Wonen in de sfeer van een voormalig klooster

We nemen deze keer een kijkje in Zorgcentrum Hieronymus. Dit voormalige klooster ligt aan de Biest achter de Paterskerk en heeft 64 appartementen, verdeelt over drie etages. Het klooster werd in 1461 gesticht door Jacob van Horne die hier ook toetrad tot de Orde der Minderbroeders. Het gebouw werd door de eeuwen heen diverse keren verwoest en verbouwd. In de vorige eeuw heeft het gediend als opleidingshuis voor broeders die theologie studeerden. In 1996 is het klooster ingrijpend verbouwd tot een modern zorgcentrum, waar nu, naast een enkele pater en zuster, veel niet-religieuzen wonen. Land van Horne biedt hier zorg aan bewoners met een somatisch aandoening.

Bij de verbouwing tot zorgcentrum zijn alle kamers voorzien van douche, toilet en keukentje. Voorheen waren de douches en toiletten op de gang. Na de verbouwing waren de meeste bewoners nog redelijk zelfstandig. Door de jaren heen is de zorgbehoefte toegenomen. Het gebouw is bijna 600 jaar oud en inmiddels een Rijksmonument, wat betekent dat er beperkingen zijn in veranderingen en modernisering. Veel oude elementen zijn gehandhaafd en dragen bij aan de historische sfeer in en om het gebouw.

Het gebouw bestaat nu uit drie afdelingen die elk een eigen huiskamer hebben. Hier wordt per afdeling gegeten; in de middag het warme diner en in de avond de broodmaaltijd. ‘s Ochtends om 10.00 uur is het koffietijd waar bewoners elkaar ontmoeten. Het klooster beschikt over een grote en moderne keuken, waar voorheen voor de paters werd gekookt. Sinds het een zorgcentrum is, wordt de maaltijd kant en klaar aangeleverd. Met ingang van juni a.s. gaat dit veranderen en wordt de keuken weer in gebruik genomen. Twee koks gaan hier dagelijks de warme maaltijd bereiden.

Aan de Biest naast het Paters-pörtje, ligt het zogenaamde pesthuisje. Dit werd rond 1530 gebouwd voor Franciscanen die de pest opliepen bij het verzorgen van zieke Weertenaren. Vanwege het besmettingsgevaar mochten deze paters niet meer in het klooster wonen en werden zij in het pesthuisje ondergebracht tot ze stierven. De pest kostte wereldwijd miljoenen mensen het leven.

De tuin achter het gebouw is een oase van rust. Vroeger in gebruik door de paters, met eigen moestuin, tegenwoordig geschikt voor bewoners en familie. De tuin is gesitueerd op het zuiden en was vroeger een burcht met geheel rondom een gracht. Delen hiervan zijn er nog en omgrenzen het perceel. Waar in het verleden vanuit de tuin zicht was op het kanaal zijn later aan de Minderbroerslaan huizen gebouwd. Ook beschikte het klooster over een eigen begraafplaats waar overleden paters begraven werden. Na de verbouwing kregen zij een hun laatste rustplek op een apart gedeelte op het kerkhof in de stad.

Op het complex zijn voormalige werkhuizen zichtbaar. Hier werkten vroeger de paters die ambachten als timmerman, schoenmaker, tuinman en bierbrouwer uitoefenden. Met de moestuin, boomgaard en dierenverblijf die voor een groot deel voorzagen in de levensbehoeften van de Franciscanen.

Een belangrijk gedeelte van het complex is de aula. Hier was vroeger de refter (eetzaal) waar de 100 paters die er woonden gezamenlijk aten. Tegenwoordig is dit een ontmoetingsplek voor bewoners onderling, maar ook met bezoekers en familie. Ook zijn hier bijeenkomsten met Pasen en Kerstmis en de bingo en een wekelijks kooroptreden.

De authentieke gangen van het pand zijn volledig in stand gehouden en zijn een boeiend spel van oudheid, sfeer en lichtinval. Aan de wand hangen grote lijsten met daarin overzichten van alle overleden paters. Een van de oudste die hier terug te vinden is Jacob van Horne die hier in 1488 overleed.

Een bijzonder detail is een kijkgat op de tweede etage. Van hieruit was er zicht op de Paterskerk en kon de kerkdienst gevolgd worden om te weten wanneer de H. Communie uitgedeeld werd op de ziekenzaal die zich op deze etage bevond.