27 september 2025 | Auteur: Ton Adriaens
Gerard van den Oetelaar: ‘Go with the flow’
Autodidact kunstenaar Gerard van den Oetelaar (75), geboren in Loosbroek, een klein dorpje in de buurt van Den Bosch, woont sinds 1973 in Weert. Samen met zijn partner Kasper de Gouw huurde hij een huis aan de Industriekade dat toen nog eigendom was van de familie Poell van de Weerter beschuitfabriek. Als 23-jarige kantoormedewerker ging hij aan de slag bij Hoechst. Vanaf 1973 ontwikkelde Gerard de hem kenmerkende, eigenzinnige en kleurrijke stijl wat resulteerde in internationale erkenning met exposities in Moskou en Melaka Maleisië. Op 24 mei 2025 kwam Kasper plotseling te overlijden. In dit interview vertelt Gerard met een traan maar ook met een lach over zijn leven, zijn ontwikkeling tot gerespecteerd kunstenaar en zijn verhouding tot de Weerter kunstscene. Zijn contacten met Gerard Reve, die in de jaren zeventig jaren in Weert woonde, leveren enkele bijzondere anekdotes op.

Hoe komt een 23-jarige man vanuit Loosbroek in Weert terecht?
Destijds woonde ik nog thuis en had ik al twee jaar een relatie met Kasper die in Drunen woonde. Hij zat in de lastige situatie dat van hem verwacht werd dat hij de boerderij van zijn ouders zou overnemen en dat de relatie met mij toen nog niet geaccepteerd werd. Bij mijn ouders was dat geen probleem.
Kasper was zes jaar ouder dan ik en had een opleiding tot docent handenarbeid gevolgd. Het was puur toeval dat wij via via een klein huurhuisje iets verderop aan de Industriekade kregen aangeboden terwijl Kasper een baan in het vormingswerk in Weert vond. Voor ons was het een uitgelezen kans om samen, in een voor ons volstrekt vreemde omgeving, aan een nieuwe fase in ons leven te beginnen. Ik ging bij Hoechst werken en twee jaar later verhuisden we naar dit pand. Weer een tiental jaren later kregen we de kans dit huis te kopen. We hebben het opgeknapt en op een erbij gekocht stukje grond een atelier aangebouwd.
Ik kom uit een gezin met zeven kinderen waarvan ik de op twee na oudste ben. Mijn vader is al op 47-jarige leeftijd overleden wat aan de ene kant de onderlinge hechte band verstevigde maar aan de andere kant veel persoonlijke vrijheid creëerde. De steun die ik op dit moment krijg is voor mij hartverwarmend. Mijn broers zijn gekomen om dit huis levensloopbestendig aan te passen. Het atelier wordt door hen gedeeltelijk omgebouwd tot slaapkamer. Maar ik blijf voorlopig schilderen!
Uit: www.gerardoetelaar.nl
De kleurrijke werken van Gerard van den Oetelaar zijn een zoektocht naar visuele uitdrukkingsvormen voor zijn innerlijke belevingswereld en zijn persoonlijke ervaringen. Dat resulteert soms in figuratieve maar meestal in abstracte werken. Zijn thema’s: liefde, verdriet, angst, woede, macht en onmacht, en de complexiteit van het leven. Met behulp van katoen, papier, bladeren of takjes creëert hij reliëfs in zijn werk waarmee hij de beperkingen van het platte vlak doorbreekt. Aanvankelijk experimenteerde hij met aquarellen, gouaches en houtskooltekeningen. Na een cursus portretschilderen in 1975 maakte hij enige tijd fresco’s en portretten in olieverf en houtskool maar de drang om anders te willen zijn bleek sterker.
De kracht van zijn werk zit vaak in het ongrijpbare. Zijn schilderijen hebben meestal geen titels om de vrije loop van de vormen niet te hinderen door overbodige gedachten. Hij streeft in zijn werk naar evenwicht tussen persoonlijke ervaringen en invloeden van buitenaf. Dat gebeurt intuïtief. Bij de eerste penseelstreken weet hij nog niet waar hij uitkomt. Balans in de compositie is daarbij uitermate belangrijk. ‘Go with the flow‘, loopt als een rode draad door het leven van Gerard.
Internationale erkenning:
• In 1994 werd hij door de Russische Malevich Foudation uitgenodigd om in Moskou te komen exposeren. Het werd voor Van den Oetelaar een internationale doorbraak.
• Bij de herdenking van het 400-jarig bestaan van de V.O.C. exposeerde hij in maart 2002 in het historisch museum ‘The Stadthuys’ in het hartje van oud Melaka in Maleisië. Een vijftigtal werken van hem zijn als cultureel Nederlands erfgoed permanent toegevoegd aan het Perzim Muzium Melaka.
Meer weten? Kijk op www.gerardoetelaar.nl
Ontwikkeling als kunstenaar
Als mens en als schilder beweeg ik soepel mee met de stroom. Je levenspad is een aaneenschakeling van toeval. Maar je moet wel met je armen gespreid naar de wereld staan, dan komt er ook veel op je af. Ik leef van moment naar moment zonder een stip op de horizon of een planmatige route. Ik heb ook nooit de ambitie gehad om kunstschilder te worden. Het toeval wilde dat ik Kasper ontmoette en het toeval bracht ons in Weert waar ik de tijd en ruimte kreeg mijn creativiteit te ontwikkelen. De drive om dingen te creëren zat er bij mij al altijd in. Dat was eerder puur hobbymatig. Terwijl ik bij Hoechst een hele leuke van negen-tot-vijf baan had, werkte Kasper in onregelmatige diensten. Na enkele jaren in het onderwijs was hij namelijk overgestapt naar de zorgsector waarin hij tot aan zijn pensioen werkte. Ik zat vaak alleen en zocht naar een invulling van die tijd. Al snel ontdekte ik dat ik in mijn schilderen anders wilde zijn dan anderen. Misschien was dat wel omdat ik met mijn geaardheid ook anders was dan de heteromaatschappij om mij heen.
In het begin schilderde ik vrij klassiek en realistisch. Ook heb ik toen nog een cursus portretschilderen gevolgd bij Gard van Wegberg, een bijzonder aardige en sympathieke man. Maar ik bleef zoekende, het realisme beviel me niet en ik raakte geïnspireerd door het werk van Bram Bogart. Ik ging experimenteren, niet alleen met kleuren en vormen, maar ook met stoffen, papier en verhardingsmiddelen om het platte vlak te doorbreken. Mijn werk kenmerkt zich door vrijheid en afwijking van de norm.
Toen ik een keer in Hasselt exposeerde bood een delegatie van de Malevich Foudation mij aan om in Moskou te exposeren. Kasper was in dat soort gevallen degene die mij stimuleerde zo’n avontuur aan te gaan. Hij was ook de man met het commerciële inzicht. Als de kans zich voordeed, bracht hij mijn werk onder de aandacht van CEO’s van grote bedrijven om er hun kantoorpanden en showrooms mee in te richten. Zo kwam ik na een tip van de Weerter kunstenaar Frits Jansen bij Leolux terecht, een meubelfabrikant die uitgroeide tot een internationaal designmerk. Bij Leolux hingen overigens ook werken van Frits. Ook Ben Mandemakers, eigenaar van diverse keuken- en woonformules, kocht in één weekend tientallen schilderijen van mij om in zijn bedrijven op te hangen.
Een absoluut hoogtepunt voor mij, waar ik ook het meest trots op ben, is een permanente expositie van mijn werk in het Perzim Muzium in Maleisië. Onlangs heb ik contact gezocht met de conservatoren van Museum W. om van hen advies te krijgen over wat te doen met die Maleisiëcollectie als ik er niet meer ben. Tot mijn verbazing kreeg ik als reactie dat zij niets voor mij konden betekenen.
Je artistieke veelzijdigheid omvat ook het illustreren van boekwerken en brochures.
Heb je daar voorbeelden van?
Toevallig heb ik vorige week in Loosbroek, mijn geboortedorp waar ik tientallen jaren niet meer geweest was, een expositie geopend waarvoor ik ook het drukwerk ontworpen had. Het was best moeilijk want ook Kaspers naam stond vermeld bij de exposanten. Maar het is me gelukt.
Interessanter is misschien het door mij geïllustreerde boekwerkje dat bij het afscheid van pastoor Jan Hendrikx in Linne werd uitgegeven. Hendrikx kende ik nog uit de periode dat Gerard Reve in Weert woonde. Jan was toen kapelaan op Keent en persoonlijk biechtvader van Reve. De Weertenaren kenden hem als ‘Lange Sjeng’, een kleurrijk figuur in de gayscene.
Verbondenheid met Weert
Mijn ‘wonen’ ligt in Weert maar mijn pad gaat over de wereld. In Weert zijn er niet zoveel mensen die mij kennen. Laat ik het zo zeggen: Als je als hetero echtpaar met kinderen in een vreemde stad gaat wonen ontstaan er allerlei vanzelfsprekende contacten. Als homostel sta je er in een gemeenschap toch anders in. Maar ik zou het jammer vinden als nu het beeld ontstaat dat wij ons afkeerden van de Weertenaren. We wonen hier niet voor niets 52 jaar. Dit ‘paradijsje’ is het beste wat ons is overkomen. We hebben hier ook nooit last gehad van discriminatie.
De kunstenaars in Weert?
Met mensen als Jan Tullemans, Frits Jansen en Gard van Wegberg kon ik heel goed opschieten. Jan bezocht mij regelmatig hier in mijn atelier en dan dronken we een goed glas wijn en spraken over kunst.
Maar er zijn collega-kunstenaars die op je neerkijken omdat zij wél op de kunstacademie hebben gezeten. Daar heb ik heel lang last van gehad. Zo rond mijn vijfenveertigste had ik al heel wat stappen gezet, veel geëxposeerd en veel werk verkocht. Toch bleef het dedain van sommige vakbroeders knagen. Ik ging naar de kunstacademie in Maastricht voor een oriënterend gesprek, toonde mijn werk en hetgeen ik internationaal bereikt had en besprak mijn irritatie. Hun reactie was glashelder en deed mij goed: “Jij bent autodidact en hebt op eigen kracht een hoog niveau bereikt. Dan wil je hier toch niet weer alles afleren bij docenten die vanuit de basis starten?” Ik ben fluitend naar huis gegaan. Soms kun je blijkbaar beter autodidact zijn!
Als die figuren mij nu een sneer geven vraag ik terloops of zij buiten Weert ook nog iets betekenen.
Persoonlijke ervaringen waren vaak de inspiratiebron voor een kunstwerk. Heeft het overlijden van Kasper ook tot een creatieve uiting geleid?
Nog niet, maar dat zal er zeker van komen. Ik heb nog steeds die scheppingsdrang. Hoeveel pijn en verdriet ik nu ook heb, ik ga door. ‘Go with the flow’, was ook Kaspers motto. Ik zou hem teleurstellen als ik bij de pakken ging neerzitten. Kasper was zelf ook heel creatief. Wij exposeerden vaak samen. Zijn bronzen beelden hebben een mythologische uitstraling alsof ze uit de oertijd stammen. Ik ga hem ontzettend missen. We hadden een samenlevingscontract maar zijn later op initiatief van burgemeester Loekie van Maaren, ook een prachtmens trouwens, een homohuwelijk aangegaan. De tekst in zijn overlijdensadvertentie bevatte slechts één zin: “Zo ge ‘t doet is ’t goed.” Dat was een uitspraak van hem die hij had overgenomen van mijn moeder. Op haar grafsteen staat dezelfde tekst.
Herinneringen aan Gerard Reve
Toen ik ging solliciteren bij Hoechst zat daar ene Guus van Bladel als hoofd personeelszaken. Tijdens het sollicitatiegesprek kwam ook mijn burgerlijke status ter sprake en vroeg Guus of ik getrouwd was. Ik antwoordde dat ik met een vriend samenwoonde. Daar reageerde hij heel positief op: ‘Ik woon ook met een vriend samen, misschien ken je hem wel, het is de schrijver Gerard Reve.’ Van het een kwam het ander en over en weer bezochten we elkaar.
Gerard Reve was, na het verbreken van zijn relatie met Tijger en Woelrat, waarover hij de roman ‘Lieve Jongens’ zou schrijven, in december 1971 bij Guus ingetrokken. Die huurde destijds een appartement van de gebroeders Verkuylen aan de Nieuwe Markt.
Gerard Reve hield niet van ramen en hij vroeg mij om die wit te schilderen. Wel moest ik daarbij twee kijkgaten van ongeveer 20 bij 40 centimeter vrijlaten. Daardoor bespiedde hij de jongens die het Bisschoppelijk College aan de overkant bezochten en de mannen die gebruik maakten van het openbare urinoir aan de Nieuwe Markt. Hij noemde het ‘masturbatiegaten’.
Reve hield ervan te prikkelen en te provoceren en stond graag in het middelpunt van de belangstelling. In tegenstelling tot Guus die hem aanbad en alles deed om hem te pleasen gaf ik hem regelmatig weerwoord. Toch vond hij het ook wel interessant dat er iemand tegen hem in ging.
Over Gerard Reve zou ik nog uren kunnen vertellen. Kasper en ik hadden een monogame relatie maar Reve lustte er wel pap van; vele jongemannen waren enige tijd te gast aan de Nieuwe Markt of gingen met hem en Guus naar hun huis in Frankrijk.
Hier in Weert bezochten we met z’n vieren soms café De Spelonk aan het Bassin. Ook brachten we middagen door aan het zwembad van mevrouw Bertie Weegels, directeur van de betonfabriek. Hij noemde haar ‘mijn grote zus’. Gerard Reve deed dan niets liever dan in zijn blote reet het zwembad in duiken.
Je laatste woord?
Go with the flow!