5 februari 2020 | Auteur: Ton Adriaens
Wat zou jij doen met: Vermenselijking van huisdieren?
Dreigt de liefde voor onze huisdieren door te slaan? Met enige regelmaat bezoek ik de Belgische kust. Op de boulevards daar zie ik dan meer hondjes dan kinderen in de buggy’s van langs paraderende dierenliefhebbers. Hondjes met jasjes aan en strikjes in het haar. Ook in Nederland is sprake van toenemende ‘vermenselijking’ van onze huisdieren. In oktober van het vorig jaar waarschuwde de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) hiervoor in een rapport aan minister Schouten. ‘Het vertroetelen van huisdieren leidt soms tot modegrillen die dierenonwaardig zijn, aldus het rapport. Zoals bedrijfsmatig fokken, fokken op extreme uiterlijke kenmerken, bijvoorbeeld bij doorgefokte mopshonden.’ Als voorbeeld van doorgeschoten dierenliefde schrijft de Raad dat 18 procent van de honden en 30 procent van de katten bij het baasje in bed slaapt. Volgens de RDA is dit niet wenselijk, omdat er gezondheidsrisico’s kunnen ontstaan. De raad waarschuwt voor ziektekiemen die van huisdier op mens kunnen worden overgedragen. Volgens hondentrainer Martin Gaus is er echter niks mis met slapen met je huisdier. Hij doet het zelf ook. Toch lijkt de soms grenzeloze liefde van de mens voor zijn huisdier de liefde voor eigen kinderen of levenspartner te overstijgen. Zijn we aan het doorslaan? Brengt deze vermenselijking risico’s met zich mee?
WAT ZOU JIJ DOEN MET…?
Een hond is, net als een mens, een zoogdier. Maar een hond is geen mens. In de omgang met onze honden is het belangrijk om te allen tijde het welzijn van de hond voorop te stellen en rekening te houden met wat een hond nodig heeft. Een hond moet hond kunnen zijn.
Een voorbeeld. Een hond beleeft de wereld in geuren, zo vergaart hij informatie. Uitgebreid kunnen en mogen snuffelen tijdens een wandeling is dan ook een echte hondse behoefte. Een andere behoefte van de hond is om mentaal uitgedaagd te worden. Bij activiteiten als speuren of lekkers zoeken in een puzzel moet de hond zijn neus gebruiken, maar wordt hij ook mentaal uitgedaagd. Een echte win-win situatie voor de hond maar ook voor de baas. Het is namelijk heel leuk om dat samen te doen en het versterkt de band met je hond. Kleding voor een hond kan wat mij betreft alleen als het functioneel is. Voor oudere honden en bepaalde rassen is bijvoorbeeld een hondenjas tijdens de koude dagen echt geen overbodige luxe.
Mijn hond Skye is echt een volwaardig lid van ons gezin, maar met zijn eigen behoeften. Wij zorgen ervoor dat hij gewoon lekker hond kan zijn!
Vermenselijking van huisdieren zie ik in meerdere vormen. Een daarvan is het fokken van honden en katten met korte, platte snuiten zodat het er schattig uit gaat zien. De gezondheidsproblemen die hierdoor kunnen ontstaan zijn niet gering: benauwdheid, maag- en slokdarmproblemen. Ook wordt er nogal eens voorbijgegaan aan het feit dat fokken van honden met te korte poten of een te steile stand van de achterpoten verhoogd risico geeft op letsel aan ellebogen en knieën. Reflecterend aan wat de mens mooi vindt, wordt er nog wel eens ‘ongezond’ gefokt met dierenleed als gevolg. Daarnaast zie ik ook gedragsproblemen ontstaan bij vooral honden die benaderd worden alsof ermee overlegd kan worden. Het gebeurt dan dat honden onzeker worden of juist hoger in de rangorde komen, omdat er niet gezegd wordt wat hun plaats is. Afgezien van het feit dat dit onaangepast gedrag kan geven als grommen, bijten of binnen plassen, wordt een hond daar niet gelukkig van. We schieten ons doel voorbij! De diergeneeskunde heeft bijna alle mogelijkheden van de humane geneeskunde. Maar moeten we zover gaan met onze huisdieren? De eigenaar moet beslissen. Ik kan alleen adviseren dat daarbij het welzijn van het dier voorop hoort te staan, zowel tijdens als ook na de behandeling. Dit is een grote verantwoordelijkheid want er kan niet worden overlegd met de patiënt. Mensen kunnen wel zelf hun keuze maken, maar wij kunnen niet denken als een dier.
Ik werk al bijna 20 jaar voor defensie met bewakingshonden die getraind zijn op mensengeur. Als mijn diensthonden met pensioen gaan, worden het mijn huishonden. Ze zijn allemaal vrij oud geworden. Dat dieren ouder worden heeft vaak te maken met de hulp van dierenartsen. Dit hoort misschien ook wel bij vermenselijken? Ze eten altijd brokken. Van nature is dit geen hondenvoedsel. Honden worden gefokt en dit eetpatroon past ook beter in onze leefwijze.
Mijn honden liggen bij mij op de bank op hun deken. Het zijn roedeldieren en ik merk dat ze graag dicht tegen mij aan liggen. Maar als ik bezoek heb dan moeten ze er vanaf. En eraf is eraf! Mijn honden moeten goed luisteren. Ik ben de baas. Demi is nu mijn huishond en Willem mijn diensthond. Als hij met pensioen gaat, mag hij ook bij mij komen wonen. Ik heb mijn honden wel eens schoentjes aangedaan om ze beter grip te geven in de sneeuw of vanwege het strooizout bij wondjes. Je hart voor dieren maakt al snel een ‘menselijke’ keus. Maar nageltjes lakken, haren verven, mee in bad, kleertjes aan, dragen in een tasje; het gaat mij allemaal te ver.
Het is ziekelijk eigenbelang van fokker en koper als doorgefokte honden worden verhandeld omdat ze er ‘schattig’ uitzien. Het dierenleed wordt totaal vergeten. Voor mij onbegrijpelijk!