes vlechten, het zien van een batik fashion show, traditionele dans, een gamelan-(traditionele muziek uit Java) voorstelling of een buurtmeeting.”
Hoe witter hoe mooier
De Indonesische mentaliteit maakte diepe indruk op haar. “Ze leven vanuit dankbaarheid. De dag begint met een gebed waarin ze uitspreken waar ze dankbaar voor zijn. Er wordt ook niet veel vooruit gepland en de dag kan enorm flexibel zijn. Als iets anders loopt of verdrietigs gebeurt dan tonen ze geen extreme emoties. Ze proberen te accepteren dat het loopt zoals het loopt. De mensen zijn indirect, want directheid wordt als onbeleefd gezien. Ook zeggen ze veel sorry en maken zich gauw zorgen of ze iets verkeerds of onprettigs hebben gedaan. Het uiterlijk (bij vrouwen) is erg belangrijk, vooral onder tieners. Het schoonheidsideaal is een zo wit mogelijke huid, een puntige neus en niet-bruine ogen. Er is ook veel onzekerheid over uiterlijk. In de badkamers zie je hier dus geen bronzende crèmes maar whitening creams staan, voor een zo wit mogelijke huid. En soms ook gekleurde contactlenzen (in lichtere kleuren). Dat is ook de reden dat je als blanke toerist in dorpen als een soort beroemdheid wordt gezien. Ze willen met je op de foto, want jij voldoet aan hun schoonheidsideaal”, legt Janneke uit.

Scheve verhoudingen
Indonesië heeft zo’n 285 miljoen inwoners en daarvan woont 40% buiten de steden. Janneke heeft inmiddels al een aardig beeld van hen; “Wat ik waardeer aan Indonesië is de familie- en groepsgerichtheid en het geven om mensen die je niet kent. De eenzaamheid is minder groot dan bij ons in Nederland. Ook het simpel leven waardeer ik. Het verschil tussen rijk en arm is heel groot. Als je een ongeluk krijgt dan heb je gewoon pech en moet je het hebben van de mensen om je heen die je helpen, want de regering doet niets. Er is veel corruptie en ze kunnen ter plekke de wet wijzigen, dus eerlijk is het absoluut niet. Ook het plastic afval gaf me elke dag buikpijn; de mensen moeten hun eigen plastic afval verbranden in hun tuin. Die geur vergeet ik nooit. En het dierenwelzijn is zwaar onder de maat. Je ziet nog veel dieren in kleine kooien en veel plofindustrie, helaas.”

Leren leven in het moment
Inmiddels is Janneke weer thuis en maakt ze al plannen voor de toekomst. “Ik wil zeker terug. Niet alleen voor vakantie, maar om écht iets bij te dragen. Om onderwijsprojecten op te zetten in de dorpen in afgelegen gebieden. Maar dat is lastig te regelen met een visum. Maar waar een wil is, is vast ook een weg”, zegt ze vastberaden. Voor mensen uit Weert die Indonesië willen bezoeken heeft ze belangrijk advies: “Laat je plannen los. Leer ‘ja’ te zeggen in het moment want op die manier geniet je echt veruit het meeste van het leven daar. Probeer contact te leggen met Indonesiërs want ze hebben interessante verhalen te vertellen. Smalltalk mondt gauw uit in diepe gesprekken met mooie adviezen over de lokale cultuur! Sta open voor wat er op je pad komt. Want het onverwachte is vaak het mooiste!”