5 februari 2020 | Auteur: Ton Adriaens
Ut maegdje vanne preens
Zonder enige voorkennis meld ik mij twee dagen vóór de uitroeping van Tim Jacobs als preens vanne Rogstaekers 2020 op Vrouwenhof 22 in de wijk Leuken. Enkele uren eerder heb ik het adres doorgekregen waar ik de echtgenote/ vriendin/ partner van in het diepste geheim een interview mag afnemen. Myrthe Peeters (26) doet de deur open. Mijn mond valt open van verbazing. Ik ken haar als enthousiaste medewerkster aan de De Boonte Femiêliemiddig van V.V. De Rogstaekers en fervent vastelaovendjveerder. Na een moment van bezinning is mijn eerste gedachte: ‘Dit gaat helemaal goed komen!’ Om snel een eerste indruk te krijgen had ik als basis voor het interview met een onbekende een lijstje gemaakt met 11 vragen. Laat ik daar toch maar mee van start gaan.
Wie is Myrthe Peeters? Stel jezelf eens voor aan de lezers van Weert Magazine.
“Ik ben geboren en getogen op de Boshoverbeek. Daar heb ik mijn kinderjaren doorgebracht. Een leuke, gezellige buurt waar ik met vriendjes en vriendinnen buiten speelde. Een buurt ook die erg carnavals-minded was.
Na de basisschool ging ik naar de Philips van Horne terwijl het College om de hoek lag maar ik wilde persé naar het tweetalig onderwijs dat daar toen van start ging. Na het gymnasium ben ik in Maastricht geneeskunde gaan studeren, heb daar in 2017 mijn artsenbul behaald en zit nu in de afrondende fase van mijn opleiding tot huisarts. Ik heb bewust gekozen voor de specialisatie huisarts vanwege de afwisseling. Het ene moment begeleid je mensen in hun laatste levensfase en in een ander moment krijg je een knuffel van een kind van zes waarvan je de waterwratjes ‘hebt laten verdwijnen’. Momenteel ben ik werkzaam in een huisartsenpraktijk in Vlodrop en dat bevalt mij prima. Het liefst wil ik straks als zelfstandig huisarts werken in de buurt van Weert omdat ik hier graag wil blijven wonen maar in de supermarkt of tijdens het op stap gaan met carnaval wil ik liever geen patiënten tegenkomen. Na de middelbare school had ik het voornemen om de wereld te veroveren en mijn heil buiten Weert te zoeken maar dat gevoel is totaal verdwenen. Als ik nu richting Weert rij en ik zie de Martinustoren denk ik: Goh, mijn stadje, hier liggen mijn roots, hier wil ik blijven, hier ben ik gelukkig.”
Hoe definieer jij geluk? Wat maakt jou gelukkig?
“Ik ben heel gelukkig in mijn werk en ik heb ook leuke hobby’s die mij gelukkig maken. Paardrijden doe ik al vanaf mijn achtste, geef af en toe ook paardrijles. Dit jaar doe ik voor de dertiende keer mee aan De Boonte Femiêliemiddig. Verder doe ik aan stijldansen bij Judith’s Dance Point maar het is vooral ook Tim die mij gelukkig maakt. Tim is gewoon een fijne vent. Ik heb het echt getroffen met hem. Hij doet oprecht zijn best om mij gelukkig te maken.”
Hoe zit je in elkaar? Wat typeert jou?
“Ik leg voor mezelf de lat vrij hoog omdat ik het uitdagend vind tegen de grenzen van mijn kunnen aan te schuren. Dat verwacht ik ook (te) vaak van anderen. Ik sta positief in het leven maar kan toch ook af en toe een doemdenker zijn. En dan in die zin dat ik in bepaalde situaties al analyserend alles wat mis kan gaan de revue laat passeren. Ik ben absoluut een doorzetter maar ben ook voorbereid op eventuele valkuilen. In mijn werk kan dat een voordeel zijn. Als ik een diagnose stel en daarnaar handel heb ik ook een plan B in mijn achterhoofd. Als huisarts moet je meerdere opties paraat hebben. Nu schiet me te binnen dat ik respect heb voor mensen die vanuit intuïtie kunnen handelen. Dat vind ik gewoon knap. Ik moet afwegend en beredenerend tot een beslissing komen. Dat heb ik al van kinds af aan. Bij de keuze tussen een rode of blauwe trui kon ik de lijstjes met vóórs en tegens bij wijze van spreken uitschrijven waarop mijn ouders besloten ze maar alle twee te kopen.
Mijn perfectionisme en het aan verwachtingen willen voldoen is mijn grootste valkuil. Dat zit er al van kleins af aan in. Misschien komt dat gedeeltelijk door het feit dat ik tien weken te vroeg geboren ben. Mijn moeder had het HELLPsyndroom en er werd voor zowel haar als mijn leven gevreesd. Wonder boven wonder hebben we het allebei gered maar er werd rekening gehouden met ontwikkelingsachterstanden bij mij. Toen daar later totaal geen sprake van bleek, in tegendeel zelfs, werd ik toch beschouwd als een bijzonder kind met bijzondere mogelijkheden. Dat geeft onbewust een bepaalde druk.”
Kun je een hoogtepunt in je leven benoemen?
“Als je één hoogtepunt kiest, doe je jezelf tekort. (Als ik aandring valt er een lange stilte waarna Myrthe zichtbaar ontroerd raakt. Ze wikt en weegt en besluit openhartig te vertellen over een emotionele gebeurtenis die haar diep geraakt heeft.) De coming-out van mijn zusje enkele jaren geleden heeft diepe indruk op mij gemaakt. Ik voelde de worsteling en de pijn die zij had doorgemaakt maar zag ook de last die van haar afviel. Dat was een emotioneel moment voor haar maar ook voor mij. Het was vreugde en verdriet ineen. Ik vond het verschrikkelijk erg dat zij hier zo onder geleden had. Dat ik dit met haar mocht delen, die band tussen twee zussen, de opluchting, het was overweldigend.
Wat vind jij belangrijk in het leven?
“Voor mij is er niets belangrijker dan mijn familie. Ik heb met een beperkte selecte groep mensen een echt diepe onvoorwaardelijke band. Dat zijn de mensen waarvoor ik door het vuur ga. Maar in het algemeen, ergens bij horen is belangrijk. Dat kan een vriendenkring, een werkkring of een sportclub zijn waarin er sprake is van saamhorigheid, samen iets doen.”
‘UT MAEGDJE VAN’
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
“Op enig moment kwam Tim bij De Boonte Femiêliemiddig en we kregen een heel goede vriendschappelijke relatie maar het kwam totaal niet in mij op dat het een serieuze levenspartner zou kunnen worden. Achteraf hoorde ik dat hij al jaren smoorverliefd op mij was. Vijf jaar geleden troffen wij elkaar bij toeval in de Zoeepkoel in Venlo en plotseling sprong de vonk over. Sinds tweeënhalf jaar wonen we samen.”
Waarin verschillen jullie van elkaar en waarin vullen jullie elkaar aan? “Tim is meer van ‘eerst doen en dan denken’ terwijl ik eerst denk en dan doe. Dat vult elkaar op de juiste momenten prima aan. Ik ga met carnaval de deur niet uit voordat de schmink in orde is, passend bij ‘ut pèkske’ maar Tim trekt het liefst op het laatste moment iets uit een kast en gaat op stap. Ik heb steeds meer ‘de broek aan’ in onze relatie dus qua outfit heb ik hem wel een beetje in mijn richting geduwd. Hij is wat makkelijk in de omgang en geeft alleen tegengas als het werkelijk belangrijk voor hem is. We zijn wel allebei op onze manier gedreven in wat wij doen. Tim kan goed relativeren en mij af en toe in mijn ‘doemdenken’ afremmen.”
VASTELAOVENDJ
Wanneer en hoe werden jullie gevraagd dit avontuur aan te gaan?
“Begin november kwam ik thuis van mijn werk en toen lag er een foto op tafel van de Rogstaekerspreens met Tims foto daarin gefotoshopt. Hij was toen actief in de commissie die voor voetbalclub DESM op zoek was naar een prins. Mijn eerste gedachte was dan ook: ‘Nee hè, ga je het nou zelf doen?’ Toen het besef doordrong dat hij door de Rogstaekers gevraagd was, sprong ik een gat in de lucht. We hebben er een fles champagne op opengetrokken en de volgende dag meteen laten weten dat het een volmondig ‘ja’ was.”
Hoe verliep de voorbereiding?
“We hadden het door de goede begeleiding van de prinsenbegeleiders al snel op de rit staan. Wel maakten we ons een beetje zorgen over het kiezen van de adjudanten. Dit gebeurde in het verleden pas na de uitroeping. Gelukkig bleken de Rogstaekers hun protocol te hebben aangepast. We mochten al vanaf nieuwjaar vrienden daarvoor benaderen en samen met hen de verdere voorbereiding regelen. Dat gaf ook wat rust. De smokings voor de heren en de kleding van de dames werden besteld. Een van de adjudanten woont in Utrecht en daar hebben we jassen op maat laten maken. Dat zou hier in de buurt te veel opgevallen zijn.
Het devies en de onderscheiding waren voor ons al snel helder. Ook voor Tim is het saamhorigheidsgevoel erg belangrijk. Samen hart voor de vastelaovendj hebben, maar ook wij hebben elkaars hart gevonden tijdens carnaval. Zo kwam de ‘Orde van ut Vastelaovendjhert’ tot stand onder het devies ‘Volgtj eur hert; Vastelaovendj same!”
Je bent een vastelaovendjveerder in hart en nieren. Waar is de kiem daarvoor gelegd?
“Mijn ouders namen ons altijd al mee naar carnavalsvieringen in Weert en Nederweert. Mijn moeder komt uit het Pinmaekersrieek en mijn opa is daar zelfs prins geweest. Oma heeft jarenlang de carnavalskleding voor ons gemaakt. Het is mij met de paplepel ingegeven.
Samen met Lissy Vialle heb ik onder de naam ‘de koont tieëge de krup’ enkele jaren meegedaan aan de optocht. Zij weet op dit moment nog niet dat het dit jaar niet door gaat. Ons motto voor dit jaar was al klaar en we hebben daarvoor al prachtige bontjassen besteld. Ook hebben we een act in gedachten maar helaas … ik sta bij Tim I op de prinsenwagen!”
EEN UITGESPROKEN MENING
Het volksfeest ‘vastelaovendj’ met zijn straatcarnaval en buurtfeesten wordt steeds verder teruggedrongen door de concurrentie van oktoberfesten en een groot aanbod van ander vertier. Dreigt carnaval ten onder te gaan?
“Dat carnaval verloren gaat, geloof ik niet. Het is wel aan verandering onderhevig maar dat hoeft niet negatief te zijn. Wat ik heel belangrijk vind is dat we de jeugd blijven enthousiasmeren voor carnaval. Daarom vind ik De Boonte Femiêliemiddig en de Wichteroptocht zo belangrijk. Ook het ‘plat kâlle’ mag niet verloren gaan. Als ik een Weertenaar het woord ‘jullie’ hoor gebruiken doet me dat pijn in heel mijn lijf.”
Je bent een zelfbewuste jonge vrouw met een uitgesproken mening, ongetwijfeld ook over de positie van de vrouw. Hoe zie jij jouw rol de komende tijd?
“Het draait natuurlijk allemaal om Tim. Ik heb wel moeten slikken toen ik in de protocollen van de Rogstaekers iets las van ‘wij zijn allemaal dienstbaar aan de prins’. Dat botste toch even met mijn feministisch ego. Maar het is carnaval hè. We moeten het vooral niet te serieus nemen. We gaan gewoon samen genieten.