Ruim 1300 leerlingen kregen les van meester Jos

‘De laatste jaren waren de meest indrukwekkende…’

Hij gaf 44 jaar les in het basisonderwijs en kreeg in die jaren ruim 1300 kinderen in zijn klassen. Van meneer Leenders tot meester Jos en van de Wilhelmusschool tot de KoaLaschool op het voormalige AZC. Er veranderde veel in die jaren, maar zijn liefde voor het vak bleef al die jaren groot. Enkele weken na zijn prepensioen kijkt Jos Leenders (65) terug op zijn loopbaan in het onderwijs in Weert. 

Bij ieder huisbezoek moesten de leerkrachten mee-eten.

Oorspronkelijk komt Jos niet uit Weert. Hij is geboren in De Kwakel, een klein dorpje ten zuiden van Amsterdam. De vader van Jos had de bakkerij in het dorp overgenomen van zijn ouders, maar vanwege een tekort aan personeel verhuisde het gezin – met drie zonen– naar het zuiden. Vader ging in Midden-Limburg werken als inspecteur voor aardoliemaatschappij BP. Jos groeide op in de wijk Keent en ging naar de St. Martinusschool waar hij les kreeg van de broeders. Na het College koos Jos voor de Kweekschool -nu Pedagogisch Academie- in Roermond. Jos: “Ik was ooit verbaasd over de lange vakanties van een leerkracht en ik dacht toen: dat wil ik later ook…”

Carrière

Na diverse stages kreeg Jos in 1977 een baan op de Wilhelmusschool op Boshoven. Jos: ” We hadden in die tijd veel Marokkaanse kinderen in de klas waarvan de vaders jaren eerder als gastarbeiders naar Nederland waren gekomen. In veel gevallen mochten deze kinderen na jaren ook naar ons land komen voor een gezinshereniging. Boshoven was in de jaren ’70 een nieuwe uitbreidingswijk en als school hadden wij daar een belangrijke rol in. Er was in die tijd nauwelijks aandacht voor integratie van buitenlandse kinderen, geen extra taalles en geen aparte opvang. Het was vaak handelen op gevoel, veel hulp van vrijwilligers en overleggen met de collega’s. Wel zeer boeiend en leerzaam. “

Na veertien jaar onderwijs op Boshoven solliciteerde Jos naar een baan bij de nieuw te starten school op Molenakker. Ook hier een nieuwe wijk met een groeiend aantal kinderen. “Het was een nieuwe uitdaging. We begonnen in 1991 met elf kinderen in een klasje op Boshoven. Er werd een prachtige school gebouwd aan de Laarderweg en ik was toen de meester van groep 3/4. Later heb ik jarenlang lesgegeven aan groep 8; de oudste leerlingen die klaargestoomd werden voor het voortgezet onderwijs. Alles stond in het teken van een goede verwijzing naar het voortgezet onderwijs, de Citotoets, de musical, schoolkamp en natuurlijk het Weerter Scholen Toernooi. Dat waren mooie jaren. Begonnen met een klein team zagen we in die jaren de school groeien, steeds meer klassen, meer collega’s en er moest zelfs een tweede schoolgebouw gebouwd worden. Al met al ben ik 25 jaar met veel plezier betrokken geweest bij OBS Molenakker.”

Meester Jos bij het afscheid van een van de leerlingen van de KoaLaschool.

Nieuwe dimensie

Eind september 2015 werd bekend dat er in de voormalige van Horne Kazerne een asielzoekerscentrum (AZC) gevestigd zou worden. Hierbij was een school absoluut noodzakelijk. De besturen van MeerderWeert en Eduquaat gingen samen dit onderwijs verzorgen. Jos werd gevraagd of hij, samen met Thérèse Huijbregts, als ‘kwartiermaker’ aan de slag wilde gaan. “In eerste instantie heb ik getwijfeld. Ik ben een doener en geen bestuurder. Uiteindelijk werden we zo enthousiast en betrokken dat we aan de slag gingen. Zoeken naar een geschikt gebouw, sollicitatiegesprekken voeren, het formeren van een team, methodieken voor ‘nieuwkomers’ uitzoeken, materiaal bestellen, andere AZC/NT2 scholen bezoeken en klaslokalen inrichten. Uiteindelijk konden we op 11 januari 2016 open. In korte tijd was er een heel nieuwe school neergezet: de KoaLaschool.”

Trauma’s

Jos vervolgt: “In eerste instantie kregen we 145 kinderen in de leeftijd van 0-12 jaar binnen. Grotendeels van Syrische afkomst, later kwamen daar nog Afghaanse, Irakese en Eritrese kinderen bij. In totaal hebben we ruim twintig nationaliteiten op de KoaLaschool gehad. In het begin waren er veel schrijnende gevallen. Kinderen waarvan alleen de vader meegekomen was en de moeder achter was gebleven. Ook kinderen die alleen naar Nederland waren gekomen. Velen waren stil, bang en onzeker. Vooral wanneer er vliegtuigen overvlogen kregen sommigen paniekaanvallen. Hiervoor volgden wij als team diverse cursussen op het gebied van ‘trauma-herkenning’, NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal) en kregen we uitleg van de IND (de Immigratie- en Naturalisatiedienst). We moesten er niet te veel de nadruk op leggen en de kinderen laten ‘landen’. Wel altijd een luisterend oor. Het kon gebeuren dat het twee maanden duurde voordat een kind ging ‘praten ‘.

Als team zaten wij vóór en ná de lessen ook langer bij elkaar om over ónze gevoelens en onze emoties te praten. Ook hadden we in die fase heel veel aan de vrijwilligers van Syrische afkomst die ons hielpen met het op gang brengen van de communicatie met de kinderen en het begrijpen van elkaar.”

Dankbaar

“Het was zaak dat er regelmaat kwam in het leven van de leerlingen. Wanneer kinderen ’s morgens niet in de klas aanwezig waren, gingen we ze ophalen. In de meeste gevallen lagen de kinderen dan nog te slapen. Omdat de gezinnen met veel personen in één grote kamer verbleven, waar vader vaak tot ‘s avonds laat televisie zat te kijken, sliepen de kinderen pas erg laat. Na een bepaalde tijd leerden ook de ouders dat ritme belangrijk was en zagen zij dat de kinderen gingen stralen door de aandacht en de liefdevolle behandeling die ze kregen. Binnen enkele maanden bloeiden kinderen helemaal op en voelden ze zich veilig en thuis op onze school.

Het was dan ook telkens aangrijpend als een van de kinderen ons ging verlaten omdat het overgeplaatst werd vanwege gezinshereniging of omdat het een woning elders in het land toegewezen kreeg. Met elk kind was wel een band opgebouwd. Na het vertrek zochten en zoeken de leerlingen nog regelmatig contact met hun leerkracht. Helaas zijn sommige kinderen naar het thuisland of met onbekende bestemming vertrokken.”

Jos praat verder: “We hadden een team van vijftien personen en samen met de twaalf collega’s van het voortgezet onderwijs van het Kwadrant verzorgden wij het onderwijs. Alles was gehuisvest in één gebouw op het terrein van het AZC. Je merkte dat iedereen met dezelfde bevlogenheid en passie het werk deed. Het was ook ontzettend zinvol en dankbaar werk en je voelde een grote verbondenheid.

Eens in de zes weken hadden we een huisbezoek om met de ouder(s)en kinderen in hun eigen omgeving te praten. Je bemerkte een enorme dankbaarheid en gastvrijheid. Overal moest je mee-eten, dat is hun traditie en je beledigt ze als je dit weigert. Wij werden door de ouders op handen gedragen. Was alleen wel eens lastig als je drie bezoeken op een avond had. Ondanks andere berichten in de media toentertijd was er een goede sfeer op het AZC, met vluchtelingen van veel nationaliteiten die elkaar – waar mogelijk – hielpen. Uiteraard waren er, zoals overal, wel eens kleine schermutselingen. Maar wij hebben ons geen moment onveilig gevoeld.”

De kinderen konden actief kennismaken met ‘vastelaovundj’.

Afronden

Al met al duurde het project van de KoaLaschool vijf jaar. Dat was de periode dat het AZC gevestigd was op de van Horne Kazerne. Jos blikt terug: “De afsluiting in september afgelopen jaar was een zeer emotioneel moment voor alle leerkrachten, die zich die jaren met hart en ziel hadden ingezet voor deze ‘oorlogskinderen’ en hun ouders. Het deed me veel. Die mensen zijn zo open en dankbaar, daar kunnen wij Europeanen nog veel van leren. Ik ben hun culturen beter gaan begrijpen en heb erg veel respect gekregen voor deze ‘nieuwkomers’, die moeite doen om zich aan te passen. Als samenleving zouden we daar meer aandacht voor kunnen hebben en hen waar mogelijk ondersteunen.”  

Na de sluiting heeft Jos de KoaLaschool nagenoeg in zijn eentje ontmanteld. Een groot deel van het meubilair is in containers op transport naar Malawi in Afrika gegaan, waar zijn collega Thérèse Huijbregts een schoolproject heeft helpen opzetten. Jos: “Dat ontmantelen en afronden was erg goed voor mijn eigen proces. Ik had nog gehoopt dat de gemeente Weert het contract met het COA met een jaar zou verlengen zodat we -in coronatijd- nog een jaar door konden gaan met de school. Maar helaas bleef het bij de vijf jaar en kwam er in september vorig jaar een einde aan die bijzondere periode. Die vijf mooie jaren hebben mijn onderwijscarrière verrijkt en een extra dimensie en prachtige afsluiting gegeven.”