Van jeugdzorg naar onderwijs

Charlotte Vrancken, 35 jaar, partner van Kris en moeder van Eden (3) en op het moment van dit interview hoogzwanger van haar tweede zoontje. Charlotte leefde 12 jaar (bijna) alleen maar voor haar werk in de jeugdzorg. “Maar op bepaalde momenten in je leven gebeuren er dingen waardoor je andere inzichten krijgt en je je tijd en energie anders moet gaan verdelen”, aldus Charlotte. 
Ze kreeg een gezin maar ook de reorganisatie in de jeugdzorg speelde een rol. Inmiddels werkt ze bijna een jaar als onderwijsassistente op basisschool De Glundering in Haelen.

Passie voor jeugdzorg

Die ontdekte Charlotte eigenlijk pas toen ze vanuit haar opleiding SPH (Sociaal Pedagogische Hulpverlening) stage ging lopen bij de Mutsaersstichting, een centrum voor jeugdzorg, GGZ, welzijn en onderwijs. Het had weinig gescheeld of ze had de SPH niet afgerond. “Met de opleiding zelf had ik weinig, maar mijn vader zei tegen mij: ‘als je anders niet weet wat je wilt gaan doen, maak het dan maar af, want het past wel bij je’. En gelijk had hij. In die 12 jaar heb ik alle facetten van de jeugdzorg doorlopen. Denk aan jeugdpsychiatrie, zowel vrijwillig als gedwongen kader. Hierna de 24-uurszorg binnen de gehandicapten- en jeugdzorg. Je werkt dan met een groep jongeren die ieder hun eigen hulpvraag hebben. Deze hulpvraag komt veelal voort uit een psychiatrische-, en/of gedragsproblematiek. Deze jongeren lopen vast in hun dagelijks leven en zijn op dat moment niet in staat om thuis te blijven wonen.”

Iedereen is anders en dat is heel interessant

Charlotte vervolgt: “Wat maakt het dat je bent, zoals je bent? Wat maakt het, dat je je zo gedraagt? Dat boeit mij enorm en nog steeds, ook in het onderwijs waar ik nu werk. Vaak speelt de gezinssituatie of de omgeving waarin het kind opgroeit hierin een rol. Ook krijg je te maken met kinderen met een traumaverleden. Als je iets voor die kinderen kunt betekenen, een stukje hulp en veiligheid kunt bieden, dat geeft mij voldoening. En dat zit ‘m vaak in hele kleine dingen.”

Meer in het leven dan werken

“Toen ik alleen was, hoefde ik alleen voor mezelf te zorgen en maakte ik veel uren voor mijn werk. Maar door onder andere mijn gezin, kwam het besef dat er meer in het leven is dan het werk. Daarnaast heeft de transitie in de jeugdzorg meegespeeld in mijn keuze om iets anders te gaan doen. De organisatie van de jeugdhulp en daarmee ook de budgetten, zijn van landelijk overgegaan naar de gemeenten. Naar mijn mening ging het geld hierdoor een grotere rol spelen en dit had een negatieve invloed op het inrichten van de hulpverlening en zorg. Zo ook op de werkdruk en op de veiligheid van zowel de medewerkers als de cliënten. Door een te hoge werkdruk ging je dingen afraffelen. De echte aandacht voor de cliënt ging eraan onderdoor. Je deed je best, maar ik had het gevoel dat ik tekortschoot en dat vond ik heel frustrerend.”

Naar het basisonderwijs

In de laatste 2 jaar van haar werk in de jeugdzorg had Charlotte een ambulante functie en ondersteunde ze kinderen met een extra hulpvraag in het basisonderwijs. Zo kwam ze in aanraking met het reguliere onderwijs en merkte dat dit haar weer een heel nieuwe energie gaf. “De dynamiek in het reguliere onderwijs en het enthousiasme en leergierigheid van kinderen vind ik erg leuk”, geeft Charlotte aan. “Ik ben toen met een leraar aan de praat geraakt en hij gaf aan dat ze mensen zochten. Dus heb ik de stoute schoenen aangetrokken en ben gewoon eens gaan kletsen. Met de school en het team had ik meteen een goede klik. Met mijn pedagogische achtergrond en ervaring kan ik iets extra’s brengen. Maar in het didactische (onderwijzende) gedeelte ben ik lerende. Na 12 jaar ga je totaal iets anders doen en dat maakt mij soms onzeker. Maar die onzekerheid motiveert mij weer om bij te leren. Bij mijn jongere collega’s zie ik het ‘hongerige’ en ‘alles voor je werk doen’ terug dat ik zelf had toen ik in de jeugdzorg begon. Dat heb ik niet meer op die manier, maar wat ik doe, doe ik vol overgave.” 

Balans werk en privé

“Wat ik nu doe past beter bij mij en mijn gezin, maar de balans tussen werk, gezin en privé goed houden, blijft belangrijk.” Als ik Charlotte vraag wat haar grootste uitdaging is, geeft ze aan: “Dat ben ikzelf. Het is de aard van het beestje. Ik leg de lat altijd hoog en ben streng voor mezelf. Goed om af en toe stil te staan en bewust te genieten van het ouderschap, van mijn werk en iets leuks doen.”