Powerliften houdt mij relaxt

Pakweg tien jaar geleden maakte Dirk Bennenbroek (26) uit Nederweert kennis met krachttraining. Langzaam veranderde sporten, om wat gespierder te worden, in het serieus trainen voor de krachtsport powerliften. Om sterker te worden, wedstrijden te winnen en persoonlijke records te verbreken.

Dirk: “De eerste wedstrijd powerliften die ik bijwoonde, herinnerde ik me nog als de dag van gisteren. Dat was in de sportschool in Sheffield, waar ik als 21-jarige trainde. Er deden mensen van verschillende leeftijden, lengtes en gewichtsklassen mee. Wat ik zo mooi vond, was dat het niet hoofdzakelijk ging om het winnen van de wedstrijd. Winnen is natuurlijk belangrijk. Maar ook zonder te winnen kun je wat bereiken door, bijvoorbeeld je persoonlijke records te verbreken. Bij een voetbalwedstrijd heb je één team dat je support. Als het andere team scoort, vind je dat verschrikkelijk. Bij powerliften hoop je niet dat iemand faalt, zodat jij kunt winnen. Je moet op eigen kracht kunnen winnen. Dat sprak mij erg aan.”


Dirk was een jaar of zestien toen hij begon met krachttraining. “Als kind voetbalde ik. Op een gegeven moment vond ik dat ik wel wat gespierder mocht worden.” Hij startte met trainen in de sportschool in Nederweert. Op internet zocht hij oefeningen die hij daar kon doen om sterker te worden. “Het was allemaal erg onwetend wat ik deed. Dit veranderde toen ik voor mijn studie International Business & Languages een stage in het buitenland moest doen.”

De Nederweertenaar verhuisde voor een aantal maanden naar Sheffield (Engeland). Daar maakte hij kennis met powerliften, een krachtsport die zich concentreert op drie verschillende bewegingen: bankdrukken (bench press), squatten en de deadlift. “Omdat het voetballen wegviel, had ik meer tijd me hierin te verdiepen.” In Sheffield kwam Dirk terecht in een old school powerlifting sportschool. “Ik herinner me nog goed dat de ruimte bestond uit metalen platen. Het was er slecht geïsoleerd. Op koude winterdagen zag ik mijn eigen adem wanneer ik een deadlift of bench press deed.” De sporters in de sportschool namen Dirk onder hun vleugels. “Het waren grote, sterke jongens, mannen die soms wel twintig jaar in het powerliften zaten en al verschillende wedstrijden achter de rug hadden. Ik vond het interessant hun verhalen en ervaringen te horen.” Vier keer in de week ging Dirk naar de sportschool. “De andere sporters steunden me mentaal en gaven me tips om squats, bijvoorbeeld, nog beter uit te voeren.”

Weer terug in Nederland, wist Dirk het helemaal zeker. Hij wilde verdergaan met powerliften, zichzelf hierin ontwikkelen.” Hij ging naar een nieuwe sportschool waar meer materialen waren en hij werd lid van de Koninklijke Nederlandse, Krachtsport en Fitnessbond (KNKF). Zo kon hij meedoen met wedstrijden. Daarnaast richtte hij met een paar leden van de nieuwe sportschool de vereniging Loods 37 Powerlifting op. “Doordat we samen trainen, voelt het voor mij alsof powerliften een teamsport is.”

Nederlands Kampioenschap

Dirks’ hoogtepunt? “Dat is toch wel mijn deelname aan het Nederlandse Kampioenschap twee jaar geleden”, zegt de sporter vol overtuiging. “Het feit dat ik tussen de beste powerlifters van Nederland stond, gaf me een gevoel van trots. Er was iemand die 340 kilo tilde met de deadlift en meer dan 300 kg bij het doen van squats. Ik zie mezelf niet als iemand die ergens verschrikkelijk goed in is. Niet de Lionel Messi van het powerliften. En als je dan toch op zo’n podium mag meedoen… Mijn doel was mijn persoonlijke records te verbreken. En dat lukte, ook al werd ik zesde van de zes die meededen. Het motiveerde me mezelf te verbeteren. Uiteindelijk hoop ik een keer bij de top drie van Nederland te kunnen horen in mijn gewichtsklasse.” Dirk deed drie squats met 195 kilogram op zijn rug, bench presses met 125 kilogram en had 202,5 kilogram om zijn barbell bij het doen van deadlifts.

Toekomst

Wil Dirk graag professioneel powerlifter worden? “Ik zou liegen als ik ‘nee’ zou zeggen, maar ik denk niet dat het realistisch is. Dan had ik op een jongere leeftijd op dit niveau moeten zitten, zodat ik mezelf sneller kon ontwikkelen. Door sporten blijf ik relaxt. Als ik langer dan een week niet zou kunnen trainen, dan zou ik veel opgekropte energie hebben. Toch gaat mijn werk en mijn contact met vrienden op dit moment voor. Ik vind het ook heerlijk om te eten en een biertje te drinken. Als ik dat allemaal zou moeten opgeven, weet ik niet of ik er zoveel energie uithaal als nu.”