6 maart 2024 | Auteur: Ton Adriaens
Leesvaardigheid van kinderen?
Dat de leesvaardigheid van kinderen in Nederland verslechtert is een feit. ‘De slechte leesvaardigheid van basisschoolleerlingen belemmert hun functioneren in de maatschappij’, waarschuwt de Onderwijsinspectie. Lezen draagt bovendien bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind en bevordert concentratie en creativiteit.
Internationaal onderzoek toont aan dat een derde van de Nederlandse 15-jarigen niet het niveau haalt dat nodig is om goed mee te doen op school en in de maatschappij. Ze lopen zelfs het risico laaggeletterd het onderwijs te verlaten. Van de veertien Europese landen die aan het onderzoek meededen, scoorde op leesvaardigheid alleen Griekenland lager dan Nederland.
Wat zijn de oorzaken en wat zouden we eraan kunnen doen?
Ligt het eraan dat kinderen liever tv of TikTok-filmpjes kijken, computerspelletjes spelen of sporten? Of aan negatieve ervaringen als: onaantrekkelijke teksten, geen gelegenheid om eigen favoriete onderwerpen te lezen, geen hulp bij het lezen?
Komt het door een rigide manier van toetsen? Tweemaal per jaar leggen basisschoolkinderen op vrijwel alle Nederlandse scholen een drieminutentoets af, gericht op (inhoudsloos?) technisch lezen. En tweemaal per jaar een AVI-toets waarbij snelheid en een bepaalde foutenmarge tot een uitslag voor het leesniveau leiden. Snelheid wordt een prestatienorm. Wordt die niet gehaald wordt het kind mogelijk faalangstig of bouwt een emotionele weerstand op.
Ook wordt nogal eens, terecht of onterecht, gewezen op de kwaliteiten van onderwijsgevenden. Pabo-afgestudeerden die zelf onvoldoende Nederlands beheersen om basisschoolkinderen kundig te onderwijzen, zelf weinig tot niet lezen waardoor ze ook geen leesplezier kunnen overbrengen. Zwakke lezers worden voor extra ondersteuning verwezen naar nog lager gekwalificeerde onderwijsassistenten. Door het lerarentekort in het voortgezet onderwijs krijgen in de onderbouw anderen dan vakdocenten Nederlands het vak Nederlands toegewezen.
Wat de redenen ook zullen zijn, de belangrijkste vraag is: Wat kunnen we eraan doen?
Gaby Rasters
‘Waarom lees jij eigenlijk zoveel minder? Je las alle Harry Potters achter elkaar uit, meerdere keren zelfs…’ Ik kijk mijn middelste kind aan en ze haalt haar schouders op. ‘Ik wil wel weer meer gaan lezen want eigenlijk was dat echt heel fijn.’
Ze denkt even na en zegt dan: ‘iemand uit de klas leest een boek van jou, mama!’ Kijk, dat zouden
meer docenten moeten toestaan. Geef de kinderen meer vrijheid in het lezen van een boek; laat ze desnoods het boek met de verfilming ervan vergelijken. Of luister een luisterboek: ook dat is lezen!
Het ligt niet alleen aan de school en de “ouderwetse lijst”. Wij, als ouders, zouden het goede voorbeeld moeten geven. Verruil het bankhangen en de tv eens voor het lezen van een boek. Ook dan lukt het om je verstand op nul te krijgen, daar heb je geen Netflix voor nodig.
Misschien moeten we op zoek naar de nieuwe rolmodellen: mensen die het lezen van een boek promoten, zoals de booktokkers. En toch blijft het credo: jong geleerd is oud gedaan overeind: zien lezen, doet lezen. Hou vol, niet alleen als het kindje klein is maar ga er mee door. Laat het kind jou voorlezen in plaats van andersom. De basisscholen doen het goed met de voorleeswedstrijden en soms zelfs schrijfwedstrijden. Misschien kunnen we lezen met zijn allen het nieuwe stoer maken!
Daisy Hendrikx
De oorzaken van de problematieken in het Nederlandse taal -en leesonderwijs zijn niet eenzijdig. Het is een feit dat kinderen in andere landen ook mobiele telefoons, spelcomputers en werkende ouders hebben. Toch zijn de resultaten daar een stuk hoger. In ons land zijn verschillende factoren van invloed. Zo stoppen veel ouders met voorlezen wanneer hun kinderen zelf leren lezen. Onderzoek toont aan dat kinderen die regelmatig worden voorgelezen, ook op oudere leeftijd betere schoolresultaten halen.
Daarnaast is Nederland een van de weinige landen waar begrijpend lezen als apart vak wordt aangeboden op de basisschool. Andere landen integreren het taal -en leesonderwijs in het zaakvakonderwijs. Algemene kennis speelt een cruciale rol bij begrijpend lezen, veel meer dan het technisch leesniveau van een leerling.
En dan worden in Nederland ook nog vanaf het begin dat een kind leert lezen, de vorderingen getoetst met de stopwatch ernaast. Dit komt het leesplezier van een kind niet ten goede. Kinderen associëren zo lezen met schoolse prestaties en niet met iets dat je doet voor je plezier.
Ik ben ervan overtuigd dat het leesplezier en het leesniveau van onze kinderen sterk te verbeteren is. Andere landen doen het ons al voor en hebben aangetoond dat hun aanpak werkt: stoppen met begrijpend lezen als apart vak, stoppen met onnodige leestoetsen en starten met voorlezen. Zowel thuis als op school! En vooral samen genieten van al die mooie jeugdboeken.
Margo Jacobs-Teunissen
Lezen en voorlezen zijn onlosmakelijk verbonden. Kinderen kunnen er niet vroeg genoeg mee in aanraking komen. Een omgeving waarin boeken voor het kind voor het oprapen liggen en waar deze structureel worden aangeboden, is een gezonde basis. Een prentenboek dat bij het jonge kind in de smaak valt kan oneindig vaak opnieuw aangeboden worden. Kinderen genieten van herhaling. Een verhaaltje voor het slapen, na het ontbijt of tijdens een rustmoment doet wonderen.
Zodra kinderen naar school gaan, is ook daar de leesomgeving van groot belang: Een leeshoek
met boeken die passen bij het thema, het structureel aanbieden van prentenboeken,
voorleesverhalen en gedichten. Dit zien we dagelijks terug in de basisschool.
Het opzetten van de bibliotheek in de school, maakt dat boeken voor alle kinderen laagdrempelig toegankelijk zijn. Daarnaast blijft voorlezen op school een waardevol moment gedurende de dag. Kinderen worden nieuwsgierig en in no time is dit boek door een hele groep kinderen gelezen.
Naast toegankelijkheid blijft één ding het allerbelangrijkste: LEESPLEZIER. Plezier om het boek, het
verhaal of de tekst te lezen.
Tijdens mijn eigen basisschooltijd las onze meester van klas vier elke dag een stukje voor uit
Pietje Bell. Hij begon vaak zelf al te lachen alvorens hij ons deelgenoot maakte van het verhaal. Daar is mijn liefde voor lezen en voorlezen ontstaan. Dit gun ik iedereen.