Een leven in het teken van de sport

Ze is pas achttien jaar oud, maar de Weerter Rodaina Belghali behoort nu al tot de beste karateka’s van ons land. Haar doel: wereldkampioen worden. Gedreven, met een sterk doorzettingsvermogen en een goede basis vanuit thuis zet ze stappen in de juiste richting.

Sportieve opvoeding

Dat Rodaina een sportief leven zou gaan leiden, stond voor haar al vroeg vast. “Sport heeft altijd een belangrijke plaats gehad in ons gezin. Mijn vader doet al vanaf jonge leeftijd aan diverse vechtsporten en mijn moeder deed vroeger aan atletiek. Pap praatte veel over sport en vond het belangrijk dat zijn drie kinderen zich konden verdedigen. Hij heeft het dan ook altijd gestimuleerd dat we een vechtsport zouden gaan beoefenen.”

Rodaina oriënteerde zich door middel van proeflessen op verschillende sporten en kwam op haar achtste bij Kung Fu uit. Een sport die ze tot haar veertiende beoefende. “Die periode heeft me gevormd. Ik stond als jongste (en enige meisje!) tussen de grote, volwassen kerels. Het ging me prima af, maar het was hard werken.” Rodaina werd niet gespaard. Zo vertelt ze: “Regelmatig liep ik een kneuzinkje op en mijn benen zaten onder de blauwe plekken!” Ondanks dat ze het goed naar haar zin had, miste ze het competitie-element. In Nederland werden er destijds namelijk geen wedstrijden georganiseerd. “Toen ik alle medailles en bekers zag die mijn jongere broertje had gewonnen met karate, wekte dat mijn nieuwsgierigheid. Ik ben ook begonnen met karate en dat voelde direct goed. Zo goed dat ik uiteindelijk gestopt ben met Kung Fu.”

Zwarte band in zicht

Rodaina bleek aanleg te hebben voor karate. “Dat kwam mede door mijn Kung Fu-verleden. Het liep zo goed dat ik een paar banden en slippen (deze geven aan op welk niveau je de sport beoefent, red.) heb overgeslagen. Ik trainde altijd in Weert, maar ben overgestapt naar een dojo (trainingsruimte) in Eindhoven. Dit omdat daar meer mogelijkheden zijn om door te groeien; ik krijg les van iemand die leerlingen op wereldniveau traint. Momenteel ben ik hard bezig met de voorbereidingen om hopelijk in december de zwarte band (een zeer gevorderde rang) te behalen. Een mijlpaal, waar ik jarenlang hard voor gewerkt heb.”

Dat Rodaina op de juiste weg is, blijkt wel uit het feit dat ze sinds eind 2024 deel uitmaakt van de Nederlandse selectie “Daar ben ik best trots op”, lacht ze. “Een paar keer per maand worden we getraind door de bondscoach. Samen met hem perfectioneren we de technieken die we in onze eigen dojo geleerd hebben. Op die manier worden we klaargestoomd voor de wedstrijden.”

Van Weert naar de rest van de wereld

Rodaina houdt zich bezig met ‘kata’s’. Dat zijn schijngevechten, waarbij je volgens vaststaande patronen je technieken laat zien tegen een denkbeeldige tegenstander. 
“Een jury beoordeelt je vervolgens op onder andere techniek, houding en ademhaling. Mijn eerste wedstrijd op het hoogste niveau, georganiseerd door de WKF (World Karate Federation) heb ik afgelopen juni in Kroatië gehad. Helaas heb ik daar geen podiumplek behaald, maar ik heb wel een schat aan ervaring opgedaan. Je neemt het tenslotte op tegen de beste karateka’s ter wereld en ziet hoe het er op een EK of WK aan toe gaat. In december vindt de volgende wedstrijd plaats in Venetië. Daar hoop ik hoge ogen te gooien en me te kwalificeren voor het EK!”
Haar sportieve carrière ging overigens niet altijd over rozen. In 2023 liep Rodaina een lelijke blessure op tijdens een training. Ze beschrijft deze, letterlijk, pijnlijke ervaring: “Mijn knie sprong op slot, waardoor ik mijn been niet meer goed kon buigen en strekken. Ik heb diverse tests en scans ondergaan, maar de artsen konden helaas geen diagnose stellen. Toch bleef ik trainen, maar ik moest mijn manier van bewegen wel aanpassen. Uiteindelijk heb ik anderhalf jaar gerevalideerd en nu ben ik, mede dankzij Topfysiotherapie Weert, weer op mijn oude niveau. Zo’n blessure is frustrerend, maar hoort er helaas bij.

Focus op de toekomst 

Naast haar drukke sportbestaan volgt Rodaina de opleiding Biologie en Medisch Laboratorium onderzoek in Geleen. “Na school ga ik vaak direct door naar de training. Dat is geen gemakkelijke opgave, maar ik wil het zowel op opleidingsniveau als op sportief vlak goed doen. In Nederland is het namelijk niet mogelijk om als professioneel karateka rond te komen van de sport”, legt ze uit. “Uiteindelijk wil ik geneeskunde gaan studeren of in een laboratorium aan de slag gaan. Dat hoop ik te kunnen combineren met de sport. Graag zou ik later een goede baan hebben en daarnaast jongeren willen begeleiden met karate, bijvoorbeeld door trainingsstages. Het lijkt me geweldig om ze te inspireren en te helpen om hun dromen waar te maken. Ik wil ze laten zien dat alles mogelijk is als je er zelf in gelooft en je best doet.” 

Zelf blijft Rodaina ondertussen gefocust op het waarmaken van haar droom: “Wereldkampioen worden. Daar heb ik alles voor over!”