Van de kappersstoel naar de tandartsstoel

Wilma Hartogs is 38 jaar en een ‘echt maegdje van Bosseve’ waar ze nu ook woont met haar man Henrie, dochter Lize (11) en zoon Fabian (6).
Na 20 jaar als kapster gewerkt te hebben, switchte Wilma vorig jaar van beroep en ging als tandartsassistente aan de slag. Als vaste klant in Wilma’s kappersstoel was ik verrast door haar keuze, maar ook nieuwsgierig naar haar verhaal. Dus werd het tijd om samen eens een kop koffie te doen.

“Als ik over 20 jaar nog bij De Kapper zou werken, zou ik het nog steeds heel fijn vinden: de salon, de collega’s, de klanten,” geeft Wilma aan. “Door corona moesten kappers echter tot drie keer toe dicht. Je mocht helemaal niets, dus ik had veel vrije tijd en dan ga je nadenken. Ik was nieuwsgierig naar andere dingen en of ikzelf nog iets anders kon leren. Wat dat ‘anders’ moest zijn, wist ik niet. De zorg heeft mij altijd wel aangetrokken. Niet het daadwerkelijk verzorgen van mensen, maar het dienstverlenende aspect ervan en het contact met mensen.”

Geen barbiepop veilig

“Op de basisschool wist ik al dat ik kapster wilde worden. Geen barbiepop was in die tijd veilig bij mij en kreeg een creatief geknipt kapsel.” Na de basisschool ging Wilma naar het Bisschoppelijk College, maar dat was niet haar ding. Wie Wilma kent, weet dat haar gezellige babbel niet vaak stil staat. Focus op studie was lastig. Daarom vervolgde Wilma haar opleiding op het Kwadrant, die school had toen net de richting verzorging. Dat paste beter bij haar net als haar plannen om naar de kappersschool in Eindhoven te gaan. Vanuit die opleiding kwam ze als 17-jarige stagiaire terecht bij De Kapper aan de Muntpromenade in Weert. “Je begint met wassen – niet de haren, maar de handdoeken – WC poetsen en de vloer vegen,” lacht Wilma. “Je moet eerst laten zien wat je kunt en je wordt niet zomaar losgelaten.” Nieuwsgierig of er ooit iets is misgegaan met knippen of een kleurtje? Wilma: “Ooit heb ik mijn broer in zijn oor geknipt en daar houdt hij mij nog steeds mee voor de gek. Maar verder ging het altijd goed.”

Altijd lente in de ogen van …?

Wilma: “Henrie zag in een krantje een oproep van Dental Clinics in Stramproy om je aan te melden als zij-instromer. De manager daar kende ik toevallig. Dat maakte het makkelijker om te bellen en een keertje mee te draaien in de praktijk. Ik had daar meteen een leuke klik. Toen kwam het moment dat ik een keuze moest maken; dat vond ik heel lastig. Tijdens de zomervakantie kreeg ik een voorstel van Dental Clinics. Het hielp dat ik letterlijk op afstand zat en er van die afstand tegenaan kon kijken. Op dat moment heb ik tegen mezelf gezegd: ‘let’s go’ – ik ga het gewoon doen.”

Bij het begin beginnen

Sinds oktober 2022 werkt Wilma als tandartsassistente en is ze gestart met de daarbij horende interne opleiding en het volgen van online-modules. “In het begin mag je alleen meekijken”, geeft Wilma aan. “Dat was erg wennen voor mij. Je komt uit een vak en een omgeving waar je alles weet en kent. En nu weet je niets en moet je alles vragen.
De theorielessen zijn heel breed: van dossiervoering en het privacy-beleid tot de röntgentheorie. Ik dacht ‘die opleiding doe ik wel even tussen de soep en aardappelen’ maar dat viel tegen. Nu plan ik de theoretische stof rond mijn werk en gezin en dat gaat veel beter.”

Overeenkomsten kapper en tandartsassistente

“In beide beroepen ontvang je mensen vriendelijk en stelt ze gerust. Daarnaast hebben beiden het zorg- en sociale aspect,” aldus Wilma. Verschillen? “Nu ben ik dienend aan de tandarts. Als kapper werk je zelfstandig en zorg je voor een klant van ‘kop tot staart’. Als tandartsassistent ben je onderdeel van het totale behandelproces voor een patiënt. Verder ben ik nu in de weekends vrij en dat vindt het thuisfront ook fijn.”

Mis je ook iets? “Mijn collega’s van het kappersteam,” vervolgt Wilma. “Maar die zie ik iedere maand. Dan ga ik als een prinses in de stoel zitten en laat me lekker door hen verwennen, terwijl we gezellig kletsen. Daarnaast mis ik ook wel de dynamiek van het werken in de stad. Een ommetje door de Beekstraat, onderweg een praatje maken of een borreltje na het werk op zaterdag.
Heb je gevonden wat je wilde? “Ik zocht totaal ander werk, het kappersvak was ik niet moe, maar ik was nieuwsgierig naar iets anders. En het leuke van mijn huidige werk vind ik dat er allerlei richtingen zijn die je op kunt gaan. Dus er is nog veel te ontdekken.”