Nic Lexmond, de vrouw naast en achter Prins Frank II

Nic Lexmond duikt de Vastelaovundj in met man Frank van Dooren

Nic Lexmond (52) is ‘de vrâw vanne preens’, al staat die benaming haar niet echt aan. Het is een zelfbewuste vrouw die weet wat ze wél en wat ze níet wil. Ik ontmoet haar in een ‘zwaarbewaakte’ ruimte van het Munttheater, enkele uren vóór de uitroeping van haar man Frank tot Rogstaekerspreens Frank II. Fotograaf Irene van Wel en ik hebben toestemming gekregen om tijdens die spannende uren wat indrukken op te doen en afspraken te maken over interview en fotosessie. In tegenstelling tot haar man is zij geen uitbundige carnavalsvierder. Zo’n interview met haar in het middelpunt, dat hoeft voor Nic eigenlijk ook niet. Dan wil ze toch minstens haar kinderen en hun vriendinnen erbij betrekken. Het gaat het gehele gezin aan en dat wil ze graag benadrukken. Even later zie ik haar toch glunderend en vol trots in de coulissen staan. ‘Dat gaat helemaal goed komen’ is mijn eerste gedachte. Twee dagen later heb ik een uitgebreid gesprek met haar in het Prinsenpaleis Leenhof 25.  

En? Hoe zijn de afgelopen twee dagen bevallen?

“Druk, veel, leuke hartelijke reacties, lieve mensen die het Frank ook heel erg gunden. Het viel me dus reuze mee.” (Dit komt er allemaal krakerig uit omdat haar stem al helemaal weg is. Goed teken; hoort erbij!)

Je hebt liever dat anderen iets over jou zeggen dan dat jij iets over jezelf vertelt. Is dat bescheidenheid of gereserveerdheid?

“Dat is denk ik gereserveerdheid. Ik ben enorm gesteld op mijn privacy. Voor mij geldt: ‘Dit is van mij, dit is van ons.’ Frank is de publieksmens en ik ben graag op de achtergrond.”

Je bent geboren en getogen in Geldrop, daar wordt toch ook carnaval gevierd?

“Dat klopt, maar lang niet zoals hier in Weert of in Eindhoven. Bovendien komen mijn ouders uit Gouda dus ik heb het carnavalsvirus echt niet met de paplepel binnengekregen. Ik hou wel van op stap gaan maar ben nooit een liefhebber van carnaval geworden. Uit eten, naar de bioscoop, iets leuks doen met familie, vrienden en vriendinnen, helemaal prima. Maar in kleine kring, niet de kroeg in of de drukte opzoeken van een zaal hossende mensen die soms teveel gedronken hebben en daardoor vervelend kunnen worden.”

Wie is Nic Lexmond? Wat zijn jouw typische karaktertrekken of persoonlijke eigenschappen?

“Nuchter, zorgzaam en ‘ernstig georganiseerd’. (De bij het gesprek aanwezige zonen en ‘bonusdochters’ reageren als uit één mond met: “Lijstjes!”)

Ja ik gebruik nog steeds lijstjes om structuur aan te brengen. En het werkt. Een afvinklijstje van spullen die mee moeten op vakantie of voor de jongens een instructie hoe de wasmachine ingesteld moet worden. Ik heb behoefte aan overzicht en structuur en met een man als Frank is dat hard nodig. Hij is namelijk wat dat betreft het tegenovergestelde van mij, heel chaotisch. We vullen elkaar dus prima aan! Verder geldt voor mij ook: ‘Eén dag niet gelachen is een dag niet geleefd!’ Het moet natuurlijk wel leuk blijven.”

Is er iets waar jij je echt druk om kunt maken? Een zorg? Een ergernis?

“Als mensen om de hete brei heen draaien. Zeg waar het op staat dan kan ik er iets mee. Een zorg die ik heb in groter verband is dan toch het klimaat en hoe wij met deze aardbol omgaan. Niet dat ik een activiste in de milieubeweging ben maar zorgelijk vind ik het wel. Niet voor deze generatie maar voor onze kleinkinderen.”

Waar kun jij echt van genieten?

“Eten! En vakanties, familiedingetjes, een saunaatje pakken, met Frank op de bank een leuke Netflix- serie bekijken én lezen, vooral lezen. Thrillers, daar kan ik mezelf helemaal in verliezen. Ik geniet ook van samenzijn met mijn kinderen en die lieve bonusdochters die ik er gratis en voor niets bij heb gekregen.

Met vriendinnen ga ik ieder jaar een dag naar Bospop. Frank gaat drie dagen maar dat is voor mij wat teveel van het goede. Het klinkt misschien raar maar ik hou ook van gregoriaanse muziek. Dat komt omdat mijn vader dat vroeger altijd zong en dan komen er mooie herinneringen uit mijn jeugd terug.

We zijn dit jaar vijfentwintig jaar getrouwd en dan gaan we met het hele gezin, dus inclusief de meiden, naar Bali. Daar verheug ik me nu al op.”

Op welke persoonlijke prestatie in je leven ben je het meest trots?

“Dat ik deze twee jongens hier op de wereld heb gezet. Ze doen het heel goed, hebben hele leuke vriendinnen waar ik het goed mee kan vinden, we hebben het gezellig samen. Ja daar ben ik trots op, dat onze opvoeding dit resultaat heeft gehad. Ze kunnen ook allebei koken, en daar zijn ze nu maar wat blij mee. Ik heb drie oudere broers en die hoefden thuis niks te doen op huishoudelijk gebied. Dat was zo in die tijd. Dat heeft me altijd geërgerd.”

Je werkt als stafverpleegkundige met specialisatie Cardio Vasculair Risico Management bij zorggroep PoZoB. Kun je een beeld schetsen van je carrière en de inhoud van je huidige werk?

“Ik ben hart- en vaatverpleegkundige van beroep en help en ondersteun de praktijkondersteuners bij huisartsen voor dit specifieke vakgebied. Ik help hen bij het implementeren van cardiovasculair risicomanagement bij patiënten in de eerstelijnszorg.

Na mijn middelbare school ben ik hier in Weert begonnen aan de inservice opleiding verpleegkundige-A. Ik ben me daarna blijven bekwamen en specialiseren, heb de opleidingen hart- en vaatverpleegkundige en praktijkondersteuner gevolgd en veel werkervaring opgedaan. 

Qua carrièreperspectief zou ik nog wel een stapje in de richting van projectmanagement willen zetten. De persoonsgerichte zorg projectmatig uitbouwen, daar ligt mijn ambitie. We zijn nu toch nog te vaak algemeen protocollair aan het werk en moeten meer gaan handelen vanuit de totale mens, de patiënt met al zijn kenmerken, gevoelens, wensen en kwaliteit van leven.”

ECHTGENOTE VAN FRANK II, PREENS VANNE ROGSTAEKERS

Wanneer, waar en hoe heb je Frank leren kennen?

“Tijdens mijn opleiding in Weert woonde ik in de verpleegstersflat aan de Hofakkerstraat. Na mijn examen huurde ik samen met enkele collega’s een appartement boven een slagerij in de Langstraat. Ik was toen een jaar of twintig. Boodschappen deden wij bij de Torro, en wie stond daar achter de kaas? Mijn Frank! Ik vond hem heel leuk maar hij reageerde niet op mijn signalen. Toen heb ik op een keer gewoon mijn portemonnee met kleingeld voor zijn voeten laten vallen. Samen hebben we alle muntjes bij elkaar geraapt en van het een kwam het ander.”

Frank is in Weert wereldberoemd als kaasboer. Doet hij de zaak helemaal alleen of heb jij daar ook enige bemoeienis mee?

“Het eerste jaar heb ik nog meegewerkt in de zaak maar dat bleek helemaal niks voor mij. Frank is daar véél beter in. Ik denk wel nog mee over organisatorische zaken en help ieder jaar mee met het maken van de kerstpakketten. Daar blijft het bij wat mijn werkzaamheden voor de zaak betreft.”

Wat was jouw rol in de beslissing om ja te zeggen tegen het prinsschap?

“Niet veel eigenlijk. Als ik echt ‘nee’ had gezegd had hij het niet gedaan denk ik. Maar zo’n kans krijg je maar één keer. Ik gunde het hem ook echt. Toch twijfelde hij aanvankelijk, tot ik zei ‘Als je het nu niet doet dan weet ik het ook niet meer’.”

Hoe heb je de voorbereiding tot aan het moment van uitroeping ervaren?

“De eerste week vond ik het lastig maar daarna liep het allemaal op rolletjes. Onder het codewoord ‘Konijn’ werden er afspraken gemaakt. Onze meidengroepsapp heette ‘Konijnenvelletjes’ en dan gingen er berichten rond als ‘Vanavond konijnenfeest’. Met de prinsenbegeleiders en met de enige adjudant die op de hoogte was, Frank Stultiëns, deed Frank het in het dialect en heette het konijn ‘Toeën’. De begeleiding vanuit de Rogstaekers was verder perfect. We hebben wel verschrikkelijk moeten lachen toen het bestuur van de Rogstaekers in het diepste geheim hier bij ons op bezoek kwam en een van hen een kaart van de Jeugdprins bij zich had. Althans dat dacht hij. Hij was hem kwijt! Grote paniek.  Terug naar buiten. Bleek dat hij hem daar ergens verloren had. Als iemand anders die kaart met als aanhef ‘Aan de grote prins van de Rogstaekers’ gevonden had was het ‘Grootste geheim van Weert’ zoals zij dat noemen, waarschijnlijk voortijdig uitgelekt.”

Welke rol zie je voor jezelf in de komende periode?

“Ik help Frank waar ik kan want ik gun het hem zo. Ik ben van de lijstjes, zoals daarstraks werd geroepen, dus ik zorg dat hij op tijd klaar staat, zijn kleren in orde zijn, hij op tijd zijn rust pakt en gezond eet. Met de dames van de adjudanten en de hofdames ga ik zo snel mogelijk passende kleding uitzoeken en voor de rest laat ik het over me heen komen. Ik verheug me vooral op het Bâl van de Preens, een bezoek aan een bejaardentehuis en de optocht natuurlijk.”

Uit jouw kring zijn twee ‘hofdames’ aan het prinselijk gezelschap toegevoegd. Heel origineel zo’n nieuw element. Hoe is dat zo gekomen?

“Ik heb er helemaal geen problemen mee dat dit een mannenwereldje is maar de maatschappij verandert. Als je dan samen aan zo’n avontuur begint en hij zijn beste vrienden als adjudant kan vragen dan moet ik toch ook onze beste vriendinnen kunnen vragen? Voor ons was dat erg belangrijk.  Hoe meer zielen hoe meer vreugd en wij gaan er met z’n allen een leuke tijd van maken.”

Is er nog iets dat jij graag in dit interview vermeld zou willen zien?

“Nu je het vraagt, inderdaad. Wij hebben begrepen dat genodigden voor het Bâl van de Preens soms een cadeautje of attentie meebrengen. Heel aardig natuurlijk maar wij zouden het op prijs stellen als in plaats daarvan een gift aan de stichting Alzheimer Nederland* zou worden gedaan. De moeder van Frank, Ploon van Dooren-Eestermans, vond carnaval geweldig maar is helaas al op vrij jonge leeftijd aan Alzheimer overleden. Frank had een heel bijzondere band met haar en haar lijdensweg heeft veel impact op hem gehad. Als zij dit had mee kunnen maken had ze dansend op tafel gestaan.”

*Alzheimer Nederland werkt aan een toekomst zonder dementie en een betere kwaliteit van leven voor mensen met dementie en hun dierbaren.