14 september 2021 | Auteur: Dayenne Bakker
‘Mijn eigen principes volgen heeft zich eindelijk uitbetaald’
Lisa Scheenaard (32) uit Weert won, samen met Roos de Jong, de bronzen medaille op de Olympische Spelen in Tokio bij het roeien met de dubbeltwee. Tijdens de wedstrijd kwam zilver erg dichtbij. Net over de finish was het eerste dat Lisa uit kon brengen tegen Roos: “shit!” Gevolgd door nog een aantal scheldwoorden. “Ik was zo moe en overdonderd, maar ook heel blij dat we onze droom, een Olympische medaille halen, waar hadden gemaakt.” Het typeert Lisa, altijd gaan voor het hoogste doel. Met plezier, dat is heel belangrijk en wordt nog weleens vergeten in de sport. Het is Lisa nooit komen aanwaaien. Ze heeft hard moeten werken om op dat podium in Tokio te staan.
Lisa komt uit een atletiekfamilie en haar sportieve basis ligt bij AV Weert. Spelenderwijs krijgt ze de mogelijkheid om fanatiek te zijn en ook sport te beleven. Op haar veertiende krijgt ze last van groeipijnen, vooral in haar knieën. Haar botten groeiden sneller dan haar spieren konden bijbenen. Pas tijdens haar studie komt het roeien in beeld.
Het roeien is onder de rivieren en in Limburg een relatief onbekende sport. Door een semi-dronkenmansactie deed ze mee met een roeiwedstrijdje op de ergometer. Daar bleek ze best wel goed in. Roeien sprak Lisa wel aan. Ze was student en het was een teamsport. “Het leek me wel gezellig.” Ze roeide een jaartje met een ‘competitieboot’ vanuit de Eindhovense Studentenroeivereniging Thêta. Het niveau van competitie-roeien ligt laag en ze staan er ook om bekend dat feestjes centraal staan. “Ik merkte dat ik veel fanatieker was dan mijn ploeggenootjes, ik wilde fit zijn voor de wedstrijd en het liefste had ik dat iedereen uit de boot dat was.” Daarom startte ze in 2008 met wedstrijdroeien. Met veel plezier. “In het begin liet ik het op me afkomen, maar na mijn ziekte van Pfeiffer, heb ik echt mijn eigen plan uitgezet en coaches uitgezocht die ik goed vond.” Het eerste seizoen was 2010 waar ze aardig liet zien welk niveau ze kon behalen. Ze sloot aan bij de Nederlandse ‘subtop’, de groep onder het Nederlandse team. In 2012 haalde ze zilver op het studenten WK in Kazan (Rusland). Het jaar daarop trad Lisa toe tot de Koninklijke Nederlandsche Roeibond en haalde ze in de dubbelvier zilver op het EK en werd ze vierde op het WK in Korea. Een mooie start voor haar carrière in het nationale team.
Bij de bond volgden chaotische jaren. Teams werden uit elkaar gehaald en er kwam een nieuwe bondscoach voor het nationale team. Hij wilde vooral de ergometer (droogroeien) laten tellen. Daar haalde Lisa de snelheden niet die ze op het water wel kon halen.
Ze raakte een beetje tussen wal en schip. Wel bij het team, maar geen onderdeel van de prioriteit van de bondscoach. Ook haalde ze net niet de kwalificatie voor de Olympische Spelen in Rio van 2016 met de dubbeltwee. Haar teamgenoot en zij waren snel genoeg voor kwalificatie, maar op het kwalificatietoernooi had haar teamgenoot een buikvirus en haalden ze het nèt niet. “Het was écht pech en zo ontzettend balen, ik heb toen wel even nagedacht, wat ik nou eigenlijk wilde.”
De knop ging snel om en ze stapte in de skiff, waarin ze al menigmaal had bewezen sterk te zijn. “Dus ik schreef me in voor de Holland Beker. Een wedstrijd die goed staat aangeschreven en waar ook wereldkampioenen en olympisch kampioenen aan mee doen.”
Lisa startte en won van Ekaterina Karsten, haar eerdere idool die zich een week eerder had geplaatst voor de spelen. “Toen besefte ik dat ik me ook dat jaar opnieuw sterk had ontwikkeld.”
Dat werd uiteindelijk beloond toen Lisa vierde werd bij de wereldbeker met de tweede Nederlandse tijd ooit! De laatste wereldbeker voor de Spelen van Rio. “Ik werd gevraagd als reserve mee te gaan naar Rio. Dat was een hele toffe ervaring, een extraatje.” Lisa trainde iedere dag in Rio en stond klaar om in te vallen. “Omdat ik reserve was, kon ik ook genieten van alle andere sporten, het dorp, je zag welke protocollen er zijn als je moet sporten of medailles wint. Deze ervaring nam ik mee. Ik wist nu zeker dat ik de volgende Spelen er echt bij wilde zijn. Door deze ervaring wist ik beter wat me in Tokio te wachten stond, wel zo fijn.”
In de jaren daarna volgden met het nationale team nog drie zilveren medailles op EK’s en een bronzen op het WK. Doen wat ze leuk vindt staat voor haar centraal. “Ik ben drie maanden naar Nieuw-Zeeland gegaan, een dominant roeiland, een leuke manier om daar te trainen. Ik verbleef bij een goede vriend en kon daar hiken, fietsen, roeien en krachttrainen. Ik mocht van de bondscoach blijven tot de ‘Billy Webb Challlenge’. Ik heb wedstrijden gedaan in Italië en Zwitserland. Ik wilde mijn eigen gevoel volgen, progressie blijven maken, wel op een ontspannen manier, daar heb ik me heel hard voor gemaakt.”
De dubbeltwee met Roos de Jong kreeg Lisa’s eerste prioriteit. Ze werd gevraagd voor de dubbelvier maar daarvoor meldt ze zich af. Niet vanwege gebrek aan ambitie. Ze wil het doen op een manier waar ze voldoening uithaalt: “met Roos kan dat.”
In 2018 roeien Roos en Lisa hun eerste wedstrijd samen. Ze worden steeds uit elkaar gehaald maar toch zorgen ze samen dat ze iedere keer weer bij elkaar komen. Dat resulteert in brons op het WK en kwalificatie voor de Olympische Spelen in Tokio. In 2020 hebben ze ervoor moeten vechten om de Nationale Dubbeltwee te blijven.
Lisa laat de fraaie bronzen Olympische medaille zien en sluit haar verhaal af met een glimlach: “Ik heb me hard gemaakt om mijn principes te volgen, dat heeft zich uitbetaald!”