29 april 2023 | Auteur: Ton Adriaens
Piet Veugen, markant (oud-)notaris met een bijzonder levensverhaal
In Weert heeft Piet Veugen (75) een naam opgebouwd als deskundig, humorvol, eigenzinnig en maatschappelijk betrokken notaris. Veel stichtingen en verenigingen deden een beroep op hem om gratis een oprichtingsakte te passeren. Hij was getrouwd met zijn werk maar moest op zijn zeventigste met pensioen. Dat viel hem zwaar.
Zijn notariskantoor was gevestigd aan de Recollectenstraat nummer 9. Al vijftien jaar geleden wilde hij De Tiendschuur kopen om zich daar als notaris te vestigen. Dat ging niet door omdat een nadrukkelijke voorwaarde van de Weerter beleidsmakers was dat het een horecabestemming moest krijgen. Bij een tweede poging, tien jaar later, lukte het wel: ‘Andere heren andere wetten’. Nu mocht er zelfs onder geen beding een horecaonderneming in gevestigd worden.
Nadat hij dit pand volledig had gerestaureerd voegde hij er in dezelfde stijl een riant woonhuis aan toe. Daar geniet hij van de flora en fauna in zijn prachtige stadstuin met uitzicht op Kasteelpark Nijenborgh. Voor lange wandelingen met hond Tinus zoekt hij de bosgebieden rondom Weert op.
Je bent geboren en getogen in het ouderlijk huis aan de Hendrik IV straat nummer 10 waar nu zwemschool Josefien is gevestigd. Je vader Mathieu Veugen ontwikkelde er Pluimveebedrijf en Kuikenbroederij Hoenderpark Leuken tot een succesvol internationaal opererend bedrijf. Het grondgebied van dit bedrijf strekte zich uit van Hendrik IV straat tot huidige Ringbaan-Oost en van Herenstraat tot huidige Overweertstraat. Wat was de bepalende factor voor het succes van jullie bedrijf?
Mijn vader had zich gespecialiseerd in rasveredeling. Dat was een hoogwaardige tak van sport. Niet alleen in het hoenderpark bij ons aan huis stonden kippenhokken. Aan pluimveehouders in het buitengebied van Weert leverde mijn vader geselecteerde kippen. Ook de eieren van die kippen werden vervolgens in onze broedmachines uitgebroed. Wij exporteerden op grote schaal eendagskuikens naar afnemers in Italië, Egypte en Engeland. Het paradepaardje van vaders business was de Limki-kip, een exportproduct bij uitstek. Met name in Italië leidden zakelijke contacten tot nauwe vriendschapsbanden. Een bijzondere anekdote in dit verband is dat wij een keer in de buurt van Carrara bekogeld werden door plaatselijke bewoners van een bergdorp omdat wij in een grote Amerikaanse Plymouth door die streek reden. Zij zagen ons voor Amerikanen aan, hun vijanden uit de tweede wereldoorlog.
Familieleden van Italiaanse zakenpartners brachten regelmatig een bezoek aan ons in Weert en dan gingen we met z’n allen naar de Keukenhof, Het Loo of naar Amsterdam. Wij als kinderen gingen in die tijd samen, maar ook alleen, vaak bij deze relaties op vakantie.
Al op 54-jarige leeftijd overleed je vader. Welke impact had dat op jou en op je persoonlijke ontwikkeling?
Ik was de middelste in een gezin van vijf kinderen. Als kind ging ik vaak met mijn vader mee naar notarissen voor de afronding van aan- of verkoop van gronden. Uitbreiding van het stedelijke gebied leidde in de jaren zestig tot afspraken met de gemeente Weert over een stapsgewijze en beperkte grondverkoop. Die afspraken werden echter mondeling overeengekomen. Eind van het liedje was dat de gemeente ons bedrijf volledig weg wilde hebben. Deze schending van vertrouwen veroorzaakte de nodige stress bij mijn ouders. Feit is dat zijn overlijden een enorme impact op mij had. Pap was toch het baken in ons gezin en ik had een heel goede band met hem. De verkoop van grond en opstallen en de ontmanteling van het pluimvee-veredelingsbedrijf was voor ons gezin een intense tijd. Om goed beslagen ten ijs te komen verdiepte ik mij in de procedurele kanten, het verzekeringswezen en startte zelfs de opleiding tot makelaar. In 1968 werd ik als jongste makelaar van Nederland beëdigd. Pas daarna, toen de verkoop van ons bedrijf achter de rug was, begon ik in Nijmegen aan de studie notariaat die ik in recordtijd wist af te ronden.
Tot 2007 heb ik samengeleefd met mijn moeder. Zij is 90 jaar geworden. Zij was het ‘maatje’ waarmee ik alles kon delen. Ik mis haar nog steeds.
CARRIÈRE
Als kandidaat-notaris ben ik mijn loopbaan begonnen in Tilburg. Toen al had ik het voornemen om ooit voor mezelf te beginnen. ‘Liever een kleine baas dan een grote knecht’ is een uitspraak die helemaal bij mij past. Ik kan er ook heel slecht tegen als iemand mij gaat vertellen hoe ik iets moet uitvoeren als ik zelf al weet wat te doen. Sommigen zullen dat eigenwijs noemen. Gelukkig was daar in Tilburg geen sprake van. De kandidaat-notarissen daar waren heel zelfstandig en dat beviel mij prima.
In die tijd gaf ik ook les aan makelaars. Naderhand als kandidaat-notaris gaf ik hier in de regio ook met veel plezier les aan collega’s. De Romeinse filosoof Seneca zei al ‘De beste manier om iets te leren is er les in te geven’. In dit vak is het noodzakelijk vakliteratuur en actuele ontwikkelingen, zowel juridisch als fiscaal, bij te houden. Het gaf mij altijd bijzondere voldoening om de menselijke, sociale en fiscale consequenties in mijn adviezen mee te nemen.
Na een tiental jaren Tilburg kwam er hier in Weert een plek vrij als kandidaat-notaris bij notaris Linssen in de Recollectenstraat. Toen Herman Linssen in 1993 met vervroegd pensioen ging, heb ik het kantoor van hem over kunnen nemen. Zoiets gaat niet automatisch, daar moet je voor benoemd worden. Een commissie van wijze mensen beoordeelt je geschiktheid en doet een voordracht bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Vervolgens word je door de Kroon benoemd en ben je onbezoldigd openbaar ambtenaar. Maar dat betekent ook dat je op je zeventigste moet stoppen. Daar was ik niet blij mee. Gelukkig heb ik nog drie jaar mijn opvolgers mogen helpen hier bij Notariaat In de Tiendschuur. Nu heb ik nog enkele individuele klanten die voor advies bij mij komen.
Anekdotes uit het leven van een notaris?
Ik heb mijn adviezen altijd in heldere taal en soms met humor proberen te verwoorden. Maar er deden zich natuurlijk ook tragische zaken voor. Bijvoorbeeld bij een verzoek tot onterving van een kind. Dan probeerde ik te onderzoeken wat eraan vooraf was gegaan, te wijzen op de vergaande emotionele gevolgen en of het dat allemaal waard was. Als mens voelde ik die verantwoordelijkheid.
Een leuke anekdote uit de praktijk betreft de vrijgezel die een concepttestament liet opmaken met daarin schenkingen variërend van 50.000 tot 80.000 euro aan meerdere neven en nichtjes. Het zo opgemaakte concept liet hij met opzet in zijn woonkamer rondslingeren. Toen een familielid daar een keer stiekem een blik in had geworpen ging het al snel rond dat hij heel vermogend was en van plan was zijn neven en nichtjes rijkelijk te bedelen. Aan aanloop en hulp ontbrak het hem daarna niet meer. Pas na zijn dood bleek dat hij nauwelijks enig vermogen had!
Eind jaren zestig behoorde jij tot de groep populaire jongeren die indruk maakte in het uitgaansleven van Weert. Modern gekleed, alternatieve haardracht, reden jullie rond op bromfietsen van het merk Puch of Tomos. Jullie groep, met jongens als Adri-Jan Hoes, Guido Timmermans en Kees Schalken vormde de tegenhanger van de ‘nozems’ die met hun ‘vetkuiven’ rondreden op Zündapp of Florett. Hoe kijk jij nu terug op die tijd?
Dat was best een enerverende tijd. Het leven was een feest. Met menige jongedame achter op de Puch ging ik feesten en partijen af. Wij waren de ‘studentjes’ die zich in die roerige jaren afzetten tegen de gevestigde orde. Het is de tijd (1964) dat Rolling Stones-fans het Kurhaus in Scheveningen afbraken. Enkele jaren later (1969) bezetten studenten het Maagdenhuis, het bestuurlijke centrum van de Universiteit van Amsterdam. Toen was ik net begonnen aan mijn studie in Nijmegen waar in navolging van Amsterdam ook de aula werd bezet.
In jouw vriendengroep van ‘angry young men’ lag de keuze voor het beroep van notaris niet direct voor de hand. Was het overlijden van je vader het markeerpunt in je leven waarop het ‘vrije leven’ omsloeg in het verantwoordelijkheid nemen voor een serieuze maatschappelijke carrière?
Dat denk ik wel. Zoals ik al zei maakte het notariaat al vroeg indruk op mij. Alle aspecten van dit beroep hadden mijn bijzondere belangstelling. Toen mijn vader stierf voelde ik de verantwoordelijkheid om mijn moeder, die er als jonge weduwe plotseling alleen voor stond, te steunen in de afwikkeling van onderhandelingen met de gemeente.
Je hebt er altijd een sobere levensstijl op na gehouden. Nooit de behoefte gehad om eens flink uit de band te springen, een wereldreis te maken, een oldtimer te kopen?
Totaal niet. Ik hou van de natuur dicht bij huis. Ik geniet van de vogels in mijn tuin waarin ik uitsluitend inheemse planten heb staan die bijen en vlinders aantrekken. Een gladgeschoren gazon is niks voor mij. In de waterpoel zitten kikkers en salamanders. De huidige consumptiemaatschappij staat mij tegen. De welvaart neemt toe terwijl de natuur kapot wordt gemaakt. Neemt niet weg dat ik al op jonge leeftijd kind aan huis was bij de antiekbeurs in Delft. Kunst en kunstgeschiedenis draag ik een warm hart toe.
Heb je het ontbreken van een levenspartner nooit als een gemis ervaren?
Niet echt nee. Het is er nooit van gekomen omdat ik getrouwd was met mijn werk. Ik kan heel goed alleen zijn. Dat heeft ook zijn voordelen. Het enige wat ik mis, is het delen van dagelijkse voorvallen en persoonlijke meningen. Toch voel ik me rijk met vrienden en familie om mij heen.
Wat waren voor jou dan die voordelen?
Neem bijvoorbeeld dit ‘project’ De Tiendschuur. Dat heb ik helemaal naar eigen inzichten gerealiseerd. Ook voor deze aangebouwde privéwoning en de inrichting ervan geldt: het is precies zo geworden zoals ik het wilde hebben.
Een ander voordeel: Over het indelen van mijn vrije tijd ben ik zelf heer en meester.
Dreig je in een zwart gat te vallen nu er een einde is gekomen aan je werkzame leven?
Het gedwongen afscheid nemen van het notariaat viel mij zwaar. Ik wil nuttig bezig zijn. Nu kom ik wel meer toe aan vrijetijdsbestedingen: Ik wandel dagelijks met mijn hond Tinus, tennis bij de Ray Prickers, ben bij een kookclubje, een wandelclubje, ben lid van de Lionsclub, Veldeke, de Aldenborgh en van Heren Zeventien, een vriendenclub die door sommige leden enigszins ironisch ‘debatingclub’ wordt genoemd.
Veel Weertenaren hebben hun nalatenschap door jou laten vastleggen. De vraag die menigeen nu op de lippen brandt: Hoe gaat deze notaris zijn eigen nalatenschap vormgeven?
‘Er zijn genoeg kinderen van schoenmakers die met kapotte schoenen rondlopen.’ Voor mij privé heb ik de zaken geregeld zoals het een notaris betaamd.
Het is aan de bemoeienis van wijlen Johan Cruijff te danken dat het nalaten aan goede doelen belastingvrij is. In een column in De Telegraaf maakte Cruyff zich er in 2005 kwaad over dat zijn Johan Cruyff Foundation over het trapveldje dat zijn organisatie aan een Amsterdamse deelgemeente schonk acht procent belasting moest betalen. Hij stelde voor dat de Belastingdienst als medesponsor van het voetbalveld zou optreden. ,,Makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker”, parafraseerde Cruyff destijds de slogan van de Belastingdienst. Enige tijd later werd besloten de belasting op schenkingen aan goede doelen te schrappen.
In het bijzonder voor stellen zonder kinderen en vrijgezellen is deze belastingvrijstelling een reden te meer om charitatieve instellingen in hun testament te betrekken.