Weert Magazine - page 18

op bed. Ik heb daar veel mensenkennis opgedaan.
Piet is altijd mijne grote inspirator gebleven.”
Oliesjeik
‘Van mijn tijd bij Bert Kusters van café De
Brouwer kan ik een boek schrijven. We moesten
oberen, maar tegelijk ook muziek verzorgen
op een Middeleeuwse pick-up. Een grammo-
foonplaat die bleef hangen werd gewoon even
ondergedompeld in de spoelbak. Dan liep-ie
weer! Wij hebben destijds de ‘meter bier’ be-
dacht. Een plank met elf gaten om bierglazen
in te zetten. Als het bier duurder werd, zaagden
we gewoon een stuk van die plank. We haalden
altijd stunts uit als werknemers jarig waren.
Toen collega Jac Derckx (Sjaak vanne Smeed)
jarig was, lieten we in de krant zetten dat er
een oliesjeik naar Weert zou komen, die wilde
investeren in de binnenstad. Sjeik Sjaak zou,
gezeten op een kameel, door de stad trekken,
begeleid door hoge Arabische secondanten en ap-
petijtelijke haremdames. Richting de Oelemarkt.
Sjaak vanne Smeed was maandenlang naar een
dierentuintje in Best geweest om kameel te leren
rijden en het beest te laten wennen. In stijlvolle
Oosterse kleding, gehuurd in België, stapten we
op de heugelijke dag in Heeze op de trein. Toen
we hier arriveerden stonden de kameel en en-
kele chique koetsen klaar. Zelfs de machinist liet
zijn trein even alleen: zoiets was hem in 30 jaar
NS nooit overkomen. Heel Weert stond onderste-
boven. Het was een hels karwei om die kameel
rustig te houden. Sjaak had er wel maanden mee
geoefend, maar zag er nu, met zijn toga, tul-
band en puntbaard, uit als Catweazle. Je kunt
met tienen aan een schichtige kameel gaan han-
gen, die hou je echt niet! Sjaak kwam gerad-
braakt op de Oelemerrentj aan! Onvergetelijk!”
Opgravingen
“Twan Ramakers van de Ratax was ook mijn in-
spirator. Hij regelde het vervoer bij verkeerson-
gevallen en nam mij soms mee. Door die ervaring
ben ik begonnen met begrafenissen en kwamen
al snel verzoeken om opgravingen te doen. Ik ben
simpel begonnen: twee speciekuipen, een riek en
een aanhangwagentje. Ik krijg veelal opdrachten
van particulieren. Doordat grafrechten vervie-
len wilden ze botten van familie laten opgraven
en alsnog cremeren. Ook werk(te) ik veel voor
kloosters. Door teruglopende bezetting willen
ze van hun peperdure tehuizen af, en dan moet
ook de begraafplaats geruimd. Die botten wor-
den gecremeerd of herbegraven. Opvallend hoe
lang stoffelijke resten van kloosterlingen intact
blijven. Blijkbaar werkt de stof, waarvan ze vroe-
ger togen maakten, als een soort vacuüm. Het
werk voor justitie loopt terug, omdat ze tegen-
woordig meteen DNA afnemen bij een delict.
Mijn meest spraakmakende klus voor justitie was
de opgraving van Nicole van de Hurk, het 15-ja-
rige meisje dat dood en verkracht werd gevon-
den in de bossen bij Mierlo. Haar stiefvader en
stiefbroer waren verdacht, maar ze vonden nooit
bewijs. Pas is alsnog een 43-jarige man opge-
pakt. Heel luguber was dat Nicole, toen we haar
opgroeven, haar onderkaak miste. Mensen vragen
vaak of het opgraven van ontbindende ledematen
niet stinkt. Ik ben eraan gewend, maar als men-
sen lang in een plastic lijkenzak gelegen hebben,
moeten ik spuiten. Dat is echt niet te harden.”
Bijzondere ervaringen
“Ik kreeg een aanvraag van een begraafplaats
waar veel zigeuners liggen. Er was ruzie in een
zigeunerfamilie. De steen van het familiegraf was
aan gruzelementen geslagen om twee lijkkisten
te stelen. Er was overal beton gestort om dat te
voorkomen. Het waren loodzware, Amerikaanse
kisten die je met een zwengel opende. Maar
die was onvindbaar. Nadat de politie arriveerde
voor het proces verbaal begon ik om de kisten
met een slijptol open te krijgen. Na uren lukte
dat en toen werd me alles duidelijk. Als zigeu-
ners overlijden krijgen ze in hun kist minimaal
vijf kilo puur goud mee. Dat betekende tien kilo
goud in twee kisten, die we via de politie weer
overhandigden aan de familie. Ook in Chinese
graven kom je gekke dingen tegen. Je moet op
zoek naar botresten tussen een hele hoop prul-
laria, die de dode meekrijgt op zijn laatste reis.
Een wekker, messen en vorken, een radio, ex-
tra schoenen, enzovoort. Er gaat meer rommel
mee dan het lijk weegt. Kinderen opgraven blijft
bijzonder. Vaak vind je nog ‘knuffels’, poppen,
maar ook resten van tekeningen. Bij kinderop-
gravingen is vaak familie aanwezig. Bij de eer-
ste begrafenis waren ze vaak zo overmand door
verdriet, dat alles volledig langs hen heen ging.
Zo’n herbegrafenis beleeft men bewuster. Vroe-
ger mocht de familie een dode na een zwaar on-
geval nooit meer zien. Ook dat is voorbij. Hoe
verschrikkelijk de verminking ook is: de hui-
dige technieken maken een lijk toch toonbaar.”
Schutterswereld
Als er één Weertenaar is, die met ‘schutterij-
sop’ is overgoten, is het Peter Strijbos. Vooral
de broederschap en saamhorigheid spreken hem
aan. Vaak was hij jurylid, zowel bij schutters-
feesten als het OLS. “In 2000 schoot ik mezelf
tot koning bij Schutterij St. Oda. In datzelfde
jaar haalde het zestal ‘d’n Um’ naar Boshoven.
Het kon niet op! Onder de bezielende leiding van
Gerard Huyerjans hebben de schutsbroeders toen
een ongekend OLS 2001 neergezet. Het mooiste
dat ik ooit meemaakte, gedragen door de hele
Weerter gemeenschap. Ik was destijds penning-
meester en kan je vertellen dat er veel geld door
mijn handen ging. Tonnen!!” Als je Peter ziet in
zijn schutterijoutfit loopt hij iets voorover. Be-
grijpelijk met die kilo’s onderscheidingen op zijn
revers. Peter: “Door het bestuur van schutters-
bond EMM werd ik in 2007 voorgedragen bij het
Kapittel van de Broederschap van de Soevereine
Orde van de Rode Leeuw van Limburg en de H.
Sebastianus, en benoemd tot schutsbroeder. Vo-
rig jaar stopte ik na 21 jaar als bestuurslid van
EMM en werd benoemd tot erelid van verdienste.
Met bijbehorende versierselen. Als ‘toetje’ heeft
het Zijne Majesteit ook ‘nog behaagd’ om mij te
benoemen als lid in de Orde van Oranje Nassau.
Intussen ben ik lid van St. Sebastianus Laar. Ik
had alle bestuursfuncties afgezworen, maar
ze benoemden me toch weer tot tweede com-
missaris. Eén ding wil ik absoluut kwijt in dit
verhaal: mocht St. Sebastianus de komende ja-
ren ‘d’n Um’ mee naar Laar brengen, dan ben
ik niet thuis. Letterlijk en figuurlijk. Ik kruip
veertien dagen thuis achter de bank. De bel
uitgetrokken! Het OLS Boshoven was eenma-
lig… maar zo gek krijgen ze me nooit meer!”
2015
Peter is ook alweer 27 jaar huismeester van de
Weerter Parkflat. Ook daar is van lieverlee zijn
taak veranderd: “Vroeger werd je opgeroepen
om een lamp te vervangen, of voor een lekkende
kraan. Tegenwoordig ben je meer sociaal wer-
ker. De bewoners vragen om langs te komen voor
iets, maar dan blijkt vaak dat ze met een ver-
haal zitten dat ze ergens kwijt moeten. Soms
voel ik me een beetje de biechtvader, maar ik
word er niet voor betaald door het bisdom,”
lacht Peter. Om dan met de nodige zelfspot te
vervolgen: “Het zou in drukke tijden wel eens
makkelijk zijn als ik een vrouw had! Ik zoek ei-
genlijk een vrouw voor hele dagen en halve
nachten!” Dat vraagt om nadere uitleg… Pe-
ter: “Ja, want met een vrouw in bed slaap ik
geen oog… en ik moet er ’s morgens vroeg uit!”
Opmerkelijke quotes
-In de ‘Kapel in ’t Zand’ liggen de Roermondse
bisschoppen opgebaard. Behalve Gijsen en
Moors. Die wilden niet naast elkaar liggen…’
-Ik word zelden emotioneel. Ik heb teveel
gezien, denk ik. Ik kan wel meeleven met
mensen, maar daarna gaat het deurtje dicht…
-Bij de Brouwer bedachten we ooit de
Weerter Kampioenschappen ‘betontrappen’.
Sprinten met een fiets, met als voorwiel een
betonmolen… 1e Prijs: een zilveren beker in
100 kilo beton gegoten…
-Ik heb café ‘Holle Klot’ gerund op de
Maaspoort. Ons huidige raadslid Marienel
Engelen was geknipt achter de tap. En ze kon
zingen. We hebben toen nog een CD’tje van
haar opgenomen…
-Als bekenden vragen wat een begrafenis
kost, zeg ik: “Dat ligt eraan! Als ik zelf mee
moet huilen is het € 100.- duurder…’
hoofd
stuk
18
1...,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17 19,20,21,22,23,24,25,26,27,28,...32
Powered by FlippingBook