Ruud de Vreeze en Steffie Hendrix in Colombia: ‘Om contact te maken met de mensen hoef je alleen maar naar buiten te gaan’

Ze zijn de ‘Tom Waes’ en ‘Floortje Dessing’ van Weert. Ruud de Vreeze (62) en Steffie Hendrix (57) bezochten samen al bijna de hele wereld (zie kader). Hun reizen variëren van twee weken tot anderhalf jaar. “We werken een aantal jaren en daarna draaien we er alles doorheen met de rugzak om”, zegt Ruud. Colombia werd nog niet eerder bezocht omdat het er te gevaarlijk zou zijn. Een aantal jaren geleden zijn er ‘vredesafspraken’ gemaakt die het nu mogelijk maken dit land te bezoeken. Houd daarbij wel rekening met militairen, roadblocks en bar slechte wegen. Ruud: “Colombia heeft vele gezichten; van rijk naar kippenvel-arm, maar mooi is het overal. De mensen zijn trots, behulpzaam en erg vriendelijk. We voelen ons er zeer welkom.”

Van luxe eiland tot schuurtje

De laatste keer dat ze door Zuid-Amerika reisden hoorden Ruud en Steffie van andere backpackers alleen maar goede verhalen over Colombia; het zou een vriendelijk en prachtig land zijn. In november vertrokken ze voor een periode van drie maanden naar dit Zuid-Amerikaanse land. Het is ongeveer zevenentwintig keer zo groot als Nederland en met ruim vijftig miljoen inwoners relatief dun bevolkt. Ruud: “We verbazen ons elke dag hoe slecht ook wij (in Nederland) op de hoogte zijn van dit prachtige land. De zaken die geschreven worden zijn natuurlijk geen onzin en dit is zeker een land waar je niet zomaar overal naar toe kan gaan. Colombia is sinds de jaren zestig in oorlog met zichzelf maar de vredesafspraken worden vrij goed nageleefd. Gisteren op weg naar Bogota kwamen er militairen met speurhonden in onze bus en doorzochten alles. Wat opvalt is dat wij daarbij totaal genegeerd worden. Het land is enorm en de wegen zijn ongelofelijk slecht, dus de reistijden zijn lang. We overnachten daar waar op die dag iets te krijgen is; dat kan redelijk luxe zijn op een eiland of op een plank met een dun matrasje in een schuurtje bij een boerderij in de bergen en alles wat daar tussenin zit. Natuurlijk mag het niet te duur zijn als je zo lang gaat. Want als de bodem in zicht is moet je eerder terug en dat is niet de bedoeling.”

Voor familie en vrienden schrijft Ruud regelmatig korte verslagen van hun avonturen. 

Hieronder een fragment uit een van zijn mails:

“Na Riohacha komen we in een weinig bereisd gebied waar ook geen Colombiaanse wetsdienders of militairen zijn en de lokalen de dienst uitmaken. Dat zullen we weten ook. We boeken een toertje met een jeep en gids/chauffeur samen met twee Colombianen en een Belgische. De gids zal proberen ons door Guajira – het Wayuu indianengebied – te loodsen en door te rijden naar Punta Gallinas. De nadruk ligt al snel op proberen, want binnen een uur na vertrek staat er al een roadblock van boze zouthandelaren die al heel lang geen werk meer hebben. Er is geen doorkomen aan. Het is maar goed dat we dan nog niet weten wat ons allemaal te wachten staat want het zal een heel lange reis gaan worden. Na een kwartiertje wordt er een lokaal brommermannetje in de arm genomen die de weg door het binnenland kent om het roadblock te omzeilen. Binnen de kortste keren rijden we over waanzinnig slechte wegen, door zoutwingebied en staan we plots voor een rivier die geslecht moet worden. Het brommermannetje waadt kruisdiep door het water en vindt een route door de rivier. We zijn inmiddels in een konvooi gaan rijden met zes jeeps die elkaar niet uit het oog verliezen. Zo nu en dan moeten we elkaar helpen met uit de modder trekken. Na anderhalf uur zijn we terug op de verharde weg en worden er enthousiast ‘boxen’ uitgedeeld. Hoewel alles vriendelijk en geduldig verloopt zijn we behoorlijk opgelucht. 

Onze gids/chauffeur blijkt een buitengewoon goedlachse man die zijn vak verstaat wat betreft vierwiel-aangedreven-autorijden. Om het verhaal niet te lang te maken zal ik maar gelijk zeggen dat we daarna nog vijf roadblocks krijgen en we bewegen ons verder en verder het binnenland in. Alles verloopt vriendelijk. Wel valt het op dat ons konvooi van zes jeeps elkaar absoluut niet uit het oog verliest. Als er een ook maar één een beetje achterblijft wordt er direct gestopt en overlegd. Na een heel gestuiter wordt de situatie grimmig. Een roadblock op een onverharde weg zorgt ervoor dat de gezichten van de lachende chauffeurs betrekken; we komen niet verder. Als ik met een paar van hen polshoogte ga nemen bij de blokkade lijkt het al snel een goed idee om flink afstand te houden. Er zijn personen met stokken en er wordt gescholden. Ons konvooi schijnt niet bereid te zijn het geld te betalen dat gevraagd wordt. Na een kwartiertje doemt er een gemaskerd mannetje op. Hij gaat in onderhandeling met onze chauffeur, die duidelijk de verantwoording naar zich toe trekt. Wij zijn inmiddels al zo’n vijf uur onderweg en de weg terug is een weg door het donker en dat zal geen optie zijn. Er wordt een deal gemaakt met het gemaskerde mannetje en het konvooi van zes moet ter plekke omdraaien. Het mannetje gaat in de voorste jeep zitten om de weg te wijzen. Het is stil in de jeep, onze chauffeur heeft zijn geduld en lach verloren en wij laten het maar gebeuren, wat moet je anders? De rit door het binnenland is eigenlijk heel mooi maar duurt zo lang dat ik er een beetje de ‘creeps’ van krijg. Maar net als ik er vervelende gedachten bij krijg (onze chauffeurs hebben ook geen idee meer waar ze zijn, verbindingen zijn hier niet en het knaapje kan ons tenslotte overal naar toe brengen) doemt links van ons op een dijk de verharde weg weer op. Het blijft nog even wat stil in de auto maar bij mij is er een zekere opluchting.”

Guatemala here we come

Ruud en Steffie zijn het gewend om langere periodes te reizen. Hun omgeving weet al niet beter en ze krijgen in Weert reacties als ‘Ben je nu nog hier?’ of ‘Wanneer gaan jullie weer weg?’. Ze zijn het inmiddels gewend. Ruud: “Natuurlijk zijn er bij het thuisfront wel eens zorgen, maar daar wordt niet snel iets over gezegd. We zijn best goed bereikbaar, op de meeste plaatsen is de WIFI vrij goed.” Plannen voor een volgende reis zijn er al. Eerst maar even flink sparen. Ruud gaat weer aan de slag als fotograaf (hij heeft een eigen fotostudio en werkt o.a. voor Weert Magazine) en Steffie is op tijd terug om haar baan op een administratiekantoor op te pakken. Als hun bankrekening weer is aangevuld gaan ze naar Guatemala, Nicaragua of terug naar Zuidoost-Azië. 

Fragment uit een mail naar huis:

“Via Cartagena reizen we naar het eiland Isla Fuerte wat tot voor kort een No Go zone was i.v.m. drugssmokkel naar Panama en wapenhandel de andere kant op. Toen we vier jaar geleden een lang weekend in Panama City waren hadden we gekeken of we er naartoe konden zeilen maar dit werd ons toen ten zeerste ontraden. Inmiddels wordt er door de lokale bevolking flink aan de weg getimmerd. Het toerisme staat hier nog echt in de kinderschoenen en dat heeft zo zijn eigen charme. Alles is dan ook behoorlijk amateuristisch. Veel transport wordt ook nog per ezel gedaan, een weg loopt er niet op het eiland.”

Fragment uit een mail naar huis:

“Op een steile, onverharde bergpas hebben we een jeep-chauffeur met één oog, Steffie zit aan de verkeerde kant en kijkt nu en dan de steile afgrond in. Ze maakt, net zoals de chauffeurs zelf, bijna bij elk Mariabeeld een kruisteken. We komen heel aan.”

Quiero comprar un billete de autobus

Voor mensen die ook zo’n reis willen maken heeft Ruud nog een advies: “Misschien is Colombia niet het aangewezen land als je nog nooit zelfstandig hebt gereisd. Mocht je dat toch gaan doen, neem dan een flinke cursus Spaans want met Engels kom je hier nergens. Gelukkig spreekt Steffie een aardig woordje Spaans, want alleen een buskaartje kopen kan al lastig worden. Maar als je een lange reis op je bucketlist hebt staan zou ik zeggen: zeker doen! Het is gemakkelijker dan je denkt. En als er iets misgaat kom je met een lach een heel eind!”

Landen die Ruud en Steffie al eerder bezocht hebben:
Australië, Zuid-Afrika, Namibië, Zimbabwe, Botswana, Jordanië, Cuba, Cambodja, Thailand, Laos, Singapore, Hongkong, Myanmar, India, Nepal, Japan, Indonesië, Borneo, Maleisië, Taiwan, China, Rusland, Canada, Argentinië, Uruguay, Bolivia, Peru, Ecuador, Panama en Suriname.

Fragment uit een mail naar huis:

“In Medellin bezoeken we Comuna trece: de wijk die tot 2002 de meest gewelddadige plek ter wereld was. Drugkartels en gangs maakten het leven voor de inwoners tot een hel. De gangs vochten met elkaar en samen tegen de kartels en met z’n allen tegen het leger van Colombia. In 2002 is de gemeente Medellin het spuugzat,  het leger omsingelt de wijken van zo’n 150 tot 170 duizend inwoners en maakt de cirkel steeds kleiner. Je hebt weinig fantasie nodig om je te kunnen indenken wat volgt. Het geweld daalt spectaculair maar het duurt nog tien jaar voor het echt is uitgebannen. Nu is Comuna Trece overgenomen door schilders en artiesten en hangt er een zeer muzikale sfeer. Medellin is een van de fijnste steden die we ooit bezocht hebben. We gaan er met tegenzin weg.”

Kijk voor meer foto’s op Instagram

Tips voor deze rubriek? Mail de redacteur, Monique van den Brandt