27 juni 2019 | Auteur: Désiré Kappert
Peter Stienen: ‘mijn herstel was mijn verantwoordelijkheid’. Een ernstig ongeval tot bijzondere carrièreswitch.
Hij werkte jaren in de verpleging en de psychiatrie maar wilde uiteindelijk iets anders. Hij kreeg een ernstig ongeval waarvan hij jaren moest revalideren. Het veranderde hem als mens. De reeds ingeslagen weg werd hem steeds duidelijker; hij maakte een ongewone carrièreswitch. Van psychiatrie naar campingbeheer. Bijzonder en interessant. Peter Stienen (51) vertelt zijn verhaal.
Ik tref Peter op het Natuurkampeerterrein Wega in de bossen van de IJzeren Man. De omgeving ademt een enorme rust en stilte. Op deze doordeweekse dag na Pinksteren is het terrein nagenoeg leeg. Een fanatieke kampeerder zit onder zijn luifel een boek te lezen, iemand anders pakt de fiets voor een ontspannen fietstocht. De sfeer op en rond het terrein is aangenaam. De rust is wedergekeerd na een druk Hemelvaart- en Pinksterweekend waarin Peter meer dan 300 gasten mocht verwelkomen. Een nieuwe ervaring voor de kersverse exploitant. Ik spreek hem in zijn verblijf op het terrein.
Uit wat voor gezin kwam je?
“Ik ben geboren in Nederweert. We hadden thuis drie kinderen waarvan ik de jongste ben. Als kind was ik zoekende. Wat boeit me, wat bindt me? Mijn zus ging al uit huis toen ik 13 was; het gezin veranderde. Ik was een open, vrije jongen die nieuwsgierig naar het leven was. Ik kwam al vroeg in contact met muziek. Ik werd verdienstelijk drummer en kreeg vrienden met verstand van muziek. Heb jaren gespeeld bij Double Axe en later bij The Electrophonics. Muziek was een uitlaatklep voor mij. Wij zijn redelijk traditioneel opgevoed. Mijn ouders waren katholiek, maar ik had niets met het geloof en de kerk. Toch werd ik op de lagere school misdienaar toen de pastoor nieuwe misdienaars zocht. Niet vanwege de kerk maar omdat je dan overdag verlof kreeg als er een uitvaart of trouwerij was. We groeiden op in Nederweert. Mijn vader werkte 40 jaar bij Coveco, mijn krachtige moeder was huisvrouw en had daarnaast een baantje. Na de middelbare school ben ik geschiedenis gaan studeren om leraar te woerden. Maar dat was het niet voor mij. Uiteindelijk heb ik de opleiding A- verpleegkundige gedaan in het ziekenhuis van Venlo. Na verloop van tijd vond ik dat niet meer bij mij passen en ben ik overgestapt naar de Brichting: psychiatrie.”
En hoe ging het met de liefde?
“Ik leerde in die tijd mijn vriendin kennen. Na een tijdje ben ik bij haar in Roermond gaan wonen (Zwartbroekplein en Minderbroedersstraat, prachtige ligging). We wilden een gezin stichten maar daar was dit niet het ideale huis voor. We verhuisden naar Weert waar we een woning aan de Oude Laarderweg hebben opgeknapt. Onze relatie heeft vier prachtige jongens gebracht. Sinds enkele maanden zijn we uit elkaar en woont ze niet meer bij mij. We hebben prima contact met elkaar en we laten de jongens vrij in waar ze willen zijn en op welk moment.”
En je carrière in de psychiatrie?
“Die begon bij een psychiatrisch centrum in Venray. Daarna ben ik overgestapt naar de PAAZafdeling in Roermond en studeerde ik verder om uiteindelijk te kunnen beginnen bij het RIAGG (Regionaal Instituut voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg. Een instelling waar mensen terecht kunnen met psychosociale en psychiatrische problemen. red.) Daar heb ik 22 (!!) jaar gewerkt. Na enkele jaren had ik een prachtige baan als teamleider ‘acute zorg en bemoeizorg’ Midden-Limburg. Langzaam zag ik steeds meer collega’s vastlopen in het systeem, de protocollen en fusieperikelen. Ook de inzetbaarheid bij acute crisisdienst ging opbreken. In die periode heb ik me vaker afgevraagd of ik dit wel wilde tot mijn pensioen.”
Je was ook nog actief als hobbykok?
“Ja, dat was mooi werk. Ik kook graag en samen met een vriendin openden wij Atelier Manger. In de keuken bereidden wij voor groepen van maximaal 12 personen een heerlijk 4-gangen diner, compleet met wijnen. Wij kookten en de mensen genoten in het inpandige Atelier. Dat deden we toen zo’n tien keer per jaar. Heerlijk om te doen. Geen druk en geen stress, alleen hobbymatig.”
En toen kreeg je een ernstig ongeval.
“Ja, op 2 februari 2017. We zouden die avond een afspraak hebben met de eigenaren van dit kampeerterrein, tot het noodlot toesloeg. Ik ging die ochtend – zoals elke ochtend – met mijn elektrische fiets op weg naar mijn werk in Roermond. Maar het was glad en ter hoogte van Horn ging ik hard onderuit. Door de val liep ik een traumatisch hersenletsel op. Godzijdank droeg ik een helm anders had ik het wellicht niet overleefd. Ter plaatse ben ik behandeld door een trauma-arts en met spoed overgebracht naar het ziekenhuis in Maastricht waar ik zo’n vijf dagen in coma werd gehouden. Mijn rechter lichaamshelft viel uit en ik moest lang revalideren. Dat was voor mij als verpleegkundige erg lastig kan ik je zeggen. Je wilt niets en bent eigenwijs. Ik was een heel deel van mijn geheugen kwijt door het hersenletsel. Van meer dan acht weken kon ik me niets meer herinneren. Ook van tijden en momenten daarvoor kan ik me zelfs nu niet altijd meer iets herinneren. Maar ik wilde terug, de draad weer oppakken. Alleen… dat ging niet. Ik moest revalideren in Hoensbroek, intern. Het riep weerstand op en ik ben in goed overleg naar huis kunnen gaan, mits ik in dagbehandeling zou komen. Ook wilde ik geen gesprekken om het ongeval te verwerken en vooral mezelf een plek te geven. Ik ben keihard gaan werken bij de fysio want ik wilde terug naar wie ik voor het
ongeval was. Ik heb mezelf in die periode verschrikkelijk overschat. Het kon allemaal niet. Dat besefte ik toen niet. Nu wel. Ik heb in die periode ontzettend veel steun gehad van mijn toenmalige partner Bertien en van mijn zoons. Die moesten ook met de situatie omgaan, waarbij ík (ongewild) vaak in het middelpunt stond. Daar ben ik hen dankbaar voor.”
We zijn nu ruim twee jaar verder. Hoe is het nu met je?
“Het gaat goed. Mijn rechterhelft is er weer. Heel soms heb ik wat moeite met de spraak (wat ik alleen zelf merk), het geheugen laat me nog wel eens in de steek, het lopen gaat meestal goed, soms minder. Maar ik ben gezond en kan weer volledig functioneren. Ik bezoek weer concerten. Een van mijn favorieten, Eilen Jewell, was het eerste concert na mijn ongeval. Dat viel wel tegen, de mensen, het licht en het geluid. Erg wennen! Gelukkig gaat dat nu weer stukken beter, vooral in kleinere sfeervolle bijeenkomsten. Concerten of festivals met grote groepen mensen zijn niet meer mijn ding, die sla ik liever over. Ik ben ook weer vrij snel op de fiets gestapt en langs de plek van het ongeval gereden. Dat was wel moeilijk. Omdat ik me niets kon herinneren was dat ook vreemd. Acht maanden na het ongeval ben ik weer naar mijn werk gegaan en begonnen met de opbouw. In het begin word je dan ontzettend aangesproken door collega’s met de vraag hoe het is. Dat vond ik erg lastig. Steeds weer praten over mezelf en over het ongeluk. Ik vond het op een bepaald moment te confronterend en had er last van. Nu, achteraf ben ik er blij mee en zie ik er ook de waarde van in. Ook die mensen hebben een verhaal en waren erg geschrokken. Dat geldt ook voor alle kaarten en lieve reacties in de weken na het ongeval. Stapels kaarten kwam de postbode brengen. Toen deed het me minder dan nu. Ik bekijk ze nog regelmatig. Tegenwoordig ben ik erg dankbaar om al die aandacht en warmte. Het geeft weer dat je iets betekent voor mensen.”
Heeft het ongeluk je ook iets gebracht?
“Zeker. Het heeft me veranderd. Mijn relativerend vermogen is aanzienlijk gestegen, ik maak me niet meer zo druk als voorheen. De gehaastheid en de onrust van voor het ongeval zijn verdwenen. Ik leer iedere dag; de zelfoverschatting van het begin na 2 februari 2017 heeft ruimte gemaakt voor meer inzicht en omgaan met herinneringen. In het begin zei een begeleidende arts: ‘Voor het herstel moet je tellen op drie jaar.’ Ik dacht, wat een onzin. Nu begrijp ik dat pas. Een handleiding voor herstel bestaat niet. Dat gaat met vallen en opstaan. Het heeft een enorme impact gehad, op mij en mijn omgeving. Je verandert, maar wilt terug naar het vertrouwde, naar de oude veilige situatie. Dat zijn je ankers in het leven. Maar die oude situatie bestond niet meer. Zowel lichamelijk, het bewustzijn en als persoon niet. Gelukkig maar, kan ik na twee jaar zeggen.
Maar ook op de werkvloer was veel veranderd. Veel collega’s waren alle veranderingen moe en de procedures waren aangescherpt. Dat was voor mij de spreekwoordelijke druppel om te stoppen. Door het hele trauma, het herstel en het besef ben ik anders geworden. Ik relativeer veel meer, ben anders gaan presteren en heb veel meer rust in mijn leven gekregen. Ben dankbaar voor de warme mensen om me heen en de aandacht en hulp van anderen. In het begin van mijn revalidatie wilde ik te snel gaan, ik heb toen een mentaal traject gecanceld en te veel van mezelf en mijn omgeving gevraagd. Achteraf denk ik dat ik te vroeg begonnen ben met werken. Ik heb toen het gezin bij elkaar geroepen en besproken ‘dat ik mezelf centraler ga stellen en meer voor mezelf ga opkomen’. Mijn herstel was míjn verantwoordelijkheid. Ik ging knokken, wilde geen invalide of meer afhankelijk worden. Niemand brengt je geluk, dat moet je zelf vinden. In die fase, tot voor kort, koos ik voor een psychologisch behandeltraject. Het besef kwam dat ik niet meewerkte en ook dood had kunnen zijn. Het proces van verandering bij mezélf. En dat mijn ‘ik’ van voorheen er niet meer was. Hij is er weer, maar wel in een nieuw jasje. Met begrip en hulp van mijn gezin ben ik geworden wie ik nu ben.”
Je zei net, dat je op een bepaald moment wilde stoppen met je werk. Gedurfd, na 22 jaar.
“Ik heb nooit met tegenzin gewerkt, maar was klaar op mijn werk. De volgende stap lonkte. Ik wilde energie halen uit mijn werk en dat was over. Ik heb toen de stoute schoenen aangetrokken en ben in een nieuw avontuur gestapt. Vóór mijn ongeval waren we al in gesprek met de eigenaren van dit natuurkampeerterrein. Zij wilden stoppen en wij hadden interesse. In september 2018 ben ik na 22 jaar gestopt bij het RIAGG. En sinds 1 februari dit jaar ben ik eigenaar van dit terrein. Een openbaring. Hier vind ik de rust, de ruimte en de mogelijkheden om mezelf en m’n creatieve ideeën te ontplooien. Ik hoef geen rekening meer te houden met protocollen en er kijkt geen directie over mijn schouder mee. En het voelt geweldig.”
Vertel eens over je huidige werk.
Het Natuurkampeerterrein bestaat al tientallen jaren. We beschikken over 58 ruime plekken voor caravans, campers, tenten en er staan drie trekkershutten. Het terrein is prachtig gelegen in de mooie bossen van de IJzeren Man en Kempen Broek. Er is ontzettend veel te doen in de directe omgeving. Wat ons uniek maakt, is de uitgestrekte natuuromgeving waar het heerlijk wandelen, fietsen of recreëren is. De bezoekers van het terrein komen voor de rust en voor die omgeving. Om die rust in stand te houden is er geen actief animatieteam. Wel bieden we activiteiten van bijzondere mensen, bijvoorbeeld verhalen van een imker of een boswachter, een kok die voor de kampeerders kookt en mindfull-kennismakingen. Nog zoveel ideeën. Ook willen we graag iets betekenen voor Weertenaren die laag op de maatschappelijke ladder staan. Ieder mens heeft een unieke persoonlijkheid en unieke kwaliteiten. Die wil ik laten delen. Ons beleid is erop gericht om zorgvuldig met de mooie natuur en het bijzondere karakter van het terrein en de omgeving om te gaan, zodat de speciale uitstraling volledig tot z’n recht komt. En daar voel ik me in thuis. We zijn ook erg met duurzaamheid bezig. Dat begint met het gericht instandhouden van de natuur en de aanwezige dieren in en om het bos. We hebben bijenkorven geplaatst waar een imker zeer actief mee is, we scheiden zeer gericht al het afval en het water winnen we weer voor hergebruik. Met onze gasten zijn we samen verantwoordelijk voor onze omgeving en wij dragen zorg voor de bewustwording hiervan. In april was de opening met genodigden en familie. Toen was het rond het vriespunt met sneeuw. Een week later was het Pasen en toen steeg de temperatuur tot bijna 30 graden! Die extremen zijn van invloed op de situaties en de bezoekersaantallen op zo’n kampeerterrein. We hebben inmiddels Hemelvaart en Pinksteren achter de rug, waarbij het vol was. En dat geeft een lekkere hectiek waarin ik prima kan functioneren. De laatste jaren hebben me veel positiefs gebracht. Ik ben namelijk mezelf en dat geeft rust. Veel rust!”