Thijs van Heugten: Ultrarunner en gezondheidsfreak

Thijs van Heugten (68), heeft in zijn leven hoge toppen bereikt en is door diepe dalen gegaan. Tijdens het interview benadrukt hij meerdere keren ervoor te waken dat zijn ‘toppen’ niet te ‘opschepperig’ overkomen. Daar heeft hij een hekel aan, aan dikdoenerij.
Ook wordt duidelijk dat hij eerlijkheid en oprechtheid heel belangrijke waarden vindt. Hij blijkt enkele malen behoorlijk teleurgesteld te zijn door mensen waarvan hij dacht dat ze betrouwbaar waren.
Nu leeft Thijs, samen met zijn vrouw Wilma, in betrekkelijke eenvoud maar intens tevreden en straalt hij een positieve levenshouding uit. Hij schildert prachtige portretten, exposeert daarmee in heel het land, levert extreme sportprestaties, beoefend yoga en mediteert dagelijks.
Een ideale mooimens in deze uitgave van Weert Magazine.

Kleindochter Storm (bijna 5) geniet van tekenles met opa.

Dagritme

Iedere dag is Thijs bezig met gezondheid, voeding en sport. Zijn biologische klok maakt hem om half vijf wakker. Dan doet hij, in bed nog, een half uur ademhalingsoefeningen. Na een koude douche volgen yoga en meditatieoefeningen op een matje in de woonkamer. Dan naar het zwembad om elke morgen bij zwemclub de IJsberen zijn baantjes te trekken. Er volgt een kopje koffie thuis en dan naar de fitness. Wekelijks zwemt hij het hele jaar door in buitenwater.

Hij eet slechts twee maaltijden per dag. Om een uur ’s middags: eiwitten, oliën en fruit. ’s Avonds een soepje, een boterham met kaas en wat groenten en fruit. Iedere avond na het eten maakt hij samen met Wilma een wandeling en drinken ze ergens een cappuccino. Schilderen, schaken en hardlopen maken de dag verder compleet. Tegen acht uur gaat hij naar bed.

Maar laten we bij het begin beginnen. Waar en in welke gezinssituatie ben je opgegroeid?

Ik ben een ‘nakomer’ in een gezin met vier kinderen en groeide op in de wijk Keent. Door mijn drie oudere zussen en mijn moeder werd ik behoorlijk verwend. Met mijn moeder heb ik altijd een heel bijzondere band gehad. De relatie met mijn vader was stroef. Voor zijn werk was hij de hele week van huis. Als hij in het weekend thuiskwam was de sfeer meteen anders. Van mijn moeder mocht ik alles, van hem bijna niets. Na de lagere school ging ik naar de grafische school in Eindhoven. Ik kon goed tekenen en wilde daarna naar de kunstacademie in Den Bosch, was er zelfs aangenomen maar mijn vader vond dat helemaal niks. Het werd lithograaf bij Smeets Drukkerijen in Weert. Het beviel me daar niet, vooral vanwege de stiekeme spelletjes die er gespeeld werden en het ‘achter de ellebogen-werk’. 

Marinier

Ik werd opgeroepen voor militaire dienst en koos al op de keuring in Roermond voor de marine en het elitecorps mariniers. Die uitdaging, dat avontuur wilde ik aangaan. In het marine-opleidingskamp Hollandsche Rading kwamen er van de honderd kandidaten een tiental door de keuring voor de marine. Dat was al een overwinning voor mij. Van dat tiental mochten er slechts een paar naar de keuring voor marinier. Ook daar kwam ik tot mijn verbazing doorheen. De karaktervorming als marinier is voor mij levensbepalend geworden. Kameraadschap, honderd procent op elkaar kunnen vertrouwen, discipline, ik genoot ervan. De lat steeds hoger leggen en geen enkele uitdaging uit de weg gaan, werd mijn devies.
Ik werd uitgezonden naar het Caraïbisch gebied. Dat viel in het begin behoorlijk tegen. Ik had heimwee. Onder de douche, zodat niemand het zag, huilde ik mijn verdriet weg. Uiteindelijk werd het een fantastische tijd. Veel bijzondere dingen meegemaakt en soms in hachelijke situaties terecht gekomen. Confrontaties met kapers staan me nog helder voor de geest.

Het uitgaansleven was geweldig. Ik trok regelmatig op met Amerikaanse mariniers die uit Vietnam waren teruggekeerd. In een kroeg werd ik, samen met een groep Amerikanen, door een ronselaar benaderd. Het scheelde niet veel of ik was als huurling naar Tsjaad gegaan.  Gelukkig was ik nog nuchter genoeg om het aanbod af te slaan.
Ik werd vaak gestraft omdat ik toch een beetje een bandiet was en streken uithaalde. Maar onder kameraden geldt ‘een woord een woord’ en ‘afspraak is afspraak’. Dat standpunt hanteer ik nog steeds. Als nu iemand bij mij een kwartier te laat op een afspraak komt hoeft het voor mij niet meer.
De lijfspreuk van mariniers is: ‘Eens een marinier, altijd een marinier’.

Maatschappelijke carrière

Na mijn diensttijd ging ik terug naar Smeets maar mijn verzet tegen de achterbaksheid leidde ertoe dat ik op enig moment mijn chef een klap verkocht. Ik werd op non-actief gezet en uiteindelijk ontslagen. Ik solliciteerde bij de grafische afdeling van Philips in Eindhoven en bloeide daar weer helemaal op. Het was een prachtige tijd en ik ontmoette er een inspirerende man: Max Dreyhus. Hij was tijdens de tweede wereldoorlog gevlucht uit een concentratiekamp. Zijn verhalen en zijn manier van genieten van vrijheid maakte diepe indruk op mij. Ik heb zelfs mijn zoon Max naar hem vernoemd. 

Na enkele jaren ging ik als lithograaf in Duitsland werken. Daar lagen de salarissen aanmerkelijk hoger. Ik was goed in mijn vak en maakte snel carrière. Begin jaren tachtig ging ik voor nog meer geld naar een volgende werkgever. Ambitieus als ik toen was, startte ik weer enkele jaren later samen met een compagnon een eigen bedrijf in Roermond. Dat liep onvoorstelbaar goed en ontwikkelde zich tot een miljoenenbedrijf met drie vestigingen in Nederland en een in Duitsland. Wij deden zaken met grote internationale bedrijven. Ik bouwde een enorm netwerk op, ging met de directeur van Philips Lighting golfen in de Vogezen en maakte er een sport van om zoveel mogelijk orders binnen te halen. Dan sloot ik bijvoorbeeld een weddenschap af dat ik binnen een week met een CEO die ik op een golfbaan had ontmoet bij L’Auberge in Weert zou onderhandelen over een opdracht. Enige arrogantie was mij niet vreemd. Eenmaal een doel gesteld dan moest dat bereikt worden. Ziekteverzuim in mijn bedrijf moest naar nul! Ik zorgde daarom goed voor mijn personeel. Geld speelde geen rol om medewerkers ook in moeilijke privésituaties te helpen. Achteraf realiseer ik me dat dat poenerig overkwam maar het was vanuit een eerlijk sociaal gevoel.

Wekelijks zwemt Thijs samen met Tanja Lettinga in open water.

De ommekeer

Het tij keerde, er brak een heel vervelende periode aan. Een van mijn zussen kwam te overlijden. Ik werd besodemieterd door mensen waar ik het volste vertrouwen in had. Er bleken gigantische bedragen verdwenen, er volgden rechtszaken. Onder de druk van de omstandigheden werd ik steeds labieler en maakte enkele gruwelijke inschattingsfouten. Ik stapte uit het bedrijf en begon voor mezelf in Veldhoven; de grootste zakelijke fout die ik gemaakt heb. Mijn vroegere partners zetten mij de voet dwars daar waar zij konden. Een faillissement heb ik maar net kunnen voorkomen. Ik kon het niet meer aan, stopte met alles en zocht mijn heil steeds meer in drank. Ook kwam ik vijfendertig kilo aan. Na een onderzoek door internist dr. Breed confronteerde hij mij met een alvleesklierontsteking en de mogelijk rampzalige gevolgen. Dat werd het breekpunt. Vanaf die dag heb ik geen druppel alcohol meer gedronken en ben ik opnieuw gaan sporten.
Mijn doel was: over een jaar de marathon van Eindhoven lopen.

Extreme duurloper

Mijn mariniersmentaliteit hielp mij bij het bereiken van dat doel. Het jaar erop liep ik twee marathons, daarna vijf en dat liep op tot vijfentwintig marathons in een jaar. Weer ging ik de lat hoger leggen. Ultralopen van tachtig of honderd kilometer. Dan kom je in een andere wereld terecht en ontmoet je mensen die je naar een hoger mentaal niveau tillen. Ik ontdekte de wereld van yoga en meditatie. Ik liep meerdaagsen van honderden kilometers: van Aken naar Trier of in Ierland van kust tot kust. Hardlopen is totale vrijheid, tot jezelf komen, één met de natuur. In München ontmoette ik ene Dietmar Mücke. Die man liep afstanden van 120 kilometer, leefde als een monnik en was volmaakt gelukkig. Hij was helemaal zen. Zijn levenswijsheid, spiritualiteit en diepzinnigheid inspireerden mij enorm.

Alsof marathons en ultraruns al niet zwaar genoeg zijn ren jij ook nog op blote voeten? Waar kwam dat vandaan?

In het boek ‘De geboren renner’ las ik dat Indianen op blote voeten renden. Ik verdiepte mij in de wereld van de blootsvoetse hardlopers. Abebe Bikila verbeterde in 1960 in Rome op blote voeten het wereldrecord op de marathon. Dat wilde ik ook proberen. Het bleek een verademing. Blootsvoets lopen is natuurlijk lopen. Al die doorontwikkelde hardloopschoenen, het is allemaal commercie. Sinds 2008 loop ik nauwelijks nog op renschoenen. Het liefst zou ik hier in het dagelijks leven ook op blote voeten lopen maar dan word je al snel de dorpsgek van Weert.  

Eigen gezinssituatie

Wanneer heb je je vrouw Wilma leren kennen en welke rol speelde zij in die turbulente periode?

Dat is een opmerkelijk verhaal. Voordat ik naar het Caraïbisch gebied vertrok vond mijn moeder het belangrijk dat ik naar de kerk ging om te bidden voor een goede afloop. Om haar gerust te stellen ging ik naar de kerk in Fatima. Daar zag ik Wilma zitten en ik was meteen onder de indruk. De week erna ging ik weer, niet voor de zegen en bescherming maar voor Wilma. Ze was er niet! Ik vertrok naar de Caraïben en voordat ik een klein jaar later terugkwam had ik mijn zus al per brief verzocht uit te zoeken wie dat knappe meisje was dat ik in de kerk had gezien. Ik maakte een afspraakje met Wilma en een jaar later zijn we getrouwd. Zij was 24 en ik 23. We kregen samen drie kinderen die alle drie mijn ondernemersgeest hebben meegekregen. Mijn oudste zoon is de eigenaar van Bistro Koos in Stramproy, Max heeft een hengelsportzaak in Nederweert en dochter Rina bestiert samen met mijn vrouw haar kinderkleding- en kadoshop in de Maasstraat in Weert.

Op mijn dieptepunt bleef Wilma achter mij staan, ondanks de ‘raadgevingen’ die zij van anderen kreeg. Samen zijn we eruit gekomen. Terwijl ik aan mijn herstel werkte waren we voor ons inkomen afhankelijk van Wilma’s werk. 

Kunstschilder

Wanneer ontdekte je jouw bijzondere talent voor schilderen en tekenen?

Als kind vond ik het geweldig om de kermiswagens de Dries op te zien rijden en er attracties werden opgebouwd. Ik keek er ieder jaar naar uit om daar zo nauwgezet mogelijk tekeningen van te maken. Op de grafische school ontwikkelde ik mijn tekenvaardigheid verder. Als lithograaf werkte ik op de millimeter, bijvoorbeeld bij het retoucheren van de modellen in de Playboy. Die vaardigheid komt natuurlijk van pas bij de gedetailleerde portretten die ik maak.  
Schilderen leer je door het veel te doen. Lang voordat ik mentaal en fysiek de bodem raakte behoorde kunstschilder Jan Tullemans al tot mijn vriendenkring. We schilderden vaak samen, hij als een soort leermeester, en organiseerden gezamenlijke tentoonstellingen. Ik maakte voor hem kunstboeken en kalenders van zijn werken. Maar we waren allebei ook behoorlijke ‘innemers’. In mijn herstelperiode spoorde hij mij aan om naast mijn sporten het tekenen en schilderen weer serieus op te pakken. Van het een kwam het ander. Ik exposeerde, won meerdere wedstrijden en kreeg steeds meer opdrachten, met name voor portretschilderijen. Nu kan ik daar een behoorlijke boterham mee verdienen. 

Zijn er ervaringen op dit vlak of exposities die er voor jou uitspringen?

Het aantal anekdotes dat ik hierover zou kunnen vertellen is eindeloos maar de leukste is misschien wel de expositie Kopstukken in gemeentemuseum de Tiendschuur in 2004. In eerste instantie was ik geboeid door de expressie op de gezichten van mensen met een verstandelijke handicap. Ik zocht contact met de groep verstandelijk beperkte kunstenaars van activiteitencentrum ’t Zonnehuis in Weert. Daar ontdekte ik ook de bijzondere expressie in het werk van deze mensen. Het kwam tot een uniek samenwerkingsproject dat resulteerde in een veertigtal schilderijen; realistische en abstracte impressies tentoongesteld in de Tiendschuur. Een jaar later ging deze expositie naar het Glaspaleis in Heerlen. Samen met de hele groep kunstenaars en familieleden gingen we met de bus naar de opening in Heerlen. Een geweldige ervaring. 

Schilderij van de hand van Thijs.
Uit het juryrapport: ‘Een monumentaal werk in aquareltechniek waarmee de maker de foto duidelijk heeft overstegen. De jury bewondert de beheersing van de toegepaste techniek.’

Wat is voor jou de belangrijkste levensles?

Dat er giga veel uit het leven te halen is als je maar uitdagingen blijft aangaan, doorzet, positief blijft en leert van je fouten. Niet zeuren maar poetsen, ook in deze coronatijd.