1 december 2021 | Auteur: Ton Adriaens
Lennard Gilissen: arts, muzikant, sporter, familieman
Weertenaar Lennard Gilissen (46), rondde in 2000 zijn opleiding Geneeskunde af aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij werd tot Maag-Darm-Lever (MDL)-arts opgeleid in het azM en het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. In dit laatste ziekenhuis werkt hij vanaf sinds 2007 als MDL-arts. In 2008 promoveerde doctor Gilissen aan de Universiteit Maastricht. Hij is gespecialiseerd in begeleiding van Crohn- en Colitispatiënten, endoscopische behandelingen (sonde- en stentplaatsingen, verwijderen van darmpoliepen en galstenen) en geregistreerd endoscopist in het Bevolkingsonderzoek naar darmkankeronderzoek. Daarnaast publiceerde hij zo’n 60 medisch- wetenschappelijke artikelen.
Zijn grootste hobby is het spelen van jazz op saxofoon en percussie en dat doet hij niet met de minsten! Lennard trad op met een keur aan bekende jazzmusici waaronder trompettist Eric Vloeimans, drummer Lucas van Merwijk, percussionist Martin Verdonk, de Belgische pianist Jef Neve, maar ook met internationaal bekende oud-Weertenaren als Franck van der Heijden en Rogier van Wegberg. Hij speelde in diverse bands waaronder Turnback en Harry & de Gebroeëke Zwiêgelkes. Nog steeds treedt hij regelmatig op met JazzMinded! en Guarantee of neemt muziek op in een studio.
Niet in de laatste plaats is Lennard echtgenoot van Edith Gilissen-Rietra (47), die een fysio/manuele therapiepraktijk runt, en vader van vier kinderen: Eline (16), Luc (14), Esmee (12) en Evi (10). In zijn schaarse vrije tijd onderhoudt hij zijn ‘kinderboerderij’ in zijn achtertuin, stapt op de racefiets, gaat een flink eind hardlopen of is als imker actief. Een drukbezet man. Tijd om eens nader kennis met hem te maken.
De MDL-arts
Stond de keuze voor de opleiding Geneeskunde al vroeg vast?
‘Helemaal niet. Ik heb altijd een brede interesse gehad. Op de middelbare school vond ik de pakketkeuze lastig omdat ik alle vakken eigenlijk wel leuk vond. Uit een beroepskeuze-analyse op 5-vwo bleek mijn interesse voor geneeskunde terwijl ik al bezig was met een vooropleiding voor het conservatorium. Op advies van mijn ouders heb ik dat laatste uit mijn hoofd gezet en we hebben de afgelopen tijd, met de ineenstorting van de cultuur-en amusementswereld, gezien dat dat een goede beslissing was.’
De keuze voor de vooropleiding Interne Geneeskunde gevolgd door maag-darm-lever-arts?
‘Interne Geneeskunde is een brede discipline waarbij je intellectueel wordt uitgedaagd vanwege de vereiste kennis en het ‘detectivewerk’ dat je soms moet doen. Bij MDL wordt dit gecombineerd met praktische vaardigheden en dat sprak mij bijzonder aan. Ook de mix van jonge en oudere patiënten, acute en chronische ziekten en goed- en kwaadaardige aandoeningen maakte dat ik me hierin verder wilde specialiseren. Specialiseren betekent wel dat je de diepte ingaat, maar ik blijf breed geïnteresseerd. Ik zeg nogal eens tegen mijn patiënten “Een mens is meer dan een zak met darmen” om duidelijk te maken dat ik me op meer wil richten dan wat er zich in de buik afspeelt. Door wat verder door te vragen kom je soms bij grappige zaken uit die een heel ander licht op de klacht werpen. Zo zag ik een jongeman op de poli met onderbuikpijn. Een echo-onderzoek was normaal. Terwijl we van de polikamer naar de onderzoekskamer liepen sprak ik hem over zijn hobby’s. Sinds kort bleek hij, net als ik, te wielrennen. Zijn fiets had hij via internet gekocht en ik kreeg niet de indruk dat er sprake was geweest van een goede, op de persoon gerichte afstelling van de fiets. Zijn wandpijn heb ik met een injectie kunnen verhelpen en ik adviseerde hem toch eens naar een echte fietsspecialist te gaan om alle maten te controleren. Enkele weken later kwam hij terug op het spreekuur. Zijn klachten waren verdwenen en hij had de maten van zijn fiets laten controleren. Zijn zadel bleek vijftien centimeter te laag te hebben gestaan! Had het eerste gesprekje niet plaatsgevonden dan was er mogelijk geheel onnodig een CT-scan en darmonderzoek aangevraagd. Nu was vooral dat gesprek over hobby’s cruciaal.’
Je promoveerde met het proefschrift: “Therapeutic drug monitoring of thiopurine therapy in IBD-patiënts”.
Kun je dat in enkele woorden toelichten?
‘Door het meten van medicatiespiegels in het bloed van Crohn- en Colitispatiënten verbeteren de effectiviteit en veiligheid van specifieke medicijnen. Nog steeds worden de resultaten in de praktijk gebruikt.’
Hoe ziet het weekschema van jou als MDL-arts eruit?
‘Grofweg ben ik de helft van mijn tijd bezig met het ’detectivewerk’ op de poli. De andere helft besteed ik aan maag- darm- en galwegonderzoeken. Daarnaast leid ik ook artsen en verpleegkundigen op, doe onderzoek en neem deel aan vergaderingen. Momenteel ben ik voorzitter van de wetenschapsafdeling van onze vakgroep, lid van het managementteam en zit ik in het capaciteitsorgaan dat verantwoordelijk is voor de optimale bedbezetting in ons ziekenhuis. Daarnaast ben ik op landelijk niveau actief in de nationale MDL- richtlijnencommissie en ga ik in Europees verband de Nederlandse MDL-artsen vertegenwoordigen. Ik hoef me dus niet te vervelen in mijn werk.’
Welke ontwikkelingen hebben zich in jouw vakgebied voorgedaan?
‘Op het gebied van handvaardigheid werden de laatste twee decennia grote sprongen gemaakt. Grote poliepen bijvoorbeeld moesten er jaren geleden door de chirurg worden uitgehaald. Dan lag een patiënt een week in het zielenhuis. Nu zijn we zelf in staat zo’n poliep als het ware af te pellen. Meestal kan iemand dan al na enkele uren het ziekenhuis weer verlaten. We kunnen zelfs bij een ingreep in de darm gaten tot drie centimeter maken en die daarna ook weer sluiten. Zo kunnen mensen van een vroege darmkanker genezen worden.’
Corona heeft het maatschappelijk leven op zijn kop gezet. Wat waren jouw ervaringen en wat staat ons te wachten?
‘Ik was niet verbaasd toen dit gebeurde. In Leuven heb ik les gehad van de bekende viroloog, professor De Clercq, de voorganger van Marc Van Ranst, en hij voorspelde toen al een gevaarlijke wereldwijde pandemie omdat wij zo dicht op elkaar leven met bepaalde diersoorten waardoor mutaties van virussen makkelijk op de mens konden worden overgebracht.
Medisch gezien fascineerde mij deze uitbraak omdat het een totaal nieuw ziektebeeld is. Ik werd geconfronteerd met diep menselijk leed, zag bijvoorbeeld echtparen op dezelfde dag overlijden aan deze infectieziekte, onvoorstelbaar! We hebben gelukkig ook heel zieke mensen weer gezond naar huis zien gaan. Dat is de wonderlijke wereld van infectieziekten: iedereen reageert anders. Dit demonstreert dat geneeskunde niet zwart of wit is. In de geneeskunde zijn er meer dan vijftig tinten grijs. We moeten accepteren dat we niet alles weten en kunnen controleren en daar ook eerlijk over zijn.
Wat corona betreft hoop ik dat er geen variant ontstaat die zich nergens iets van aantrekt. In theorie kan dat gebeuren. We komen hier natuurlijk wel weer uit maar corona zal onderdeel van ons leven blijven. Dat betekent dat we niet in oude patronen kunnen terugvallen en ik vrees dat veel mensen zich dat onvoldoende realiseren. Corona zal ons voor enorme maatschappelijke en sociale uitdagingen stellen.’
De muzikant
Je bent zowel saxofonist als percussionist en maakt muziek in uiteenlopende genres. Waar ligt je hart?
‘Ik ben in de eerste plaats saxofonist. Mijn andere instrumenten zijn ondergeschikt hieraan, maar bespeel ik wel serieus: Martin Verdonk gaf mij bijvoorbeeld percussieles. Mijn interesse is heel breed maar ligt vooral bij alle geïmproviseerde muziek. Improviseren noemt men al snel jazz. Blazers, percussie, niet te gepolijst, dat spreekt mij aan. De ene keer is het funk, dan weer latin of een klassiek kwartet. Van saxofonisten als Sonny Rollins en Maceo Parker kan ik genieten net als van Benjamin Herman van de New Cool Collective. Anderzijds: ook de pop-albums Mama Said van Lenny Kravitz en Graceland van Paul Simon heb ik grijs gedraaid.
Maar ik vind het daarnaast hartstikke leuk om met carnaval samen met trompettist Manuel Wijen ergens op een straathoek te gaan spelen. Muziek maken met mensen waar ik een click mee heb, dat maakt me blij!’
Wat beschouw je als het hoogtepunt in je muzikale carrière?
‘Het optreden op Bospop met Harry & de Gebroeëke Zwiêgelkes was een heel bijzondere ervaring. Dat de tent na de eerste tonen al helemaal volstroomde verbaasde al die professionele muzikanten achter het podium. Ze merkten snel dat wij behalve een rare uitdossing muzikaal heel wat te bieden hadden.
Ook heb ik ooit als solist in de finale van het Ronckenconcours gestaan. Ik werd als outsider derde terwijl alle andere top tien-deelnemers later beroepsmuzikant werden.
En waar ik ook best wel trots op ben: met JazzMinded! staan we op Spotify! Samen met Bert Peeters heb ik een zestal nummers gecomponeerd, die hebben we zelf opgenomen.’
Van wie heb je dat muzikale talent?
‘Mijn beide ouders zingen bij Gemengd Koor Vivace, maar het creatief-muzikale heb ik toch van moederskant. Waarschijnlijk zit er genetisch een bepaalde gevoeligheid in. Als je mijn opa van moederskant een instrument gaf kon hij er binnen vijf minuten een liedje op spelen. Mijn andere opa schijnt bestuurslid geweest te zijn van De Greune uit Wolder bij Maastricht, maar of hij muzikaal was betwijfel ik…
Per toeval ben ik met muziek begonnen. Toen ik een jaar of zeven was vond ik thuis een blokfluit. Die was nog van mijn moeder vanuit haar pabo-opleiding. Juffrouw Greijmans van de Wilhelmus basisschool op Boshoven vroeg enige tijd later of er iemand muziek kon maken tijdens de kerstviering. Ik herinnerde mij de blokfluit, had deze nog nooit bespeeld, maar stak toch mijn vinger op. Met mijn moeder ben ik gaan oefenen en tijdens de kerstviering speelde ik ‘Hoe leit dit kindeke’.
Daarna begeleidde ik de Odazangertjes, maar rond mijn tiende wilde ik per se een saxofoon. Bij de Harmonie St. Joseph 1880 werd mij die kans geboden.
Mijn eerste leermeester was de onlangs overleden Frits Kessels en mijn muzikale ontwikkeling kwam in een stroomversnelling. Ik deed de gebruikelijke vier HaFa-examens bij John van Peij, volgde de voor-conservatoriumklas en behaalde nog de vijfde en zesde graad. Tijdens mijn studie in Leuven bezocht ik jamsessies van het conservatorium en daar leerde ik vrij te zijn op mijn instrument. Jamsessies organiseer ik overigens hier in Weert ook. Als corona het toelaat vindt de volgende plaats op 25 november en vervolgens maandelijks in theatercafé De Huiskamer.’
Lennard privé
Zijn je kinderen ook muzikaal?
‘Allemaal. Eline speelt gitaar, Luc is al vanaf zijn zesde drummer en Esmee en Evi hebben zangles bij Linda Smeets. Als familie hebben we al vaker optredens verzorgd waarbij ik natuurlijk moet oppassen dat ik niet te bepalend ben.’
Is het lastig om werk, muziek en duursporten te combineren met je gezinsleven?
‘Daarvoor moet de basis goed zijn en dat is bij ons het geval. Edith is het baken in ons gezin. Ik krijg van haar en de kinderen de kans dit te doen. Daarnaast staan muziek en sport in dienst van het werk én het gezin.
Ik heb een geïsoleerde muziekruimte, vol met instrumenten en niemand heeft zo last van mij als ik ’s avonds laat na een drukke dag nog speel.
Sporten doe ik op een functionele manier. Als het weer het toelaat ga ik drie keer per week op mijn renfiets naar het werk. Mijn vader Jac is altijd een hardloper geweest en ik doe dat ook al vanaf mijn vijfde. Iedere zondag ren ik samen met Edith een uurtje. Belangrijk is dat Edith ook haar dingen kan doen: ze heeft een goed lopende praktijk en is als oud-Dames 1 speelster vastgegroeid aan Hockey Vereniging Weert. Ze traint, coacht en zit daar in meerdere commissies. Mijn kinderen hockeyen ook allemaal en als deeltijdcoach draag ik een bescheiden steentje bij.’
Wat wordt de volgende uitdaging in jouw leven?
‘Samen met Edith onze kinderen begeleiden in de stappen die zij in het leven maken zonder dat wij die voor hen uitzetten. Ze moeten zich vrij voelen hun eigen keuzes te maken, waarbij wij ze de mogelijkheden bieden om zich te ontwikkelen. Maar als je ergens aan begint maak je dat ook af, dat vinden wij wel belangrijk.’