Wat zou jij doen met… Mensenmelk?

De genderneutrale opvoeding is al behoorlijk ingeburgerd in Nederland. Ouders laten hun kinderen steeds vaker vrij in hun keuzes voor speelgoed en kleding.
Neuropsycholoog Jelle Jolles van de Vrije Universiteit in Amsterdam: ‘Meisjes die alleen met My Little Pony mogen spelen, krijgen geen enkele vaardigheid in zaken die als jongensachtig worden gezien, zoals b.v. ruimtelijk denken. Andersom leren jongens die alleen met autootjes spelen minder goed communiceren en samenwerken.’

In de Brighton and Sussex University Hospitals in Engeland is een genderneutraal taalbeleid ingevoerd. Omdat ook transgenders moeder kunnen worden, en ook homostellen een kind kunnen krijgen heet moedermelk daar nu mensenmelk, borstvoeding borstkasvoeding en patiënten die liever geen moeder worden genoemd worden aangesproken met ‘bevallende ouder’.
Dat zijn erg grote stappen in het gebruik van genderneutrale taal. Bij veel mensen roept dit weerstand op.

Bij de Hema zijn de aanduidingen ‘jongen’ en ‘meisje’ van de verpakkingen verdwenen. Ze verkopen er uitsluitend genderneutrale kinderkleding. De Nederlandse Spoorwegen spreken treinreizigers niet meer aan met ‘Dames en heren’ maar met het inclusieve ‘Beste reizigers’. Een goede ontwikkeling? 

‘Doorgeslagen correctheid’ vinden de tegenstanders. Voorstanders vinden het belangrijk dat iedereen zich herkent in onze taal. Als een minderheid zich er prettiger bij voelt, waarom zou de meerderheid daar dan niet in meegaan? Het zorgt toch voor meer gelijkheid tussen mensen als bepaalde rolpatronen of stereotypering worden vermeden?

Jurella Kleinmoedig


Jurella Kleinmoedig (46), gemeenteraadslid en bestuurslid B·Sassy

Dit thema vermijd ik normaliter in mijn sociale kringen. Niet omdat ik de discussie inhoudelijk uit de weg wil gaan, maar juist omdat deze niet te voeren is. “Genderneutrale” taal brengt verandering in diepgewortelde gewoonten en aannames, waardoor een gesprek daarover puur door emotie wordt gevoed. Ik ben niet tegen de klassieke genderdefinities ‘man en vrouw’. Ik vind zelf dat deze moeten blijven; anders sluit je een grote groep uit en daarnaast zijn er veel mensen die zich trots man of vrouw willen noemen. Denk bijvoorbeeld ook aan transgenders die er trots op zijn dat zij zich man of vrouw kunnen voelen en zijn. 

Wel is het belangrijk dat er een inclusieve taal komt, die iedereen de ruimte biedt om zichzelf te zijn. De stap van NS bijvoorbeeld is juist heel goed, “Beste reizigers”, pats boem, dan heb je iedereen te pakken. Daartegenover heb je de maatregelen van Brighton and Sussex University, die wat mij betreft te ver gaan. Borstkasvoeding in plaats van voeding. Waarom niet gewoon voeding of babyvoeding. Waar de grens ligt, weet ik niet. De discussie moet maatschappelijk nog gevoerd worden.

Ik hoop dat we een zwartepietendiscussie op het gebied van gender hierin kunnen voorkomen, want dit zorgt juist voor meer afstand in plaats van meer inclusiviteit. Het gaat er uiteindelijk om dat iedereen de ruimte heeft om zichzelf te kunnen zijn. 

Petra van Dijk

Petra van Dijk (59), coach bij Coach Connect in Nijmegen

Als coach werk ik met transgender personen en regelmatig krijg ik indirect te maken met de weerstand die mijn cliënten ondervinden. Als je in je omgeving en op je werk aangeeft dat je in transitie gaat (man naar vrouw, vrouw naar man of een non-binaire identiteit) krijg je vaak te maken met weerstand. Terwijl de persoon zélf door een uitdagende en soms moeilijke periode gaat, kunnen veel mensen daar geen begrip voor opbrengen. Spot, roddel, foute grappen tot zelfs uitsluiting komen vaak voor. Door alle weerstand kun je zelfs ziek thuis komen te zitten of je baan kwijtraken. 

Mensen worden van oudsher biologisch ingedeeld in twee categorieën, man of vouw. Echter, mensen zijn zoveel meer dan alleen maar het biologische lichaam. Sommige mensen voelen zich niet prettig bij het maatschappelijke concept van man of vrouw zijn. En als je tot de conclusie komt dat je jezelf niet herkent in man of vrouw zijn dan heb je een non-binaire identiteit. Daar past dan ‘HIJ’ of ‘ZIJ’ niet bij. De meeste mensen identificeren zich als man of vrouw, en omdat dit de norm is worden mensen die afwijken van die norm weggezet als ‘raar’.

Zullen we gewoon eens proberen om elkaar te accepteren en minder te oordelen?

Hanneke van Eijk

Hanneke van Eijk (31), docente voortgezet onderwijs 

Iedereen vindt het een fijn gevoel om ergens bij te horen en ik kan me voorstellen dat het ingewikkeld wordt als je jezelf niet in een bestaand hokje kunt plaatsen. Met dat in mijn achterhoofd vind ik het goed dat we afstappen van stereotypes en mensen gewoon mensen laten zijn. Als dat betekent dat we bepaalde termen veranderen, lijkt me dat een kleine moeite. Om eerlijk te zijn, was de verandering op de stations mij niet eens opgevallen. Waarom zou ik er dan een probleem mee hebben? Zeker als het voor een ander juist als prettig wordt ervaren. 

Wat ik lastig vind, is als er overdreven aandacht aan wordt besteed of het juist als een probleem wordt neergezet. Mensen die bij het voorstellen al aangeven dat ze met zij/haar aangesproken willen worden, om maar duidelijk te maken dat zij niemand willen uitsluiten en open-minded zijn, vind ik overdreven. Misschien is dat mijn nuchtere Hollandse “doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg” mentaliteit, maar ach. Laten we er geen groot ding van maken. Om talen en samenlevingen in leven te houden, moeten deze blijven veranderen. Misschien is dit alles even wennen, maar op de lange termijn juist goed?