Petra van Raaij: ‘Leer controle los te laten en vertrouw erop dat het weer goed komt’

Petra van Raaij (59), moeder van zeven kinderen woont met haar man Ron al 30 jaar in Weert en is intussen goed ingeburgerd. Maar dat verliep verre van soepeltjes. Als ras-Amsterdammers ondervonden zij destijds bepaald geen warm welkom in Weert.
In dit nummer van Weert Magazine over Gezinsleven en Wonen praat ik met haar over het reilen en zeilen in een groot gezin, haar carrière als onderneemster en storemanager, haar bijzondere belangstelling voor natuurgeneeskunde en orthomoleculaire voedingsleer en haar politieke ambities. Een opmerkelijke vrouw met een bijzondere kijk op het leven.

Vanuit de randstad naar Weert

Ik ben geboren en getogen in een echte Amsterdamse volksbuurt in een gezin met vijf kinderen. Na de land- en tuinbouwschool werkte ik enkele jaren bij de stadsreiniging, een mannenwereld waar je leert stevig in je schoenen te staan. Op mijn achttiende ontmoette ik mijn man Ron en verhuisden we samen naar Lelystad. Om toch dichter bij het werk te wonen, verhuisden we enkele jaren later naar Almere. Ron werkte bij drukkerij De Boer in Almere en die ging fuseren met Roto Smeets in Weert. En zo kwamen we uiteindelijk hier terecht.

In Nederland is drie kinderen al ruim boven het gemiddelde. Vrouwen in Nederland krijgen gemiddeld 1,6 kinderen. Jij hebt er zeven. Vanwaar die keuze? 

Het was geen bewuste keuze om veel kinderen te krijgen. Het liep zoals het liep en we vonden het prima. Wij zijn ervan overtuigd dat volledige controle over je leven onmogelijk is, en dat dat ook goed is. Het streven naar controle moet je loslaten. 
Met tweeëntwintig kregen wij ons eerste kind en toen we in 1993 naar Weert verhuisden hadden we er al vijf. Dat werden er zeven: Sander (38), Susanne (37), Sabrina (34), Stefan (32), Sebastiaan (30), Sam (27) en Simone (25). Met z’n negenen in een huis aan de Vaalsbroek was passen en meten. Inmiddels zijn alle kinderen het huis uit en wonen Ron en ik alweer enkele jaren hier aan de Koelebeemdweg.

De opvoeding van zeven kinderen lijkt me geen gemakkelijke klus. Hoe ging dat bij jullie?

Ron en ik vormen een goed team. Regelmaat, stabiliteit en structuur vonden wij erg belangrijk. Als het nodig was waren wij duidelijk in waar een grens bereikt was maar aan de andere kant mocht elke kind op zijn eigen manier kind zijn. Ik ben wel heel blij dat ik mijn kinderen nog vóór het tijdperk van de sociale media gekregen heb. Dat gaf toch veel rust in huis en aan tafel. In bepaalde opzichten waren we ook een ouderwets gezin: Eten doen we altijd gezamenlijk aan tafel. Er werd samen opgeruimd en we maakten takenroosters voor allerlei huishoudelijke klusjes. Daar was verder geen discussie over. Ik zie nu wel eens ouders in overleg gaan met een tweejarige. Dan denk ik ‘doe effe normaal’.  Tegenwoordig worden al die prinsjes en prinsesjes te veel gepamperd. 

Wat zijn de voor- en nadelen van een groot gezin?

Het grootste voordeel is, denk ik, dat kinderen vrijer kunnen opgroeien.  Niet voortdurend het wakend en sturend oog van de ouders. Nadelen hebben wij nooit ervaren. Misschien dat er weinig tijd was voor jezelf of voor elkaar als partners. Ja het was niet altijd even makkelijk om financieel rond te komen. Maar kinderen leren daardoor ook de waarde van geld kennen. Ze hebben allemaal bijbaantjes gehad om zelf wat te verdienen. Voor een kind is er toch niets leuker dan met eigen verdiend geld iets te kopen? Daar waren ze trots op.
Onze vakanties waren kampeervakanties, hartstikke gezellig. We gingen eens met een caravan naar Spanje en dat werd, met vijf kinderen in de auto, een race tegen de klok omdat we op tijd daar moesten zijn. De oudste twee reisden ons namelijk met een busdienst achterna. 
Het dagmenu van een groot gezin is natuurlijk ook een behoorlijke kostenpost. Vanuit mijn vakgebied ben ik altijd met voeding bezig. Wij aten gezond maar traditioneel: drie maaltijden per dag, broodontbijt, lunch en ’s avonds aardappelen, vlees en groenten, maar dat waren gigantische hoeveelheden. En geen of nauwelijks tussendoortjes of snoep. Met kerst hadden we de laatste jaren natuurlijk wat weinig ruimte in huis. Dan zetten we een tent in de tuin met wat heaters erin om daar samen aan het kerstdiner te gaan. Heb je veel kinderen opgevoed, krijg je ook veel liefde terug maar dat geldt natuurlijk alleen als er een basis is van liefde en veiligheid. 

Hoe werden jullie hier in Weert ontvangen?

Dat heeft ons echt verbijsterd. Het was niet echt een warm welkom maar meer van ‘die Amsterdammers met hun vijf kinderen en twee honden’ dat kan toch niet. Er gingen de meest rare verhalen over ons rond. Bij de aankoop van ons huis waarschuwde notaris Veugen ons al voor de houding van Weertenaren ten opzichte van randstedelingen. 
Om contacten met andere mensen te leggen ging Ron als vrijwilliger bij de scouting aan de slag. Toen er een barbecue werd georganiseerd, werd ik daar ook voor uitgenodigd. Alle mannen zaten apart van de vrouwen. Ik heb me zelden in mijn leven zo ongelukkig gevoeld. Alleen als ik iets vroeg kwam er een kort antwoord maar hele gesprekken gingen in een voor mij onbegrijpelijk dialect langs mij heen. Het was waarschijnlijk ook een stuk onzekerheid en verlegenheid van de kant van die vrouwen.  Een van mijn buurvrouwen waar ik een prima relatie mee kreeg vertelde mij later dat ze twee jaar moed had verzameld om mij aan te spreken. Dat was voor mij schokkend om te horen. Op het werk werd het Ron ook behoorlijk moeilijk gemaakt. Er waren mensen boventallig verklaard en dan is het voor het personeel niet te begrijpen dat er dan wel een Hollander binnenkomt en een functie bekleedt die iemand die eruit moest ook had kunnen vervullen.
Uiteindelijk heeft Ron daar met veel plezier gewerkt.

Is jouw beeld van de Weertenaren veranderd? 

Wij wonen hier nu dertig jaar en hebben natuurlijk na zoveel jaar onze draai hier gevonden. Ik begrijp wel dat als je in deze gemeenschap geboren en getogen bent dat van invloed is op je sociale leven. Voor mensen van buitenaf is het zoeken naar verbinding best vermoeiend. Ik ben verbaal sterk. De een vindt mij bot en te direct, de ander vindt mij open en spontaan. Het is maar net wie je tegenkomt. Onze kinderen hebben hier wel hun roots en hebben hier ook hun sociale contacten. Ze zijn alle zeven uitgevlogen maar vijf van hen wonen nu weer in Weert. Weert is hun thuis dus we kunnen wel stellen dat Weert onze basis is geworden.

Wij hebben nu negen kleinkinderen en dit jaar komen er weer twee bij, hoe geweldig is dat. Ik ervaar het nog steeds als een wonder dat wij gezegend zijn met een prachtig gezin, iedereen is gezond en is op zijn eigen plekje terechtgekomen. 

Je carrière in de wereld van de natuurgeneeskunde?

Toen de jongste een jaar of vijf was ging ik aan de slag bij De Kruiderij in de Langstraat. Daar kreeg ik fijne collega’s en sociale contacten. De Kruiderij was een prachtige zaak die in 2005 failliet ging ten gevolge van mismanagement. Samen met een collega zijn we toen verdergegaan in onze eigen zaak naast de HEMA aan die verschrikkelijk ongezellige Nieuwe Markt: Het Driekleurig Viooltje. In 2009 overviel ons de economische crisis en werden we genoodzaakt de stekker eruit te trekken. Op dat moment waren we nog schuldenvrij. Omdat ons huurcontract gewoon doorliep raakten we diep in de schulden. Het ‘administratiemannetje’ dat het voor ons allemaal zou oplossen maakte er een potje van en we kwamen twee jaar later in de schuldsanering terecht. Ons ‘mannetje’ bleek met de noorderzon vertrokken. Dan blijkt ook dat banken eigenlijk boeven zijn. Door rente en boetes lopen schulden in korte tijd enorm op. Maar dan is het toch mooi geregeld dat je in ons land geholpen kan worden door het WSNP-traject te doorlopen en je na drie jaar weer een nieuwe start kan maken.

Maar dit is zeker geen zielig verhaal. Wij hebben een positieve levenshouding en de overtuiging dat er altijd weer een wending ten goede komt. In die moeilijke tijd zijn er ook heel mooie dingen gebeurd. Er werden kleinkinderen geboren en we maakten een reis naar Suriname. Ook de bruiloft van Sabrina en Sree in India was een geweldige belevenis. Dat zijn prachtige cadeautjes die je dan mag ontvangen.
We zijn alles goed te boven gekomen en nu ben ik al jaren storemanager van de vestiging van Vitaminestore in Den Bosch en sinds kort ook van Weert. Ron heeft zijn eigen klusbedrijf.

Je passie ligt bij Orthomoleculaire voedingsleer en Natuurgeneeskunde. Daar bestaat nogal wat discussie over. Hoe scheid je daarin het kaf van het koren?

Als kind uit een volksbuurt heb ik niet echt de kans gekregen om me via scholing te ontwikkelen.  Dat heb ik later ingehaald. Natuurlijk zijn er kwakzalvers maar de opleidingen die ik gevolg heb werden niet gegeven door dokter Google maar door geschoolde artsen. 
Er zijn naast de reguliere geneeskunde nog zoveel gebieden die vanuit het totale mensbeeld een verrijking zijn aan de mogelijkheden om mensen weer gezond te maken of gezond te houden. Wij zijn wat we eten. Je lijf, als menselijk systeem, wordt geregeld door voedingsstoffen. Met de natuurlijke basisstoffen, mineralen en vitamines is er ontzettend veel winst te behalen op dat gebied. 
Een voorbeeldje uit de praktijk. Een achttienjarige Surinaamse jongen, zwaar depressief, lag het grootste deel van de dag op bed. Hij kreeg van ons het advies om op vitamine D te laten prikken. Zijn waarde bleek 18. In het reguliere circuit is 60 de benedengrens. Wij hanteren 100. Hij ging een hoge doses vitamine D slikken en na vier weken zat hij weer op school!
Op magnesium, B12 en D3 zou, zeker bij ouderen, jaarlijks geprikt moeten worden. Dat zou veel narigheid voorkomen. Artsen zouden tijdens hun opleiding een jaar les moeten krijgen over de basisbehoeften van ons lichaam en wat het lichaam nodig heeft om gezond te blijven.
De eerste vraag wordt dan: ‘Hoe staat het met voeding, leefstijl en ontspanning?’ Pas daarna kan er naar medicijnen worden gegrepen.
Ik ben nu bezig met een hbo-opleiding hormoontherapie. Een van mijn docenten had een geweldige uitspraak: ‘Als je met klachten bij een arts komt en hij of zij schrijft je medicijnen voor zonder te vragen naar je leefstijl, je voeding en je ontspanning is het een drugsdealer.’
Er gaat echt weer een wereld voor mij open. 

In november 2021 werd je tot lijsttrekker gekozen voor GroenLinks bij de gemeenteraadsverkiezingen in Weert. Een week later besloot je af te zien van het lijsttrekkerschap. Kun je deze stap na anderhalf jaar nader toelichten?

GroenLinks  is nog steeds mijn partij: sociaal en met aandacht voor milieu en innovatie. Laat daar geen misverstand over zijn. Maar als je als leek de politiek instapt, moet je sterk in je schoenen staan. Ik ontdekte op tijd dat het voor mij te vroeg kwam en ik nog niet aan de verwachtingen kon voldoen. Ik lijk dan soms wel heel stoer maar de druk werd me te hoog. Bovendien deden er zich op mijn werk in Den Bosch ook enkele personele problemen voor waardoor het geheel teveel energie van mij vroeg.

Heb je nog politieke ambities?

O zeker wel. Ik sluit niet uit dat ik me over enkele jaren toch weer beschikbaar stel. Maar ik wil dit verhaal positief afsluiten. Ik geloof dat dingen moeten lopen zoals ze lopen. Er doen zich altijd weer nieuwe positieve ontwikkelingen voor. 
Mijn levensmotto is: ‘Leer controle los te laten en vertrouw erop dat het weer goed komt.’