16 november 2020 | Auteur: Monique van den Brandt
Peter Speksnijder in Hangzhou: ‘Nu kan ik eindelijk de leuke dingen doen’
Af en toe mist hij de Nederlandse nuchterheid en het sarcasme ‘waar we in Nederland zo goed in zijn’. De sociale media en het egoïsme, speciaal nu met de pandemie, mist hij zeker niet. Hij maakt zelf frikandellen en bitterballen maar een verse haring is er ver te zoeken. Peter Speksnijder (55) woont al zestien jaar in Binjiang, een wijk in Hangzhou, China; “Zeg maar het Groenewoud van Hangzhou”, legt Peter uit.
Gevoel voor beeld en geluid
Als zoon van een schippersfamilie geboren op de Zuid-Willemsvaart, verhuisde Peter op tweejarige leeftijd naar de wijk van de Schäöpkes; Groenewoud. Hier groeide hij op, samen met zijn ouders en drie zussen. Peter: “Ik denk dat ik blij mag zijn dat ik zonder sociale media ben opgegroeid. Spelen en praten met je maatjes deed je gewoon buiten na school (John F. Kennedy-school). Daarna ben ik via de LTS (tegenover ons ouderlijk huis) op de MTS terecht gekomen.” Als tiener was Peter al gefascineerd door alles wat te maken had met geluid, versterking, registraties en studio’s. Hij ging als vrijwilliger aan de slag bij de Stichting Weerter Huisomroep in het Sint Jans Gasthuis. Ook werd zijn hulp ingeschakeld bij verschillende lokale bonte avonden. Voor het Munttheater werkte hij als geluidstechnicus en ‘stage hand’; dat wil zeggen achter de schermen en betrokken bij de opbouw van decors, podia en alle benodigde techniek. “In die jaren heb ik ook veel video en geluidsmontages gemaakt voor lokale media en andere klanten”, vertelt Peter. “Mooie tijden met goede herinneringen.”
Aan het werk
Na zijn militaire dienstplicht moest er werk gezocht worden en dat vond hij bij Bosch Verpakkingsmachines. Peter: “Als serviceengineer heb ik voor Bosch de hele wereld over gevlogen. Door mijn ervaringen kwam ik in Japan terecht. Drie jaar later kwam er een uitdaging in China. Daar had ik wel zin in, dus die heb ik aanvaard”, legt Peter uit. “Vijf jaar heb ik voor Bosch in China keihard gewerkt. Het was veel ‘hands-on’ (aanpakken) en niet veel reizen buiten China om. Blijkbaar ben ik toen voor het hoofdkantoor in Duitsland uit het vizier geraakt want het arbeidscontract werd door Bosch beëindigd. Peter: “In totaal heb ik twintig jaar voor Bosch gewerkt en toen zat ik opeens zonder werk, in China! Gelukkig is de wereld van verpakkingen niet zo groot, dus een nieuwe job was snel gevonden!”
Voor Wolf verpakkingsmachines (“zelfde taal, kleiner bedrijf”, zegt Peter) startte hij een fabriek in China en namen ze zelfs de eerste plek van Bosch in Azië over. “Gelukkig dat Bosch mij niet meer wilde, anders zou ik me hiermee niet zo happy voelen”, geeft Peter eerlijk toe. Daarna was Peter betrokken bij het opzetten van een fabriek voor BPA (verpakkingsgigant Blue Print Automotion) en speelde hij een rol in het samenbrengen van een Canadees bedrijf en VH Verpakkingsmachines in Weert. Na deze avonturen besloot Peter dat het tijd was om eigen baas te zijn.
Geen bazen meer
Op dit moment is Peter voor zijn werk onderweg van Hangzhou naar het 1.200 km zuidelijker gelegen Shenzhen; dit is een miljoenenstad gelegen aan de grens met Hongkong in het zuiden van China. Er wonen 11,4 miljoen mensen en is een van de snelst groeiende steden op aarde. Peter: “Momenteel werk ik zelfstandig. Of zoals een mentor van mij altijd zei: ‘Nu kan ik eindelijk de leuke dingen doen’. Als technisch consulent help ik bedrijven met het verwezenlijken van projecten. Dit is enorm gevarieerd; van een project voor het ontwerpen en begeleiden van een volwaardig theater voor een internationale school tot het begeleiden van een nieuw te bouwen fabriek voor een Chinese klant. Ik ben ook vaak bezig met audits (controles/onderzoeken) voor buitenlandse bedrijven. Vanwege corona kunnen deze bedrijven nu niet naar China komen om het zelf te doen. Ze willen er toch zeker van zijn dat ze de juiste producten geleverd krijgen of dat ze met betrouwbare bedrijven samenwerken. Ik word dan ingeschakeld om dat werk voor hen te gaan doen. Je moet niet vergeten dat de Chinese mentaliteit en werkwijze bijna van een andere wereld zijn. Dus dan is het belangrijk om een man ter plekke te hebben die kennis van zaken, cultuur en eigenaardigheden heeft”, vertelt Peter enthousiast verder.
Geen (h)erkenning
Peter is getrouwd met Amei en woont samen met dochter Gijsje (9) in Binjiang, een wijk in Hangzhou. Uit een vorig huwelijk heeft hij een zoon die, als alles weer normaal wordt in de wereld, naar een Universiteit in Nederland gaat. Peter noemt Binjiang het Groenewoud van Hangzhou; het is één van de tien wijken/ districten van Hangzhou en er wonen 120 duizend mensen op een oppervlakte van 73 vierkante kilometer. In totaal heeft Hangzhou negen miljoen inwoners. De gemeente Weert onderhoudt sinds 2009 officiële contacten met de stad en in het bijzonder met een ander district, namelijk Yuhang. Peter: “Jaren geleden hebben we de burgemeester van Weert op de koffie gehad. Toffe dag. Ik moest wel zelf voor de appeltaart zorgen want een Weerter vlaaitje zat er niet aan. Maar dat mocht de pret niet drukken. Een paar maanden daarna ging ik naar Weert voor een bezoek aan mijn zussen. Was net de Weerter Triatlon aan de gang. Mijn zwager had VIP-kaarten. Zit ik ineens naast die burgervader; kijkt hij mij nog niet eens aan!! Damn! Over Nederlandse arrogantie gesproken…”, vertelt Peter, nog steeds ietwat verongelijkt.
Kordate aanpak Covid-19
In december 2019 werd in Wuhan – China, volgens Wikipedia, ‘een cluster van symptomen van een longontsteking van onbekende oorsprong waargenomen. In januari van dit jaar werd het virus voor het eerst geïdentificeerd’. Peter: “Al heeft het in het begin wat langer geduurd om het coronavirus hard aan te pakken, China heeft het toch goed voor elkaar gekregen. Van deze ervaringen kon de rest van de wereld veel leren. Helaas is in het Westen het ‘recht op privacy’ veel belangrijker dan het ‘recht om te overleven’. Begin februari is China in een lockdown gegaan. Dat is hier ook gemakkelijker; mensen wonen in zogenaamde compounds (leefgemeenschappen) met maar een paar in- en uitgangen. Iedereen draagt een masker. Niet dat dat jou beschermt, maar als iedereen een masker op heeft, dus ook de geïnfecteerde personen, dan werkt het wel. Verder werken we met een QR-code die aangeeft (als je de vragenlijst hebt ingevuld) of je mag reizen. Groen is top, lekker reizen, ook vliegen. Oranje is oppassen en rood is quarantaine! Iedere provincie heeft zijn eigen app en daar zit een klein probleem. Je moet wel weten welke app te gebruiken, anders ben je overal papieren aan het invullen. Bijna overal wordt je temperatuur opgemeten, maar niet opgeslagen. Men heeft in China ook zijn privacy”, lacht Peter.
Big brother is watching
Het leven in China bevalt Peter goed en hij legt uit waarom. Ik ben erg gelukkig om met vrouw en kind in dit land te wonen. Er wordt hier snel en kundig met problemen omgegaan. Alles is gemoedelijker, vriendelijker. Bijna als het Nederland van dertig jaar terug. Er zijn regels maar die zijn nog niet te strak. Agressie is ver te zoeken. Men klaagt wel eens dat er zoveel camera’s zijn in China. Maar aan de andere kant zijn er daardoor wel veel minder problemen. Voor mij maakt het niet uit, ik zeg altijd maar zo: ‘als je niets te verbergen hebt, dan maakt het ook niet uit dat ze weten waar ik ben en wat ik doe’. Het eten is er erg goed en alles is te krijgen via supermarkets, farmer markets of online. Alleen die verse haring hè, die kan ik hier niet kopen helaas. Die mis ik wel.”
Dromen over later
Voor wat de toekomst betreft heeft Peter allerlei plannen. Peter: “We zitten wel eens te brainstormen over het opzetten van een klein reisbureau. Dan zouden we elke maand een paar toeristen begeleiden naar plekken in China waar echt niemand (van die toeristen) komt. China is gewoon heel mooi en als je uit de grote steden wegblijft, is men er ook nog eens heel erg vriendelijk. Als wij opa en oma op het platteland bezoeken dan lijkt het wel of je honderd jaar teruggaat in de tijd! Maar dan zal eerst de pandemie overwonnen moeten worden. Dat is een wereldprobleem. Allemaal een mondkapje op! Vergeet de ‘ja maar ik vind dit’- en ‘ik hoef dit niet’-mentaliteit. Door egocentrisch denken en doen komen we niet verder. Alleen als we samenwerken wordt het opgelost!”, sluit Peter resoluut af.