Wat zou jij doen met… Wildplukken in de vrije natuur?

Nu de lente haar intrede heeft gedaan is ook het wildplukseizoen geopend. Onze voorouders deden het al: in de vrije natuur zoeken naar eetbare planten, paddenstoelen, noten en zaden.

Maar mag je in Nederland wel wildplukken? Wordt het niet veel te veel gedaan?
Het is verstandig om altijd bij bevoegde natuurbeschermingsautoriteiten te informeren naar de plaatselijke regelgeving. De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) heeft een aantal gedragsregels voor wildplukken opgesteld: heb respect voor de natuur, verstoor de planten- en dierenwereld niet en neem niet meer dan je nodig hebt. Maar houden de wildplukkers zich daaraan? Welke gevaren kleven aan het wildplukken?

Bosaardbeien, vlier, bramen, bosbessen, frambozen, hazelnoten, beukennootjes, tamme kastanjes, diverse kruiden en eetbare paddenstoelen, het is allemaal te vinden in de vrije natuur. Het is echter niet eenvoudig om giftige van niet-giftige paddenstoelen te onderscheiden. En wat als struiken langs de akkerrand bespoten zijn met landbouwgif? Of die heerlijke bosvruchten bezorgen je een besmetting met de vossenlintworm?

Diana Vossen

Diana Vossen (60), natuurvoedingsconsulent en herborist

De mens is van oorsprong een zaden-, noten- en vruchteneter. Hij leefde van wat hij tijdens zijn rondzwervingen vond. Gewoon wat bessen hier en wat noten daar. Als men (hoofd)pijn had, kauwde men op een stukje wilgenbast. Het wildplukken of leven van de natuur was hem niet vreemd.

Natuurlijk eten heeft zeker voordelen; smaakvoller, gezonder en niet gecultiveerd. Ook heeft het zijn tijd gehad om te groeien. De oermens wist precies wat wel en niet eetbaar was. Tegenwoordig is dit niet meer zo vanzelfsprekend. Wij hebben die kennis helaas niet meer. Dus we moeten ons gezonde verstand gebruiken. Het is bijvoorbeeld beter om niet in de wegbermen van drukke wegen of in een weiland waar de boer mest uitrijdt, te plukken. Mest waarvan je de herkomst niet kent.

Voordat je gaat wildplukken uit de bossen of je eigen tuin zijn er enkele basisregels. Pluk dat wat je voor eigen gebruik nodig hebt. Laat genoeg staan voor anderen, bijvoorbeeld voor de dieren die ervan moeten leven. 

Als je natuurlijk leeft, volgens de regels van de natuur, eet je in de zomer verkoelende sla en komkommer. In de winter stamppot met allerlei soorten wortels. Eten waar je warm van wordt. Natuurvoeding gaat terug naar de basis en helpt je gezonder te leven. 

Frank Speet

Frank Speet (63), fervent wildplukker

Wij zijn echte wandelaars. Ook fietsen we veel. In al die jaren hebben we steeds meer geleerd over de natuur. Dus: welke dieren leven er, welke vogels vliegen er rond en wat groeit er in het bos en langs wegen en paden. Daarmee kwam de interesse in wat wel en niet eetbaar is. Bramen en bosbessen herkent iedereen wel en zijn lekker om jam van te maken. Maar van vlierbloesem kun je heerlijke gelei maken. Daar proef je echt het voorjaar in!

Van Zweedse vrienden hebben we, daar op vakantie, cantharellen leren herkennen en plukken. Ook eekhoorntjesbrood en morilles herkennen we inmiddels goed. De hulp van paddenstoelengidsen is daarbij wel broodnodig.

Wat ook heerlijk is: daslook ofwel boerenknoflook. Daar staat onze tuin inmiddels vol van. Dat geldt ook voor bosaardbeitjes. En in een beek met zuiver water kun je vaak waterkers vinden. Lekker om soep van te maken of om in salades te gebruiken. En van brandnetel en andere kruiden maak je heerlijke risotto.

Onze laatste vondst is postelein. Dat staat bijvoorbeeld veel langs de Kazernelaan. 

Zo is er in de natuur heel veel te leren. Maar ons motto is: pluk niet in natuurgebieden en altijd alleen wat je zelf direct kunt gebruiken!

Lieke Verhoeven

Lieke Verhoeven (30), boswachter in Nationaal Park de Groote Peel

Het is heerlijk om tijdens een wandeling in de natuur bramen te plukken en op te peuzelen of een vers gemaakt kopje brandnetelthee te drinken. Ik krijg er altijd een dankbaar en ‘back-to-basic’`- gevoel van om te kunnen eten uit de vrije natuur. 

We wonen echter in een drukbevolkt land en veel natuurgebieden zijn beschermd dus daar mag je niet zomaar planten uit meenemen. Je hoeft natuurlijk ook niet ver van huis om wild te plukken, als je er eenmaal oog voor hebt, zie je overal eetbare planten! Staatsbosbeheer gedoogt wildplukken op eigen risico, maar alleen als je je aan bepaalde richtlijnen houdt: ga niet van de paden, pluk alleen kleine hoeveelheden voor eigen gebruik, verstoor geen dieren. En als je er ergens heel weinig van ziet, laat het dan staan. Weet wat je eet, en pluk met respect voor de natuur.

Ik heb me ooit laten vertellen dat veldbioloog Jac. P. Thijsse een goede vuistregel had voor het aanleggen van een herbarium. Als er 50 exemplaren van een bepaalde plant staan, kan je het 51e exemplaar plukken. Een mooie richtlijn, om te kunnen wildplukken maar ook genoeg om over te laten voor de vogels, insecten en andere dieren.