WTV Magazine - page 14

op weg naar
leeftijd in een liefdevol gezin terecht kwam. Later zette
hij een succesvol metaalbedrijf op en kreeg kanker...
René besloot de bergen in te trekken, om zélf de kan-
ker te bestrijden, op zijn eigen manier. ‘Als ik de kan-
ker niet kan ombrengen, dan kan de chemo het ook
niet’, dacht hij. Elke twee dagen beklom hij een berg
van vierduizend meter, zes in totaal. Hij had
gekämpft
met zichzelf en tegen die verrotte kanker. Na een korte
stilte vroeg hij of ik zijn verhaal begreep. Het enige wat
ik op dat moment kon doen was knikken en hem een
foto van Nel laten zien... Na deze ontmoeting voelde ik
me verlicht en ik denk er vaak aan terug; het verhaal
is haast onwerkelijk en ik ben geneigd het te checken,
met name het aspect van het zelf bevechten van kan-
ker.”
Onderweg klopte Marcel vaak aan bij kerken of kloos-
ters om te informeren naar een slaapplaats. Hij over-
nachtte vaak op bijzondere plekken, hoewel het vinden
van zo’n plek nog wel eens wat (pijnlijke) voeten in de
aarde had.
“Op de dag dat ik in Trier arriveerde had ik ongeveer
vijfendertig kilometer gelopen. Omdat het vinden van
een slaapplaats niet direct lukte, heb ik nog vijf kilome-
ter extra gelopen. Uiteindelijk werd ik in een kerk door
een geestelijke aan een slaapplaats geholpen, aan de
andere kant van de stad. Ik zou dus weer terug moeten
lopen. Maar de geestelijke regelde een bus voor me,
met de woorden: ‘zelfs het lijden van een pelgrim kent
zijn grenzen.’ De volgende dag heb ik toen min of meer
noodgedwongen rust genomen; ik kon toen wel in het
klooster terecht, in een afgelegen kamer waar buiten
een matras op de grond niets was. Op zo’n plek word
je behoorlijk met jezelf geconfronteerd. Je weet echter
dat dit gaat gebeuren en er zit weinig anders op dan
die confrontatie toe te laten.”
vierden. Toen ik daar liep voelde ook ik me een over-
winnaar. Dat was heel bijzonder.”
Na tien weken wandelen kwam hij aan op het Sint
Pietersplein…
“En daar kwam ik Weertenaar Wim Woolderink tegen,
ook een pelgrim. Tijdens de reis hadden we zo nu en
dan contact via sms. Hij liep in dezelfde periode als ik
naar Rome. De woensdagochtend die ik op het Sint
Pietersplein aankwam, was er net een mis afgelopen
waardoor duizenden mensen van het plein af liepen.
Heel symbolisch liep ik daar, tegen de stroom in, het
plein op. Ik sms’te Wim en hij bleek toevallig ook daar
te zijn! Wim kende ik van te voren helemaal niet. Dit
was zijn derde pelgrimage; hij is al naar Santiago de
Compostela en naar Jeruzalem gelopen. Voor mij ben
je dan toch een soort van held, als je zulke tochten
weet te volbrengen.”
En nu is Marcel back home en begint het ‘gewone’
leven weer. Maar het wandelen zit hem nu eenmaal in
de benen…
“Tja, en nu? Door de Vereniging Pelgrimswegen naar
Rome ben ik benaderd om op hun ontmoetingsdag
een workshop te houden over pelgrimeren in het di-
gitale tijdperk. Op mijn blog schreef ik bijna dagelijks
over mijn belevenissen en de reacties waren overwel-
digend. Op die manier hield ik toch contact met familie
en bekenden. Als het tijdens het lopen even saai was
dan schakelde ik de roaming in en dan stroomden de
berichten binnen. Ik wil de blogs die ik schreef nog wat
meer aanvullen en ze bundelen, volgend jaar wellicht.
Verder denk ik erover me aan te melden als markeerder
van LAW’s, Langs Afstands Wegen. Ooit ben ik daar-
voor benaderd en ik heb tijdens deze tocht ervaren dat
het veel pro jt oplevert als deze wegen juist zijn ge-
markeerd. En natuurlijk ga ik ook gewoon weer aan het
werk op de gemeente Nederweert. Ik laat het voorlopig
maar allemaal op me afkomen.”
Marcels broer Ed vergezelde hem enkele dagen tijdens
zijn tocht door Zwitserland.
“Dat was heel mooi, daar zat alles in. Ed wilde voor
‘mooi’ lopen, dus we hebben samen veel genoten van
de omgeving en goede gesprekken gevoerd. Het voor-
deel van samen lopen is dat je elkaar kunt attende-
ren op de omgeving, op dingen die je wellicht voorbij
stiefelt als je alleen loopt. Samen gingen ze over de
Gotthard, het hoogste punt van de tocht, op ruim 2100
meter. Het waren al met al vrij
anstrengende
dagen die
ik niet had willen missen.”
Hoewel het geloof een ondergeschikte rol speelde in
zijn pelgrimage, bezocht hij wel veel kerken.
“Ik ontdekte dat kerktorens altijd een baken zijn in de
heuvels. Als je tussen de heuvels een kerktoren ziet,
weet je dat er een dorp is met meestal een café en een
slaapplaats. Ook zag ik kerken van binnen omdat het
plekken zijn om even tot bezinning te komen, verkoe-
ling te zoeken, je pelgrimspaspoort te laten stempelen
en ook om je gsm op te laden, want bijna iedere kerk
heeft wel ergens een stopcontact.”
Onderweg navigeerde hij met behulp van zijn telefoon
en met kaarten. Maar hij bewandelde niet altijd de
voorgestelde routes.
“In Italië heb ik een gedeelte gelopen van de Via
Francigene, een oude pelgrimsroute van Engeland
naar Rome. Toch week ik ook daar van de gebaande
wegen af. Dan dacht ik: als ik nu die heuvel overga,
kom ik daar en daar weer uit en dan loop ik in de goede
richting, maar wel met een schitterend uitzicht. Ik heb
onderweg echt gezocht naar het mooie lopen. Dat is
niet altijd economisch qua kilometers, maar wat lo-
pen betreft vaak mooier. Als ik op zulke plekken een
boswachter was tegengekomen die mij had gevraagd
waarnaar ik op weg was en ik had gezegd dat ik op
weg was naar Rome, had hij vast gedacht dat ik niet
helemaal spoorde….! Op een gegeven moment liep ik
een stuk over de Via Trionfale. Dit is een weg waarop
vroeger de legers terugkwamen als ze een overwinning
14
1...,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13 15,16,17,18,19,20,21,22,23,24,...40
Powered by FlippingBook