Laury van Enckevort: “Het was een nachtmerrie!”

Door Ton Adriaens

Laury van Enckevort (21) speelde volleybal op eredivisieniveau bij VC Weert. Ze studeerde psychologie, business en wereldproblematiek aan de universiteit van Tilburg en volgde gelijktijdig een bachelor creatieve communicatie aan het Fontys. In het kader van haar studie aan de Uni van Tilburg volgde ze in 2017 ook enkele maanden colleges aan de University of Arizona en volleyde daar bij de Arizona Wildcats. Ze leefde het drukke leventje van een intelligente, zelfbewuste en ambitieuze jonge vrouw. De wereld lag voor haar open en ze had geweldige perspectieven.Op 29 april 2018 slaat het noodlot keihard toe. Ze wordt zwaargewond bij een ernstig auto-ongeluk en raakt in coma. Of ze ooit nog wakker wordt, is op dat moment uiterst twijfelachtig. Na acht weken ontwaakt ze maar de vooruitzichten zijn niet al te best. Gelukkig is dan net het Daan Theeuwes Centrum in Woerden geopend. Als een van de eerste patiënten wordt Laury hier behandeld volgens de laatste inzichten op het gebied van traumatisch hersenletsel: de neuroplasticiteit van het centrale zenuwstelsel, het zelfherstellend vermogen van de hersenen bij jongeren. Als ik de uitzending zie van Dokters van Morgen van 29 januari 2019, waaraan Laury meewerkt, raak ik onder de indruk van de kracht en het doorzettingsvermogen van Laury.  Vooral haar uitspraak: “Denken kan ik nog. Ik ben echt niet dom! Mijn doel is weer kunnen lopen en volleyballen …” blijft me bij. Een maand later neem ik contact met haar op. Ze revalideert nog steeds gedurende vijf dagen per week in Woerden. In het weekend bezoek ik haar in haar ouderlijk huis in Ell. Zij wil haar verhaal delen met de lezers van Weert Magazine, om te informeren, te inspireren en anderen in soortgelijke omstandigheden aan te sporen toch vooral nooit de moed op te geven. Maar ook om te waarschuwen voor het rare fenomeen dat je buiten de realiteit kunt leven. Zij had wekenlang de overtuiging dat ze in een nachtmerrie zat.

OPGEGROEID IN ELL

Hoe kwam dat sportieve meisje uit Ell in het eerste damesteam van VC Weert terecht?

‘Ik speelde bij Ell en werd geselecteerd voor het RTC, het Regionaal Talenten Centrum. Daarna ging het vrij snel. Ik ging bij Ledûb in Budel spelen en toen ik 17 was, vroeg Fred Hermans, toenmalig coach van VC Weert, mij om bij hem te komen trainen. We werden kampioen in de eerste divisie, promoveerden naar de topdivisie, behaalden ook daar het kampioenschap en gingen naar de eredivisie.’

Hoe groeide je op? Hobby’s? School? Vriendenkring?

‘Toen ik naar het Regionaal Talenten Centrum ging, wisselde ik ook van school. Van De Philips van Horne naar het College omdat dat een Topsport Talentschool is die topsporters begeleidt in het combineren van hun studie met topsport.

Mijn vriendenkring bestond voornamelijk uit medescholieren en sporters. Uitgaan was er voor mij niet echt bij. Daar had ik ook weinig behoefte aan. Ik leefde echt voor mijn sport. Mijn ouders en mijn zus Rachel zijn echte carnavalsvierders maar mij heeft dat nooit zo getrokken. Als kind tenniste ik en speelde blokfluit, keyboard en gitaar. Daarnaast was ik graag creatief bezig en volgde ik een cursus bij het Kunstcollege in Weert.’

 De eisen van topsport? Wat vraagt het van je?

‘Doorzettingsvermogen en geloven in jezelf zijn daarbij wel het belangrijkste, én eigenwijsheid. Als anderen mij zeggen dat iets niet kan of dat het toch niet gaat lukken, dan motiveert mij dat nog meer om te bewijzen dat ik het wél kan. Dat helpt mij ook bij mijn revalidatie. Net als mijn creativiteit. Die steek ik nu namelijk in het schrijven van een boek over mijn ongeval en de revalidatie.’

Je bent een boek aan het schrijven? Vertel.

‘De neuropsycholoog van het Daan Theeuwes Centrum heeft mij hiertoe aangespoord. In dit boek probeer ik aan te geven hoe ik ‘de hele situatie’ heb ervaren. Ook heb ik alle betrokken personen gevraagd om hun kant van het verhaal te vertellen. Ik heb al 149 pagina’s van het boek ‘Hersenspinsels’ klaar.’ (Lees het voorwoord van dit boek van de hand van Laury!)

DIE FATALE DAG 

Hoe begon die 29e april? Wat waren je plannen? Wat gebeurde er precies?

‘Een paar dingen van die dag heb ik weer terug kunnen halen uit mijn geheugen, maar het meeste hebben anderen mij later verteld. Ik ging met mijn vriendin Kim ’s morgens vanuit Budel met de auto van haar vader op weg naar Groningen voor een volleybalwedstrijd van het herenteam van Lycurgus. Die konden die dag landskampioen worden. Ik weet nog precies waar ik zat op de tribune maar voor de rest ben ik veel kwijt. In Groningen heb ik blijkbaar nog een paar slippers gekocht en hebben we samen geluncht. Dat bleek later mijn laatste maaltijd te zijn geweest.

Terug in Budel ben ik met mijn eigen auto naar Ell gereden. Een weg die ik al heel vaak heb gereden. Ik durf best van mezelf te zeggen dat ik goed autorijd en ik deed het ook graag. Daarna weet ik niets meer. Door een of andere oorzaak ben ik op de Randweg-Oost in Budel van de weg geraakt. Waarschijnlijk heb ik dit willen corrigeren en daardoor aan de andere kant van de weg tegen een transformatorhuisje gebotst en in de naastgelegen sloot terecht gekomen.’

Gaan je gedachten nog vaak terug naar die dag? Is er iets dat je nog steeds bezighoudt?

‘Een aantal vragen heeft me heel lang beziggehouden: Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Waarom ik? Aan de ene kant wil ik het me wel kunnen herinneren maar van de andere kant vraag ik me af: Wat is dan het effect van die herinnering? Wat heeft het voor zin? Politieonderzoek en getuigenverklaringen hebben uitgewezen dat ik niet te hard heb gereden en dat ik niet met mijn mobiel in de weer was. Misschien ben ik ergens voor uitgeweken? Welk nut zou het herbeleven van die traumatische gebeurtenis nog kunnen hebben?’

ONTWAKEN: EEN NACHTMERRIE

Na acht weken kom je bij uit een diep coma. Wat zijn je eerste herinneringen?

‘Ontwaken uit een coma is een langdurig proces. Het is zeker niet zoals je in films ziet dat iemand wakker wordt en weer helemaal ‘onder de mensen’ is. Na zes weken in het UMC Maastricht ging ik naar het Leijpark in Tilburg om uit coma te geraken.

In mijn beleving verkeerde ik in een droomtoestand. Ik was gaan slapen en werd wakker in een andere kamer. Ik kon mij niets van het ongeluk of de periode in het UMC herinneren en geloofde oprecht in een vreselijke nachtmerrie te zitten. Dat had niets met ‘niet willen accepteren’ te maken. Ik geloofde gewoon niet wat me overkomen was. Alles en iedereen om mij heen zat in één groot complot. Ik ging ook op allerlei rare manieren testen of het wel echt was. Zo vroeg ik bijvoorbeeld aan een verpleegster om een koprol te maken, als bewijs dat wat ik vroeg ook echt bij een ander aankwam. En zij deed die koprol. Ik vond het raar dat mijn vriendin Kim niet kwam terwijl die blijkbaar iedere week op bezoek was geweest. Het feit dat mijn teamgenoten nooit gezamenlijk op bezoek kwamen, zag ik als een teken dat het niet echt was. Dit was een nachtmerrie. De werkelijkheid was gewoon dat ik niet zoveel bezoek mocht krijgen. Het duurt gewoon heel lang voor je terugbent in de realiteit en beseft wat je is overkomen. Ik vroeg me ook vaak af: Waar heb ik dit aan verdiend? Dit kan geen reden hebben, ook niet van hogerhand. Ik ben niet gelovig maar heb in die nachtmerrieperiode wel mensen aangeroepen die al overleden waren. Ik heb vaak gevraagd of ik dood was.’

Wanneer dringt het besef door van de ernst van de situatie?

‘Dat gebeurde pas in september in Woerden. Daar drong de harde werkelijkheid tot mij door. Het grote verdriet kwam in de eerste twee weken daar. Ik heb toen veel gehuild. Mijn neuropsycholoog heeft mij er toen mentaal weer bovenop geholpen.’

REVALIDATIE

De hersenen zijn bepalend voor je intelligentie, voor je gedrag en je emoties, ze coördineren je spierbewegingen en alle zintuiglijke waarnemingen. Wat was de diagnose voor jouw hersenen en hoe is die nu?

‘Het zag er echt heel slecht uit. Ik had een volledige hersenkneusing. Ik heb alles opnieuw moeten leren; eten, drinken, alles. Praten kon ik voor het eerst weer een beetje in augustus. In Tilburg verliep de communicatie met behulp van ‘ja/nee’-kaartjes of een geplastificeerd letterbord. Een psycholoog in Tilburg vroeg mij hoe ik mij voelde en ik omcirkelde de letters van NACHTMERRIE. Zij veegde dat uit en vroeg het opnieuw. Tot drie keer toe herhaalde ik NACHTMERRIE. Ik dacht toen ‘Is zij nou zo dom!’

Gelukkig zijn veel van mijn cognitieve functies, zoals logica en nadenken intact gebleven. Ik vind het nog steeds irritant als mensen mijn verstandelijke vermogens onderschatten.

Ik had echter nauwelijks controle over mijn spieren. Vanuit de rolstoel ben ik nu zover dat ik wat stappen kan zetten met de rollator. Ik heb onvoorstelbaar veel vooruitgang geboekt maar heb nog een lange weg te gaan. Waar het eindpunt ligt, is niet te voorspellen.’

Hoe ziet jouw revalidatieprogramma er uit?

‘Het is een heel intensief programma. Elke dag heb ik logopedie, fysiotherapie en ergotherapie en enkele keren per week neuropsychologie. De hele week is volgepland met groepssessies, creatieve activiteiten, zangtherapie en dergelijke. In totaal zevenenveertig sessies van drie kwartier.’

Wie of wat is je grootste steun en toeverlaat in je revalidatieproces?

‘Moeilijke vraag om te beantwoorden. Er zijn zoveel mensen die mij steunen. Ik ben mijn ouders en mijn zusje erg dankbaar. Ik zie de zorg en het verdriet in hun ogen maar zij houden zich heel kranig en helpen mij met alles. Ook aan de psycholoog in Woerden heb ik erg veel steun. In Woerden kregen we in groepstherapie de opdracht om iets voor Valentijnsdag te bedenken. Dat werd het schrijven van een brief voor iemand uit het centrum; een andere revalidant, iemand uit de verpleging, een therapeut. Ik heb toen gekozen voor mijn neuropsycholoog omdat ik ontzettend dankbaar was voor de manier waarop hij mij die eerste twee weken in Woerden er doorheen heeft getrokken.’

Stichting Het Daan Theeuwes Fonds houdt zich bezig met de zorg en
behandeling van jongeren en jongvolwassenen met niet aangeboren
hersenletsel (NAH). In Nederland krijgen jaarlijks bijna 19.000 jongeren
tot 24 jaar te maken met hersenletsel. Van deze groep hebben circa 600
jongeren tussen de 16 en 24 zeer ernstig traumatisch hersenletsel. Slechts een klein deel van hen kan revalideren. De meesten komen in de
chronische zorg in een verpleeghuis. Dat is vaak niet nodig! Juist bij
jongeren, die in de ontwikkelingsfase van hun leven zijn, kan intensieve
training en therapie de effecten van hersenschade aanzienlijk
verminderen. Vreemd genoeg is de zorg in Nederland voor jongeren met zwaar hersenletsel bijna identiek aan de behandeling van ouderen met
een herseninfarct. Met dezelfde centra, artsen, therapeuten en hetzelfde budget en vergoeding. Daardoor worden kansen gemist. Het Daan
Theeuwes Fonds wil ervoor zorgen dat die kansen gepakt worden. Door
onderzoek, training, motivatie en het delen van kennis. Vanaf 2018 ook
met een gespecialiseerd behandelcentrum. Dat zorgt voor een
aanzienlijke besparing op de chronische zorgkosten en brengt voor
patiënten en hun omgeving weer kwaliteit van leven terug. Het Daan Theewes Centrum in Woerden is vernoemd naar Daan Theeuwes die op 23-jarige leeftijd na een ongeluk zwaar hersenletsel kreeg. Na bijna een jaar
van operaties en revalidatie in Nederland, koos Daan met zijn ouders
voor verdere, gespecialiseerde behandeling in het buitenland. De ouders van Daan vonden dat ook in Nederland jongeren de kans moesten krijgen op optimaal herstel. Daarvoor hebben zij het Daan Theeuwes Fonds opgericht.

BLIK OP DE TOEKOMST

Welke doelen heb jij je gesteld?

‘Als ik uit gerevalideerd ben, heb ik in ieder geval mijn boek ‘Hersenspinsels’ uitgebracht, doe ik alles weer zoals ik het deed en houd ik me weer bezig met volleybal. Als anderen mij zeggen dat ik dan de lat te hoog leg, komt mijn eigenwijsheid weer naar boven. Ik blijf ervan overtuigd dat het haalbaar is. Ook mijn moeder wil mij behoeden voor teleurstelling, dat begrijp ik wel, maar ik blijf geloven in het bereiken van mijn doel: Ik ga weer lopen en een blok zetten bij volleybal! Hoe lang ik daarover doe weet ik niet.’

Beste lezers van Weert Magazine,

Omdat Ton Adriaens mij de mogelijkheid gaf iets over mijn boek Hersenspinsels op papier te zetten heb ik besloten om het al geschreven voorwoord van mijn boek alvast met jullie te delen.

Komt ie:

Voorwoord & leesadvies

Hi lezer, leester,

Ik zou beginnen met: ‘Leuk dat je dit boek leest’ maar dat vind ik natuurlijk niet echt want ik had liever gehad dat dit boek überhaupt niet bestond omdat daar geen reden voor was. Maar die is er nu eenmaal wel. Ik schrijf dit boek namelijk als onderdeel van intensieve neurorevalidatie na een zwaar
auto-ongeval in april 2018. Lang verhaal kort (de lange versie zul je zeker in de volgende bladzijden lezen) ik moest alles, echt alles, opnieuw leren na een lange periode buiten bewustzijn in een comateuze toestand te zijn geweest. In dit boek beschrijf ik m’n eigen ervaring, over hoe ik me alles
herinner. In de bijlagen kun je ervaringsverhalen lezen van de mensen die dicht bij mij staan/stonden en hoe zij de hele periode hebben ervaren/hebben meegemaakt (want ja, dat maakt uit). En in de bijlagen staat ook fotomateriaal en dat mag je (als je jezelf kunt bedwingen) bekijken als je alles
gelezen hebt. En ik zal m’n iPad en mobiel ook plunderen voor de notities die ik tijdens deze periode gemaakt heb en deze ook toevoegen als bijlagen. Ik beloof dat alles wat in dit boek staat echt is gebeurd. En je moet me maar geloven ‘if I mention’ dat ik echt geprobeerd heb om zo compleet mogelijk te zijn. Om een zo volledig mogelijke ervaring te krijgen, volg je de hoofdstukken in oplopende volgorde (dat is misschien geen logisch verhaal, maar dat was het voor mij ook niet).Ik vind het natuurlijk wel goed dat je dit boek leest omdat je me dan, waarschijnlijk beter begrijpt en beter zult behandelen. Om het boek beter te begrijpen (& op te vatten) lees je de dingen tussen één aanhalingsteken als gedachten van mezelf. En de dingen die tussen twee aanhalingstekens geschreven zijn, vat je het beste op als dingen die echt gezegd (letterlijk uitgesproken) worden. Als je écht wil weten hoe het voor mij was, dan lees je één hoofdstuk per week ongeveer gedurende .. weken, dat is namelijk precies het aantal weken dat mijn revalidatie duurde (aantal nog in te vullen wanneer ik uit-gerevalideerd ben, ik kan helaas nog steeds niet in de toekomst kijken). Maar dat wil ik je niet aandoen. Ik zou zeggen: veel leesinteresse en -succes toegewenst (niet leesplezier). Dat dus. Mocht je hierin geïnteresseerd zijn, ga het dan lezen! Zo niet, dan lees het vooral niet. Jullie weten nu in ieder geval van het toekomstige bestaan af. Wellicht tot lees’ en laat me vooral via m’n socials@lauryvanenckevort op insta en op FB weten (ik voeg eigenlijk alleen mensen toe die ik persoonlijk ken), wat je van Hersenspinsels vindt en om op de hoogte te blijven van mijn revalidatie, de voortgang van het boek en, eventueel, hoe mijn leven er daarna uit gaat zien.|
Lieve groetjes, Lau(ry)

\