Nadja Verspagen in Helsinki: ’In de winter is het om drie uur donker’

Ze werkt als PhD student (promovendus) aan de Universiteit van Helsinki. Hier onderzoekt ze in hoeverre insecten om kunnen gaan met hittestress. De liefde voor dier en natuur ontstond in natuurgebied de Krang; Nadja Verspagen (26) groeide op in Swartbroek en later op Laar. Samen met haar vader Bart deelt ze een passie voor paarden en maakten ze de bossen rondom Weert onveilig. Nadja: “Uren hebben we hier gereden, weer of geen weer, en veel avonturen beleefd. Met paardrijden houd ik wel van een beetje actie, het liefste ga ik springen of crossen door het bos!”

Fins voor beginners

Nadja heeft zojuist haar boek Finse taal aan de kant gelegd. Elke week probeert ze even tijd vrij te maken om de Finse taal machtig te worden. “Ik volg al een tijdje Finse taalcursussen, die gratis door de universiteit worden aangeboden aan alle medewerkers. Fins is echter een behoorlijk lastige taal! Veel woorden lijken niet op het Nederlands of Engels en er zijn maar liefst vijftien naamvallen. Bijna alle Finnen spreken goed Engels, waardoor het lastig is om de taal te oefenen. Heel langzaamaan gaat het de goede kant op en kan ik steeds vaker gesprekken volgen”, vertelt Nadja.

Van stage naar het echte leven

Voor haar master Biologie aan de Radboud Universiteit van Nijmegen liep Nadja een half jaar stage bij het ‘Lammi Biological Station’ in Finland. Dit is een biologisch veldstation van de Universiteit van Helsinki en ligt 115 km ten noorden van de hoofdstad. Tijdens deze stage werd ze gevraagd om te blijven voor een PhD (zie kader). Ze schreef een onderzoeksvoorstel en diende dit in voor een vierjarige beurs. Nadja: “In eerste instantie twijfelde ik wel of ik nog eens vier jaar in Finland wilde blijven. Ik ben namelijk graag bij mijn familie en vrienden, ik deed hier vrijwilligerswerk, had een bijbaan en bracht veel tijd door met de paarden. Niet gemakkelijk om dit allemaal op te geven!” De kans op een beurs was niet erg groot. Tot haar verbazing werd ze uitgenodigd voor een interview en kreeg ze de beurs! In februari 2020 verhuisde ze ‘voor het echt’ naar Finland.

Kweken van rupsen en vlinders

Nadja legt uit wat haar werk inhoudt: “Ik werk als PhD student aan de Universiteit van Helsinki. Dit is een baan van vier jaar waarbij je onderzoek doet en lesgeeft, dus eigenlijk meedraait binnen de universiteit. Aan het einde schrijf en verdedig je je proefschrift, waarna je de titel doctor krijgt. Ik doe hier onderzoek naar of, en hoe, insecten kunnen omgaan met hittestress. Insecten, net als andere koudbloedige dieren, zijn voor hun functioneren afhankelijk van de omgevingstemperatuur: als het te koud is kunnen ze niet bewegen (daarom zie je hagedissen vaak zonnen op warme stenen), maar te warm is ook niet goed. Daarbovenop kunnen veel insecten ook niet makkelijk ‘verhuizen’ naar andere leefgebieden, bijvoorbeeld omdat ze afhankelijk zijn van een bepaalde voedselplant die niet overal groeit. Hete en droge zomers komen echter steeds meer voor, dus daarom is het belangrijk om te weten hoe verschillende diersoorten hiermee om kunnen gaan. Om dit te onderzoeken doe ik experimenten in het lab met de rupsen en vlinders uit verschillende plekken in Europa, van Spanje tot Finland. Ik kweek bijvoorbeeld rupsen op verschillende temperaturen om te kijken hoe ze hierop reageren en of er verschil zit tussen de rupsen uit verschillende landen.

Wat is een PhD?
Wil je na een universitaire studie verder in de wetenschap, dan moet je een PhD doen. Vroeger heette dat ‘promoveren’. Je krijgt dan de titel dr. (Doctor in de wetenschap). De internationale term hiervoor is PhD, Doctor of Philosophy. Dat heeft niets met filosofie te maken. Het is de hoogste academische graad die je kunt halen. Een PhD is een combinatie van leren en werken. Je doet een eigen wetenschappelijk onderzoek en daar leer je van. Maar je hebt ook een (niet al te hoog) salaris. Veelbelovende masterstudenten kunnen een PhD beurs krijgen. Je moet zelf een idee leveren voor een onderzoek. Meestal ben je vier jaar (fulltime) PhD-er. Je wordt dan vanuit de universiteit begeleid
met je onderzoek.

Mijn praktische werk is dus vooral het kweken van rupsen en vlinders: ik voer ze in de ochtend met blaadjes van een specifieke plant, de smalle weegbree, en verzamel dan data (bijvoorbeeld hoe zwaar ze zijn, hoe snel ze groeien, hoe lang ze leven en hoeveel eitjes ze maken). Ook ga ik soms mee naar het veld, om de rupsen en vlinders in het wild te vinden en te monitoren hoe het met ze gaat, of er een paar te vangen om later weer in het lab op te kweken. Al is het soms lastig om te zien hoe mijn onderzoek praktisch toegepast kan worden, denk ik dat het evengoed belangrijk is om te doen: planten en dieren zijn met elkaar verbonden in ingewikkelde gemeenschappen en als er één schakel verandert (bijvoorbeeld door klimaatverandering), verandert de hele gemeenschap mee.

Als het labwerk klaar is, analyseer ik de data en schrijf ik de resultaten op in artikelen die gepubliceerd worden in vakbladen. Daarnaast geef ik ook les, bijvoorbeeld in evolutiebiologie of ecologie, aan studenten van de universiteit hier in Helsinki. Het leuke aan mijn werk vind ik dat het zo gevarieerd is: van labwerk tot werk op kantoor en het werken met studenten. Vooral het laatste vind ik ook erg leuk, bijvoorbeeld colleges geven of liever nog studenten begeleiden tijdens stages of groepsopdrachten, omdat je dan de studenten goed leert kennen en ze letterlijk ziet groeien in het werk.”

Fins mopje
“Veel Finnen zijn behoorlijk gesloten. Er gaat zelfs een grapje rond dat ze blij zijn dat de coronamaatregelen niet meer gelden; nu kunnen ze weer terug naar vier meter afstand in
plaats van twee!”

Backpacken in de natuur

Nadja woont samen met Zowi (27) die ze kent uit haar studietijd in Maastricht. Tijdens Nadja’s stage in Finland ging hij voor zijn Master stagelopen in Turku, een andere stad in Finland. Aan het begin van dit jaar kon ook hij in Finland komen werken en is hij begonnen met zijn eigen PhD-traject. Nadja: “Sindsdien wonen we samen in een rijtjeshuis aan de rand van Helsinki. We hebben een tuin waar we dit jaar voor het eerst wat groenten gekweekt hebben. Finland is acht keer zo groot als Nederland, maar er wonen drie keer minder mensen dan in Nederland. Ik ben graag buiten en er is hier dan ook genoeg natuur voor allerlei activiteiten. Zowi en ik gaan er in de zomer graag op uit in het noorden met backpack, slaapzak en tent voor lange wandeltrektochten en wildkamperen. Dichter bij huis is er ook genoeg mooie natuur te vinden voor kampeerweekendjes met vrienden. Zelfs rondom Helsinki is de natuur nooit ver weg. Daar maken we dan ook graag gebruik van; BBQ-avondjes bij een van de vele kampvuurplekken in het bos, zwemmen in een meer of in de zee of een rondje hardlopen door het lokale park. In de winter als er sneeuw ligt, hoef ik maar de deur uit te stappen en ik kan langlaufen op de paden die overal door Helsinki aangelegd worden.”

Uurtjes daglicht meepikken

Het grootste verschil met Nederland vindt Nadja het leven met de seizoenen. “Het klimaat is hier behoorlijk anders. Winter is echt winter (met soms temperaturen van -20) en de sneeuw blijft vaak liggen tot in mei. De lente is kort maar door de winter extra mooi omdat alles weer tot leven komt. De herfst is door de vele bomen supermooi en iedereen gaat erop uit om paddenstoelen te zoeken. Er is zelfs een woord in het Fins voor het verkleuren van de bomen en andere planten: ‘Ruska’. Ik hou heel erg van de grote verschillen tussen de seizoenen”, vertelt Nadja enthousiast. “Het heeft echter ook consequenties voor de leefwijze. In de winter speelt het leven zich vooral binnen af. Oktober, november en begin december zijn lastige maanden omdat het dan erg donker en koud is. Het wordt om drie uur ‘s-middags al donker. Gelukkig is mijn werk flexibel en neem ik af en toe een paar uurtjes vrij rond de middag om die dan ’s avonds in te halen, zodat ik toch nog van wat daglicht kan genieten. Als het in het voorjaar weer lichter en warmer wordt, komen mensen naar buiten en is de sfeer ineens compleet anders! In juni wordt het bijna niet donker. En einde zomer komt het land in de ban van het plukken van bosbessen die hier overal groeien!”

Na al meer dan twee jaar in Finland gewoond te hebben, zag Nadja in februari van dit jaar voor het eerst het noorderlicht.

Terugkijkend op haar eerste tweeëneenhalf jaar in Finland zegt Nadja: “Natuurlijk mis ik mijn vrienden en familie. En mijn paarden. Ook gewoon het feit dat je bijna overal de weg weet, de taal spreekt en het systeem in Nederland goed kent. Dat soort dingen opgeven en een ‘nieuw leven’ beginnen in het buitenland was, en is nog steeds, zeker niet gemakkelijk. Echter, nu ik een paar jaar verder ben bouw ik hier ook steeds meer op, waardoor ik nu Finland mis als ik in Nederland ben!”