23 juni 2020 | Auteur: Ton Adriaens
“Probeer je iedere dag te verwonderen over het leven”
Hinka van Haren (58) is een mooi mens. Heel haar leven stond zij klaar om anderen te helpen. Het gaf haar voldoening, het gevoel van waarde te zijn voor de ander, van nut in deze maatschappij. Zo kookte zij via Bijzonder Thuisafgehaald speciaal voor mensen met een beperking die extra ondersteuning rond de avondmaaltijd kunnen gebruiken. Ook was ze actief in het Nederweerter Repair Café waar zij met naald en draad net zo handig bleek te zijn als thuis met de pollepel. Zij organiseerde verbindende buurtevenementen, zat in een studiegroep ‘Wilde groenten en kruiden’ en maakte van natuurlijke producten handzeep, wasmiddel en huidverzorgingsproducten. In Nederweert zijn inmiddels een vijftal Samentuinen gerealiseerd maar de eerste was een initiatief van … Hinka van Haren. Toen bij haar borstkanker werd geconstateerd zette dat haar leven totaal op zijn kop.
Deze editie van Weert Magazine staat in het teken van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat betekent ondernemen met aandacht voor de sociale aspecten, binnen ecologische randvoorwaarden en met zorg voor het milieu. Dan is Hinka van Haren de ideale persoon voor een interview want naast de maatschappelijke en ideologische activiteiten die een groot deel van haar leven bepaalde, heeft zij een aangrijpend levensverhaal als mantelzorger en (ex-)kankerpatiënt.
Laten we beginnen bij de totale omwenteling in jouw leven. In maart 2017 kreeg jij, natuurmens en gezondheidsfreak bij uitstek, de diagnose borstkanker. Wat betekende dit voor jou?
“Ik was totaal van de kaart, kon me niet voorstellen dat mij dat overkwam. Het bleek een zeer agressieve vorm te zijn en men wilde mij meteen opereren. Ik wilde echter een time-out om mijn situatie goed te kunnen analyseren en alle opties af te wegen. Ik wilde de angst niet laten bepalen wat er met mij ging gebeuren. Alles wat ik tot dan toe deed, heb ik stopgezet. Ik besefte dat ik nu echt alle aandacht op mezelf moest richten en stortte me volledig op diëten, homeopathie en alternatieve geneeswijzen. In het ziekenhuis in Weert had ik wat nare ervaringen en daarom ging ik voor een second opinion naar het in borstkanker gespecialiseerde Monro ziekenhuis in Bilthoven. Daar ben ik uiteindelijk in december 2017 geopereerd en heb ik bestralingstherapie ondergaan. De chemo- en de hormoonkuur die mij ook geadviseerd werd heb ik geweigerd. Het is een gigantische fysieke en psychische belasting terwijl de meerwaarde in procenten overlevingskans 6 à 7 procent is. Ik koos voor kwaliteit van leven in plaats van kwantiteit. Controles wil ik geen. Het is klaar voor mij. Als nu namelijk zou blijken dat ik uitzaaiingen heb, stort mijn hele wereld in. Ik wil niet dat de kanker mij de rest van mijn leven psychisch blijft achtervolgen. Wel bezoek ik een homeopathisch arts gespecialiseerd in NTTT (niet toxische tumor therapie) en gebruik ik nog steeds meerdere voedingssupplementen en natuurlijke hormoon regulerende preparaten.
Mijn energiebalans is nog lang niet wat het moet zijn maar ik onderneem weer dingen die mij veerkracht en vitaliteit geven. Bij het Toon Hermans Huis in Weert volg ik schilderles, ik ga bridgen en op maandagen help ik Petra Wilmsen in haar groentetuin aan de Gerrisstraat waar volgens de principes van de permacultuur wordt gewerkt. Verder ben ik twee ochtenden per week te vinden in Het Eibernest in Liessel. Dat is een landgoed met een voedselbos en tipi’s en yurts (nomadententen) voor ‘scharrelmensen’ als ik. De Peelconnectie (zie foto) beheert er een moestuin waar mensen terecht kunnen voor arbeidsmatige dagbesteding. En vooral dat laatste spreekt mij enorm aan. Vanuit mijn achtergrond kan ik mij daar nuttig maken door de mensen te helpen bij het biologisch verbouwen van groenten.”
Over tuinen gesproken, wat is een Samentuin en hoe kwam jij in 2016 tot het initiatief om in Nederweert aan de Eikenstraat zo’n tuin aan te leggen?
“Dat is dan zo’n idee dat mij ingegeven wordt en waar ik dan al mijn energie in stop. Hoe fijn zou het zijn om op een braakliggend terrein een moestuin aan te leggen waar buurtbewoners samen op ecologische wijze eigen groenten kunnen verbouwen. Je kunt er een basisschool bij betrekken, een verzorgingshuis en je kunt er cursussen organiseren. Zo’n tuin is vooral een plek die mensen verbindt. Met dat idee ben ik naar de eigenaar van de grond gegaan, woningvereniging Nederweert en naar Harold van der Haar, gebiedsregisseur leefbaarheid van de gemeente Nederweert. Harold was meteen enthousiast en heeft me enorm geholpen. We hebben buurtonderzoek gedaan en draagkracht gerealiseerd zodat het een breed gedragen burgerinitiatief werd. Uiteindelijk is de aanleg van de Samentuin tot stand gekomen door de inzet van veel vrijwilligers en met steun van de gemeente en de woningvereniging. Rond die tijd is ook De Gunnerij, een laagdrempelige ontmoetingsplek voor Nederweertenaren, mede op mijn initiatief ontstaan. Als zo’n initiatief als de Samentuin of De Gunnerij eenmaal loopt, ga ik weer verder.”
Waar is bij jou die ecologische drijfveer ontstaan? Zijn er invloeden van afkomst, opleiding of werk?
“Nee, dat heeft er bij mij altijd ingezeten. Ik doe waar ik voor geboren ben. Ik ben een Brabantse, geboren in Boxmeer en heb van mijn vierde tot mijn achttiende met mijn ouders in St Anthonis gewoond. Zij hadden totaal geen tuinbouwachtergrond. Ik kan niet zeggen dat ik een fijne jeugd heb gehad, daar waren de omstandigheden in ons gezin niet naar. Ik wilde vrij zijn, me goed voelen, en dat lukte thuis niet. Ik wilde op mezelf zijn, de natuur in. Natuur is zo belangrijk, als we geen natuur hebben is er geen leven. Ook op school was ik een buitenbeentje. Het heeft me wel veel gebracht, daar voel ik ook een dankbaarheid voor. Na de tuinbouwschool heb ik als ‘scharrelmens’ allerlei baantjes gehad. Ik heb bollen gepeld, champignons geplukt, kersen geplukt en als au pair in Italië en in Brazilië gewerkt. Toen ik in Nederland terugkwam ben ik op mezelf gaan wonen. Er kwam een man in mijn leven en samen met hem verhuisde ik naar Enschede om te gaan werken in de textielfabriek van zijn vader. In dat familiebedrijf heb ik, totaal tegen mijn aard in, vijftien jaar op kantoor gewerkt. Toen de overname van dat bedrijf voor ons in zicht kwam was de textielindustrie in Twente al op zijn retour. De concurrentie van lagelonenlanden was moordend. We besloten ander werk te zoeken en zijn toen in Nederweert terechtgekomen.”
In Weert heb je samen met Jacq Cuypers, oprichter van natuurvoedingswinkel Ut Muuëletentje, enkele jaren een praktijk voor colonhydrotherapie gerund. Dat maakte in Weert niet alleen de darmen maar ook de tongen los. Sta je nog steeds achter deze omstreden hoge darmspoeling therapie?
“Jazeker. Ik heb er zelf in 2017 tijdens mijn herstel ook weer gebruik van gemaakt. Belangrijk is dat je een deskundig therapeut bezoekt waar je je goed bij voelt. We zijn niet gestopt met praktijk De Schaal omdat we geen vertrouwen in de therapie hadden maar omdat we van mening verschilden over de behandelingen. Ik was van mening dat er in combinatie met voedingsadviezen na 3 à 4 spoelingen vooruitgang moest zijn bereikt. Is dat niet het geval dan is het niet de juiste therapie. Daarnaast ben ik geen zakelijke ondernemer. Mede daardoor kwam er een einde aan onze samenwerking.”
NIET IEDER LEVENSPAD GAAT OVER ROZEN In 2000 werd je man ziek. Je moest de zorg voor hem combineren met de opvoeding van drie kinderen. Hoe ging je dat af?
“Dat was een bijzonder zware tijd. Hij bleek een schizo affectieve stoornis te hebben waarbij de depressieve perioden steeds meer de overhand kregen. Diverse keren werd hij opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen vanwege heftige psychoses. De spanningen liepen hoog op. Na twee jaar zat ik er helemaal doorheen. Ik kon het niet meer aan om de zorg voor hem te combineren met de opvoeding van drie pubers. Die stressvolle situatie leidde uiteindelijk tot een scheiding. We zijn wel een aantal jaren bij elkaar in de buurt blijven wonen. “
Enkele jaren later bleken jouw drie kinderen alle drie erfelijk belast met psychische problemen. Hoe manifesteerde zich dit en hoe ging je daarmee om?
“Het begon met mijn jongste zoon. Hij bleek PDDNOS te hebben, een vorm van autisme. Daarna volgde mijn dochter. Ook zij had schizofrenie, net als haar vader en wel in ernstige mate. Toen ook mijn oudste zoon geconfronteerd werd met depressies was ik de wanhoop nabij. Alle drie hadden ze speciale zorg nodig. In 2009 koos ik ervoor om mijn baan bij de thuiszorg op te zeggen zodat ik fulltime voor mijn kinderen kon zorgen. Ik kwam als mantelzorger in de bijstand terecht.
Mijn kinderen wonen nu niet meer thuis. De jongens zijn inmiddels volwassen kerels van 26 en 35 jaar, wonen zelfstandig en hebben hun weg in de maatschappij weer gevonden. Mijn dochter woonde totdat ik borstkanker kreeg en niet meer voor haar kon zorgen, nog enkele dagen per week hier bij mij. Zij raakte toen echter in een diepe crisis en werd opgenomen in een gesloten inrichting. Van daaruit is ze terecht gekomen bij Buro3o, een zorginstelling in Rosmalen waar ze nu 24 uur per dag begeleiding krijgt. Ze is nu 34 en het gaat naar omstandigheden redelijk goed met haar.”
Met welke tegenslagen of teleurstellingen heb je verder nog te maken gehad?
“Toen mijn dochter nog enkele dagen hier thuis woonde en ik geconfronteerd werd met de sollicitatieplicht was mijn verweer aanvankelijk aan dovemans oren gericht. Doordat ik als mantelzorger voor mijn dochter zorgde, hoefde ze niet full time naar een zorginstelling en bespaarde ik de maatschappij in feite enorm veel geld. Maar dat moet allemaal binnen bepaalde regeltjes van de juiste systemen vallen. Dat heeft me veel energie gekost.
Er wordt in de politiek, in het onderwijs, in deze maatschappij in het algemeen te weinig naar de mensen gekeken, naar waar ze goed in zijn, naar hoe ze een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Het maatschappelijk leven wordt bepaald door geldstromen, bureaucratische regels, protocollen en handelingsplannen. Toen mijn jongste zoon op de Ortolaan in Heythuysen zat, een school voor voortgezet speciaal onderwijs, was ik daar lid van de medezeggenschapsraad. Je ziet dan dat er gesneden wordt in voorzieningen voor de leerlingen terwijl de directie een salarisverhoging krijgt. Onbegrijpelijk.”
Kan deze wereldomvattende coronacrisis ons ook iets goeds brengen? De coronacrisis als wake up call? “
De coronacrisis brengt veel ellende maar we worden nu ook gedwongen om na te denken over hoe nu verder. We worden teruggefloten in de ratrace van het leven. Het leven wordt rustiger. We zien nu heel duidelijk de invloed van vervuilende industrie op de luchtkwaliteit. Het besef gaat doordringen dat we de klimaatverandering moeten stoppen, dat we de natuur moeten redden. De nadelige effecten van globalisering worden duidelijk. In de landbouw moeten we af van de monocultuur om weer een natuurlijke balans te krijgen. We zullen ons consumptiepatroon moeten aanpassen en ons meer moeten beperken tot producten uit eigen streek. Duurzaamheid en gemeenschapszin worden weer erkend als belangrijke waarden. Je hoeft geen verre reizen te maken om je goed te voelen. Hou goed contact met je buren, maak het gezellig op lokaal niveau, ontdek je eigen streek.”
Je levensmotto?
“Mijn lijfspreuk is ‘I love magic’. Voor mij is dat Moeder Aarde, spiritualiteit, Human Design, de natuur en dat ik een zaadje in een potje doe en er veertien dagen later een plantje staat. Dat is toch magic!
Verwonder je! Iedere dag weer probeer ik de verwondering te voelen, de eenvoud en de schoonheid van het leven te ervaren. Happiness is an inside job.”