13 september 2022 | Auteur: Ton Adriaens
Wat zou jij doen met… Zomerliefdes?
In het magazine van juli deed ik een oproep om ervaringen met Zomerliefdes te delen. Voor de zomereditie wilde ik iets anders dan ‘Wat zou jij doen met …’. De collega-redactieleden vonden het een leuk idee maar vonden ook dat ik dan zelf maar een voorbeeld moest geven. Nou bij deze dan:
Op een camping aan het Gardameer in Italië ontmoette ik als 15-jarige puber een overdonderend mooi meisje uit Duitsland. De manieren om indruk op haar te maken weet ik niet meer allemaal maar er hoorde zeker bij vanaf het warme kiezelstrand, zonder blikken of blozen, na een krachtige sprint het ijskoude water in te duiken waarbij zij, dobberend op een luchtbed zeker wat spetters meekreeg. Dat leverde de eerste spannende oogcontacten op. Ook het nonchalant een sigaret opsteken maakte indruk, in ieder geval bij enkele Duitse jongens. ‘Und gleich eine grosse Schachtel!’ zei een van hen toen ik ze heel stoer een Gladstone uit een pakje van 25 aanbood. Ik was mijn Duitse concurrenten de baas.
In de rotsachtige doorgang van camping naar strand, onder de weg door, heb ik twee avonden hartstochtelijk gezoend met mijn Duitse schone. Toen moest zij met haar ouders terug naar huis.
Maandenlang hebben we elkaar nog liefdesbrieven geschreven. Haar adres kan ik na al die jaren nog opdreunen: Gaby K…. 7981 Waldburg Kreis Ravensburg. Ik beloofde haar zelfs om zodra ik 16 was en een Puch zou krijgen ik ‘auf dem moped nach dir komme’. (715 km op een bromfiets?)
Langzaam vervloog onze liefde in afstand en tijd.
Ton, Weert
Die ongelofelijke lichtheid van het bestaan
Die eerste avond viel ik voor zijn donkerblauwe ogen en zijn asblonde haar. Als hij zijn hoofd draaide viel een lok nonchalant over zijn voorhoofd. Als per ongeluk raakte hij mijn hand aan als hij mijn glas nog eens volschonk. In mijn ooghoek zag ik hoe hij naar me keek. De avond werd zwoeler en met het hele gezelschap zwommen we in het koele meer. Hij stond klaar met een handdoek en we zoenden tot het dag werd.
Hij wilde alleen zijn met mij en we namen afscheid van de groep. In mijn rode Alfa Sud reden we kilometers door een prachtig merengebied. Bij de thee met citroen verklaarde hij mij de liefde. Zijn hand lag op de mijne. Mijn adem stokte en ik dacht aan thuis. Over tien dagen wachtte mij daar een ander leven met verantwoordelijkheden en verplichtingen. Maar nu was het goed hier. We wilden samen zijn, genieten van elkaar en van deze ongelofelijke lichtheid van het bestaan. We hadden heerlijke gesprekken over de mooie dingen van het leven. We hadden het niet over hoe het zou zijn als … We wisten allebei dat het alleen om hier en nu ging. Straks moesten we weer verder met ons andere leven. Ruim duizend kilometer van elkaar vandaan. Ik kon verdrinken in zijn ogen die mijn ziel raakten en als zijn stem lieve woorden fluisterde. De dagen van gelukzaligheid regen zich aaneen. De maan aan de nachtelijke hemel verwarmde onze harten. De laatste dag kwam onvermijdelijk. Tegen onze afspraak in plengden we tranen. We belden nog één keer en we zeiden dat we van elkaar hielden. Heel soms denk ik nog wel eens aan hem en zijn donkerblauwe ogen.
M. van H. Weert
De blauwe broek
Het was zomer. Knierpend schoof de Intercity naar Arnhem van 08.45 uur het station binnen. Het dagelijks leven voor mensen begon. Er werd opgestaan, tassen over schouders gehangen en inschattend gekeken naar voorbijglijdende deuren.
De geel-blauwe rups kwam knarsend tot stilstand, pufte even alsof hij moe en versleten was. Ik was ook moe, zat op het bankje voor de restauratie met mijn tas op schoot. De tas met de reden voor mijn vermoeidheid: mijn scriptie. Als ik nu zou instappen was ik zeker op tijd. Daar hield ik van; tijd en ruimte plannen.
Op het mededelingenbord werd de volgende trein naar Arnhem aangekondigd. Ik had de tijd. Er opende zich een deur. Naast mijn gedachten nam een hemelsblauwe broek plaats op het bankje. Het was niet zozeer dat ik je zag, maar meer dat ik je voelde. Je kabbelde mijn persoonlijke ruimte binnen en toen ik opkeek, haakten jouw ogen zich vast in die van mij en meer. Knierpend kwam je tot stilstand midden in mijn hart. En ik verloor tijd en ruimte. Het was te laat.
Waar de rebellie vandaan kwam, weet ik niet, maar ik besloot te blijven zitten. De laatste mensen stapten in. Een conducteur speurde, hangend in een deur met zijn fluit in zijn mond, naar laatste reizigers. Een jonge vrouw stoof met wapperende haren en jas aan mij voorbij en haalde haar trein op het nippertje. Zuchtend en puffend werd er vertrokken. Heel even had ik het station voor mijzelf alleen en keek hoe de ochtendzon verstoppertje speelde met de overkapping.
T.B. Weert
Vakantie, liefde?
In 1999 ging ik met een groep vrienden op vakantie. Geïnspireerd door het programma “Hete kussen uit Salou”, boekten we een 9-daagse busreis in juni. Voorafgaand aan onze trip spraken we elk weekend honderduit over hoe deze vakantie echte mannen van ons zou maken. Of beter gezegd: hoe de woest aantrekkelijke en ongetwijfeld zeer toegankelijke dames in Salou dit zouden doen.
Vol verwachting pakte ik samen met mijn moeder mijn hipste capribroeken en meest casual bloezen in, zodat ik het zwoele Spaanse nachtleven met gestrekt been in zou kunnen gaan.
Eenmaal in Salou aangekomen bleek het hoogseizoen nog niet begonnen te zijn. Dat verklaarde de spotprijs van onze reis. Bijkomend nadeel was dat de discotheken en bars grotendeels leeg waren. Het testosterongehalte rees echter wel de pan uit. Blijkbaar waren er door heel Europa jongemannen door vergelijkbare tv-programma’s naar dit hedendaagse Sodom en Gomorra gelokt.
We zagen weinig dames die vakantie, maar voor onze laatste avond kregen we een aanbieding van enkele proppers die dat in één klap goed zou gaan maken: “Ladies Night” bij discotheek Snoepy’s. De dames mochten gratis naar binnen en zouden worden opgewarmd door gratis alcoholische versnaperingen en mannelijke strippers. Vervolgens hadden wij als jagers onze prooi voor het oprapen. En dat voor maar 210 peseta’s (fl.20,- in die tijd). We betaalden maar wat graag en er werden high-fives uitgedeeld. Dit werd onze avond. Die bewuste avond stonden we met zo’n 250 gretige mannen voor de deur totdat we eindelijk binnengelaten werden. Op naar het paradijs. Mijn ogen moesten wennen aan de duisternis, maar zelfs toen dit gebeurd was, zag ik weinig tot geen vrouwen. Teleurgesteld raakte ik aan de praat met Johann, een Zweed met eveneens torenhoge verwachtingen. Aan het eind van de avond wisselden we adressen uit en we hebben nog altijd contact. Johann is getrouwd en heeft twee kinderen; ik woon nog bij mijn ouders op zolder. Mijn capribroeken draag ik nog altijd…
M.P. Weert
Witheet
Hij was de basgitarist van een dubieuze band met dito nummers. Ze traden die zwoele zaterdagavond in 1999 op in de enige kelderkroeg die ik kende.
Met elke meter die ik me door de menigte van springende, zwetende langharige mensen had geëlleboogd, werden zijn details duidelijker. Tatoeages op zijn magere blote bast, tientallen moedervlekken op zijn kale, gebogen hoofd waarvan hij het zweet regelmatig aan het plafond afveegde omdat hij dat nou eenmaal schampte. Het blacklight op het podium lichtte zijn glimlach op.
Toen ik hem dat na de show bij wijze van flirten toe stamelde in mijn beste dubbele tongs viel hij venijnig maar glimlachend over het woord ‘black’ en sloeg daarmee twee keer op zijn fragiele borst. Ik was die avond niet alleen in traptreden, maar ook in lathoogte enkele niveaus gedaald, zo bleek de volgende ochtend. Innig verstrengeld met de magere lat sijpelde de naakte waarheid binnen. De Keltische kruizen op zijn ribbenkast verloren hun onschuld bij het zien van de zwarte dubbele bliksemschicht in zijn lies.
In mijn bloedgang naar buiten scheurde ik de White Power poster van de binnenkant van zijn voordeur.
Nog nooit was ik zo dankbaar voor het bestaan van condooms.
Anna 38 jaar