Prof. dr. Marc Bonten: BN’er uit Weert

Prof. dr. Marc Bonten (56) is arts-microbioloog, hoogleraar medische microbiologie en coördinator infectieziekten en epidemiologie aan het UMC Utrecht. Verder is hij lid van het Outbreak Management Team (OMT) en een belangrijke raadgever voor het Nederlandse coronabeleid. We kennen hem vooral van zijn optredens in Op1, Nieuwsuur en Een Vandaag. Vanmorgen was hij nog te gast bij het opinieprogramma WNL Op Zondag en ging hij in gesprek met onder andere Peet Hoekstra, ambassadeur van de VS en minister Sander Dekker, minister voor Rechtsbescherming. Vanmiddag schuift hij bij mij aan de keukentafel aan. Het tekent Marc Bonten; niet te beroerd om op zondagmiddag 25 oktober tijd vrij te maken voor Weert Magazine. Wat misschien niet veel mensen weten: Marc Bonten is een Rogstaeker, geboren en getogen in Weert. In dit interview vertelt hij over zijn jeugd, zijn binding met Weert, zijn carrière en over de bestrijding van het coronavirus.

Van arts-microbioloog in de betrekkelijke anonimiteit naar BN’er in iedere talkshow; hoe heb je dat ervaren?

‘Ik zie het als een onderdeel van mijn werk. Er moet veel uitgelegd worden want het is best ingewikkelde materie. Je ontmoet er interessante mensen zoals enige tijd geleden Wiegel, of vanmorgen Peet Hoekstra. Maar je zult mij echt niet in talkshows met een hoog amusementsgehalte zien verschijnen. WNL is een serieus programma maar ook prettig om aan deel te nemen. Ik heb er laatst wel die aanvaring met Thierry Baudet gehad. Ik ben nou eenmaal niet het type dat een blad voor de mond neemt en reageerde toen op hem met een citaat van Huub Stapel: “dat is het gelul van een dronken aardbei”. Dat bleek door Huub trouwens weer geleend bij Jacobse en Van Es, twee typetjes van Van Kooten en De Bie. Je moet er wel alert op zijn dat ze je niet in de val proberen te lokken. Een jaar of tien geleden was ik tijdelijk crisismanager van het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam toen zich daar een uitbraak voordeed van een resistente bacterie. In een live tv-optreden van, ik meen ‘Te elfder ure’, zetten ze mij voor het blok door mij te confronteren met informatie waarvan ik nog niet op de hoogte was. Vijf minuten voor aanvang hadden ze die informatie op teletekst gezet en mij schermden ze bewust af van de andere gasten zodat ik zeker niet op de hoogte kon worden gebracht. Rick Nieman van WNL is echter een betrouwbare gastheer.’

Jeugd in Weert

‘Mijn ouderlijk huis stond op de Limburglaan in Weert, vlakbij de voetbalvelden van Wilhelmina ’08 aan de Heerlijkheidlaan. Daar heb ik vanaf mijn zesde veel tijd doorgebracht. Mijn leven draaide zo’n beetje om voetbal. Mijn broer Rolf speelde ook bij Wilhelmina en mijn vader was er actief als scheidsrechter. Ik kon best een aardig balletje trappen, was vrij fanatiek en speelde in de C1, B1 en A1. Cor Persoon coördineerde bij Wilhelmina het jeugdvoetbal en op maandagen mocht ik vanuit school naar het belastingkantoor aan de Emmasingel om daar de kaartjes op te halen voor de wedstrijden van de woensdagmiddag die ik dan op school moest uitdelen. Voor mij een enorme eer dat ik van Cor deze taak kreeg toebedeeld.

In de A-jeugd speelde ik met onder anderen Marcel de Ree, Leo Berns, Erwin Simons en Ernst Jansen. Helaas raakte ik in die periode ernstig geblesseerd aan mijn knie. Ik werd vier keer geopereerd maar het resulteerde er uiteindelijk in dat ik vanaf mijn achttiende niet meer kon voetballen. Dat hakte er bij mij flink in want ik was vast van plan naar de sportacademie te gaan en een carrière in de sportwereld op te bouwen. Die knieblessure beschouw ik als een belangrijk markeringspunt in mijn leven. Ik heb er nog steeds last van, vooral fysiek. Ik sta op de nominatie voor een kunstknie, maar in mijn dromen ben ik nog steeds een voetballer. De acceptatie dat ik dat niet meer kan is er blijkbaar nog niet.’

Stappen op de Oelemarkt

‘Vanuit basisschool John F. Kennedy ging ik naar het VWO op de Philips van Horne. Uit mijn vriendenclub uit die tijd, met jongens als Wigbert Coppen en Jos en William Maes, kwam later de carnavalsvereniging De Ougsplûmpe voort. Behalve voetbal bestond mijn leven toch vooral uit ‘lôl en plezeer’-maken wat mijn studieprestaties niet altijd ten goede kwam. Café De Harmonie aan de Muntpromenade was mijn stamkroeg maar ik was ook een regelmatig bezoeker van de kroegen op de Oelemarkt. Ook toen ik in Maastricht studeerde, kwam ik nog ieder weekend naar Weert om hier op stap te gaan. Ik maakte mijn medestudenten in Maastricht duidelijk dat Weert het bruisend middelpunt van de Benelux was en de Oelemarkt het kloppend hart daarvan. Later heb ik me toch gerealiseerd dat de wereld iets anders in elkaar zit.’

Met vader Lei (82), zoon Jonathan en broer Rolf in café de Harmonie

Studentenleven

‘Toen de sportacademie voor mij onmogelijk werd, had ik totaal geen idee wat ik dan zou moeten gaan doen. Omdat ik een paar operaties achter de rug had, dacht ik ‘dokter is misschien ook leuk’ en ik schreef me in voor geneeskunde. Een klasgenoot van mij wilde journalist worden en vroeg mij met hem mee te gaan naar de open dag van de Academie voor Journalistiek in Tilburg. Dat werd een leuke dag en ook daar schreef ik me voor in. Voor geneeskunde werd ik uitgeloot en dus werd het Tilburg. Twee maanden na mijn start aan de Academie voor Journalistiek kreeg mijn vader een telefoontje dat ik nageplaatst was voor geneeskunde in Maastricht maar dan moest er meteen beslist worden anders ging die plaats naar een ander. Mijn vader besliste toen dat ik geneeskunde ging studeren. Met prachtige verhalen over het uitgaansleven in Tilburg kwam ik enkele dagen later thuis en kreeg toen te horen dat ik naar Maastricht ging. Vond ik bij nader inzien ook prima.

Het leven in Maastricht was geweldig. Over de zes jaar basisarts heb ik acht jaar gedaan. Ik was niet bepaald een serieuze student en had het erg druk met bijbaantjes en op stap gaan. Ik zat in het bestuur van een studentenvereniging, schreef voor de universiteitskrant, werkte in de horeca en werkte als freelancejournalist op de sportredactie van De Limburger. In combinatie met mijn studiebeurs had ik daardoor een behoorlijk inkomen en leefde een luxe studentenleven. Nadat ik mijn doctoraal geneeskunde had gehaald, nam ik een jaar pauze voordat ik aan mijn co-schappen zou beginnen en ging in dat jaar rechten studeren. Dat was meer om de studiebeurs niet onbenut te laten.’

Carrière

‘In dat ‘pauzejaar’ deed ik naast de rechtenstudie wel wat wetenschappelijk onderzoek bij geneeskunde in een student-assistentschap en dát beviel me erg goed. Tijdens mijn co-schappen ben ik dat onderzoek blijven doen, werd er steeds enthousiaster over én beter in en kreeg toen het aanbod op dit gebied te gaan promoveren met de garantie van een opleiding tot internist na afronding van het promotieonderzoek. Een unieke kans die ik met beide handen aangreep. Ik heb toen keihard gewerkt, specialiseerde me in infectieziekten, ging een half jaar in Chicago studeren, verhuisde naar Utrecht en rondde daar de opleiding tot internist af. Vrij snel daarna werd ik professor vanwege mijn onderzoekswerk. In 2008 veranderde ik van specialisme en werd ik arts-microbioloog en hoofd van de betreffende afdeling.’

Van een carrièreplanning was dus geen sprake? ‘Verre van dat. Door een toevalligheid ben ik bij geneeskunde terecht gekomen, het was door een andere toevalligheid dat ik toch nog afstudeerde, en wederom toevallig dat ik in een onderzoek rolde waar ik eigenlijk nog steeds in zit. De enige bewuste stap was Maastricht verruilen voor Utrecht omdat ik daar infectieziekten kon gaan doen.’

Mogen we nog een keer een carrièreswitch verwachten? De politiek, een ministerspost misschien? ‘Er zijn momenten geweest dat ik overwogen heb buitenlandse aanbiedingen te accepteren. Nu ben ik in een levensfase dat dat er niet meer van gaat komen. Ik woon met mijn vrouw Helen (41) en mijn drie kinderen Jonathan (10), Sarah (8) en Rachel (5) in De Bilt en wij hebben het prima naar onze zin. Politiek is trouwens echt niets voor mij. Ik denk dat ik binnen een week met veel mensen ruzie zou hebben vanwege mijn uitgesproken meningen. Ik zou vreselijk gefrustreerd raken van de verzuiling en stroperigheid in de politiek.’

Privé

Waar haal jij je ontspanning uit? ‘Om fit te blijven trek ik twee keer per week ’s morgens 20 baantjes in het zwembad maar dat is toch meer inspanning dan ontspanning. Als ik rond half zeven thuiskom is het even ‘oorlogstijd’ in huis: Er moet gegeten worden, iedereen moet zijn verhaal kwijt, de een moet pianospelen, de ander krijgt wat extra ondersteuning bij huiswerk, tandenpoetsen, bed opzoeken en dan keert rond half negen de rust in huis weer terug. Dan werk ik tot een uur of tien en daarna lees ik een uur. Heerlijk ontspannen, wegduiken in een roman. De TV gaat dan zelden aan want dan word je overspoeld met coronadiscussies en zit ik me al snel te ergeren aan wat anderen daarover zeggen. Tussen elf en twaalf kijken we dan vaak nog een serie op Netflix. Om zes uur ’s morgens beginnen we dan weer aan de volgende werkdag. Mijn vrouw Helen heeft haar eigen carrière, zij is internist-immunoloog in hetzelfde ziekenhuis waar ik werk.’

Heb je je vrouw tijdens de opleiding in Maastricht ontmoet? ‘Nee, toen ik in 1998 vanuit Maastricht vertrok kwam er ook een einde aan een relatie van acht jaar. In Utrecht stortte ik mij met veel energie op mijn werk. Toen ik later professor werd, begeleidde ik studenten bij hun promotie. Een van die studenten was mijn huidige vrouw Helen. In dit #MeToo tijdperk had het misschien tot gefronste wenkbrauwen geleid maar in die tijd stond gelukkig niets onze relatie in de weg. In 2008 zijn we getrouwd.’

Terugdenkend aan je jeugd in Weert is er dan iets wat je nu als een gemis ervaart? ‘Het leven dat ik nu heb is heel plezierig maar toch minder sociaal dan mijn jeugd in Weert is geweest. De vriendenclub waar ik ieder weekend mee op stap ging, de voetbalclub waar ik ook op de zondagen rondhing om naar het eerste of tweede elftal te gaan kijken en waar ik daarna in de kantine de nodige potten bier dronk, die sociale binding is echt iets wat voor mij bij Weert hoort. Intussen ben ik ruim 30 jaar weg uit Weert en dan verwateren die contacten. Met Ernst Jansen heb ik het afgelopen jaar weer contact gekregen al was de aanleiding minder plezierig: hij werd zeer ernstig getroffen door het coronavirus en heeft zelfs in Duitsland op de IC gelegen. Zijn vrouw Miriam heb ik toen wat adviezen kunnen geven en ik heb iets kunnen betekenen bij zijn overplaatsing naar Maastricht. Gelukkig is hij weer redelijk hersteld en hebben we de vriendschapsband weer wat kunnen intensiveren.’

Corona

In hoeverre hebben deze drukke coronatijden hun weerslag op jouw gezinsleven? ‘Tijdens de lockdown in de eerste golf was het, net als in andere gezinnen, behoorlijk pittig. De scholen gingen dicht en Helen en ik moesten allebei werken. Vanwege onze vitale beroepen konden onze kinderen gelukkig nog twee dagen per week naar school. Voor de andere drie dagen hebben we toen oppas kunnen regelen. We maken ook nu weer lange dagen maar een voordeel is dat ik nu regelmatiger thuis ben. Vóór corona maakte ik voor mijn werk veel internationale reizen en was ik vaak van huis. Sinds maart heb ik niet meer in een trein of een vliegtuig gezeten.’

Wanneer hebben we hier in Nederland de beschikking over een betrouwbaar vaccin? ‘Zoals ik vanmorgen bij WNL al zei, verwacht ik de concrete uitvoering van een vaccinatieprogramma pas in de zomer van 2021. Ik heb mijn hoop gevestigd op de drie vaccins van AstraZeneca, Pfizer en Janssen. De vraag is natuurlijk of we op voorhand voldoende ingekocht hebben.’

Evelien Peeters, internist-endocrinoloog aan UMC Utrecht schreef in augustus een brief aan Tweede Kamerleden: ‘De maatregelen in de coronawet richten meer schade aan de volksgezondheid aan dan zij goed doen’. Wat vond jij daarvan?

‘Laat ik daar duidelijk over zijn; daar heb ik me echt kapot aan geërgerd. Ik schaam me dood dat zij in hetzelfde ziekenhuis werkt als ik. Zij zit in het clubje waarin ook huisarts Elens uit Meijel zit die experimenteert met het middel hydroxychloroquine. Wij werken op de intensive care mee aan een internationaal onderzoek naar dit middel, ook in hogere doseringen: Hydroxychloroquine doet helemaal niets! Deze Elens heeft mij echter aangeklaagd bij de inspectie en beschuldigt mij ervan dat ik mensen dood met het onderzoek naar dit middel.

En als ik het dan toch over mijn ergernissen heb: Mensen als Willem Engel van ‘Viruswaarheid’ (voorheen Viruswaanzin) zouden zoveel mogelijk genegeerd moeten worden. Als iedereen die onzin uitkraamt een podium krijgt, helpt dat niet echt.’

Tijdens het interview wordt Marc gebeld door een redacteur van het radioprogramma ‘Met het oog op morgen’, of hij vanavond om elf uur in de uitzending wil komen. ‘Ik pas even voor vandaag’ is zijn antwoord. Even later wordt hij gebeld door de NOS. ‘Die bel ik dadelijk in de auto wel terug’.

Marc Bonten, unne Wieërter jong in het oog van de coronastorm.