Laura Caris: ‘Het ruikt hier weer naar verf.’

Laura Caris (51) is een geboren en getogen Weertse. Ze had een prima jeugd, kon goed leren, ging naar de Philips van Horne, tekende veel en ontwierp haar eigen kleding. Ze wilde naar de kunstacademie, maar ouders en school ‘manoeuvreerden’ haar met het oog op meer bestaanszekerheid naar de HEAO. Ze plakte er zelfs nog een studie City Marketing aan de universiteit van Tilburg aan vast en stapte de maatschappij in. 25 jaar later hangt haar ‘Rembrandt’-portret in het Rijksmuseum. Met dochter Liv (18) en hond Droste woont ze in een voormalig café aan de Roermondseweg, sfeervol omgebouwd tot atelierwoning. Laura Caris over Laura als mens en als kunstenares, over de kunstscene in deze regio, en het kunstbeleid in het Weerterland.

Laura Caris in haar atelier

Laura privé
Hoe verliep jouw carrière nadat je met een universitaire bul de maatschappij instapte? “Het was de ‘toegepaste kunst’ in de reclame die mij in marketing en communicatie aantrok. Tijdens mijn opleiding en ook daarna bleef ik toch voortdurend zoeken naar het verloren element: mijn artistieke kant. Ik startte als filiaalmanager bij modeketen Miss Selfridge in Rotterdam, daarna een commerciële functie bij het Eindhovens Dagblad en vervolgens naar Philips: veel reizen, geweldige opleidingsprogramma’s, een internationale omgeving en…enorme reclamebudgetten! Ik overleefde de ontslagronde tijdens operatie Centurion, mijn eerste confrontatie met keiharde zakelijkheid. Ik was blij dat ik mocht blijven maar ook geschokt door het maatschappelijke leed. Volwassen kerels, loyaal aan ‘The Company’, huilend om het verlies van bestaanszekerheid en identiteit. Mijn 27-jarige bravoure verstomde toen ik zag dat ‘succes’ evenveel afhing van brute pech of stom geluk dan van prestatie en inzet. Als Marketing Communications Manager stuurde ik media- en reclamebureaus aan. Daar zaten de mensen die schetsten, concepten bedachten, kleuren kozen en foto’s maakten. Het vlammetje van mijn verloren creativiteit flakkerde op: Dát wilde ik ook! In die periode kocht ik kunst aan voor het nieuwe Europese directiekantoor. Ik koos een serie werken van … Rob Kars uit Weert! Ik had toen nog nooit van hem gehoord maar het kleurrijke werk paste bij de internationale werkomgeving: hij had buitenlandse kranten als schilderondergrond gebruikt! Ik verruilde Philips voor een reclamebureau om nog dichter op het creatieve werk te zitten en had daarna een eigen reclamebureau. In 2003 donderde alles in elkaar. Klanten gingen failliet in de IT-crisis, reclamebudgetten krompen…de zaak droogde op. Ik kwam thuis te zitten, werkloos, gescheiden en met een burn-out. Ik ging therapeutisch tekenen bij … jawel…Rob Kars! Portretten gingen me goed af. Ik kreeg hier en daar een opdracht en hoopte een nieuw bestaan op te bouwen als portrettist. Ik stortte me volledig op ‘zelfstudie’, oefende me suf, vroeg feedback aan bevriende kunstenaars en volgde anatomie- en portrettekenen aan de academie in Maastricht. “

Je dochter Liv heeft in juli haar propedeuse Design Academy in Eindhoven behaald. Stapt zij in jouw voetsporen?
“Liv is mijn alles, mijn muze. Ik heb heel wat portretten van haar gemaakt. Thuis heeft zij natuurlijk veel meegekregen maar ze volgt duidelijk haar eigen pad. Ze heeft meer talent dan ik als tekenaar/schilder. Toen ze een jaar of zeven was kreeg ik de eerste terloopse correctie: “het rechteroog zit te hoog en de kaak is te vierkant; mam…wat eten we?” Ze had áltijd gelijk, een
scherp oog! Maar design is een andere tak van sport. Zij zoekt de combinatie van techniek en creativiteit.”

Wat is jouw levensovertuiging? Wat zijn de grote waarden in jouw leven? Je karakterologische kenmerken? “Ik geloof in integriteit, oprechtheid, ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt’. Ik ben principieel, extravert, recht voor z’n raap en perfectionistisch. Ik heb een vorm van ADHD. Sfeertjes, details, signalen … alle informatie komt ongefilterd en tegelijkertijd binnen. Ik zie snel verbanden en patronen en kan dingen combineren uit diverse hoeken, het is een bron van creativiteit. Maar het is ook vermoeiend en een sociaal struikelblok. Ik ben totaal niet religieus, maar kijkend naar boeddhistische leefregels stroken die heel goed met hoe ik wil leven, met mijn idealen.”

Hoe denk je dat anderen over jou denken? “Er zijn zeker mensen die mij een eigenwijze, lastige bitch vinden. Ik noem de dingen bij naam, maar mensen willen liever stroop om de mond dan een ongezouten mening. Taboes en ongeschreven regels voel ik niet aan en ik heb een uitgesproken hekel aan hypocrisie. Iemand zei ooit over mij: ‘Mensen die Laura kunnen volgen, vinden haar een fijn mens maar degenen die haar niet kunnen volgen, vinden haar alléén maar moeilijk.’ Maar ik ben ook betrouwbaar, zorgzaam, verdedig de zwakken, trek mijn mond open bij onrecht, ga door het vuur voor mijn dierbaren en kan heel lief zijn. Gelukkig krijg ik ook dat terug.”

Laura de kunstenares
Terug naar de schilderkunst. Een dieptepunt in je leven in 2004 bleek tevens een keerpunt. Hoe verliep de weg omhoog? “Voorzichtig en onzeker! In 2005 kwam ik in contact met Jan Tullemans die mij accepteerde als leerling. Daaruit ontstond een vriendschap die duurde tot hij overleed.
Ik wilde realistisch schilderen, Jan was bezig met expressie en grote verfstreken. Hij stuurde mij aanvankelijk in die richting: ‘Paktj us unne witbörstel!’ Later concludeerde hij dat ik mijn ding moest blijven doen. Hij gaf mij vertrouwen, was een inspirator en stimuleerde mij in mijn eigenzinnigheid. Als ik bang was voor het oordeel van anderen zei hij: ‘Det ze toch vurrèkke ze doon ut dich neet nao!’ Ik heb geen kunstacademie gedaan en dat blijft ‘een dingetje’. Ik heb misschien harder geploeterd dan ik had gedaan als ik die opleiding wel had doorlopen, soms op het maniakale af en met te veel bewijsdrang.
In Eindhoven heb ik over de schouder mogen kijken van Cornelis Lemaire, de man van de 17e -eeuwse pronkstillevens, een levende meester in het genre. ‘Kom je de kunst afkijken?’ was het en dan mocht ik toekijken terwijl hij druiven, voeten of een Venetiaanse roemer schilderde. Hij was gul met zijn kennis, over waarom de oude meesters zus of zo deden of welk specifiek pigment het beste is voor het glaceren van huidpartijen. Heerlijk!”

Fotografie
Naast schilderen heb jij je ook toegelegd op fotograferen. Wanneer en waardoor is die passie ontstaan? “Ik fotografeer sinds Liv’s geboorte in 2000. In 2015 kocht ik een nieuwe camera en toen schilderen niet meer ging, werd de camera mijn penseel, in die zin dat ik tóch iets kon creëren. In 2016 ontdekte ik de mogelijkheden van infraroodfotografie.”

Rembrandt-portret
Jouw ‘Rembrandt’-portret hangt nu in het Rijksmuseum. Uit meer dan 8000 inzendingen uit 95 landen zijn er 563 geselecteerd voor deze expositie. Rembrandts stijl en typische lichtinval heb je op meesterlijke wijze weergegeven. Hoe is dit schilderij tot stand gekomen? “In de kroeg, met Jochem Rietjens filosoferend over hoe mijn inzending eruit moest gaan zien, werd het zijn markante kop met daaraan toegevoegd de sjaal van Beethoven, de hoed van Verdi en de bril van Shostakovich (Jochem is muziekkenner). Dit portret, de mate waarin het gelukt is, heeft mij immens veel energie en dynamiek gegeven om zowel mezelf als het schilderen te hervinden.”

Kunstscene in de regio en het kunstbeleid in het weerterland
“Ik heb veel waardering voor wethouder Geert Gabriëls. Binnen de marges van vastgeroeste structuren en tegenstrijdige lokale belangen doet hij met passie wat mogelijk is om Weert cultureel te doen bloeien. Hij denkt buiten de lijntjes en sluit niemand uit, wat nogal on-Weerts is. De ambtelijke machinerieën kunnen die vooruitstrevende mentaliteit nog niet overal vertalen. Ik zie zeker ruimte voor verbeteringen, maar hou me liever bezig met verf dan met politiek. Er is in Weert veel talent in vele disciplines, tatoeëerders, street artists, fotografen, tekenaars, schilders, dansers, designers, muzikanten etc. Velen daarvan staan helemaal niet in de kijker bij de Gemeente, maar geven wel vorm aan het culturele circuit. Ik zou graag meer waardering en support zien voor deze groep die vaak hondstrouw is aan Weert maar amper wordt opgemerkt.

Ik moet nog dagelijks keuzes maken omdat mijn energielevel heel laag is dus politiek gaat aan mij voorbij. Een middagje naar het Rijks betekent drie dagen gevloerd en géén Bospop, bijvoorbeeld. Voor mij is het nu dealen met de situatie. Ik heb niet meer de energie om vol voor mijn creatieve ambities te gaan en in een inkomen te voorzien. Mijn arbeidsongeschiktheidsverzekering dekt amper mijn vaste lasten. Soms als ik heel moe ben, het schilderen dagenlang niet lukt of op momenten van afwijzing denk ik ‘laat ook maar, ik word postbode’. Maar mijn lijf kan zulk werk al helemaal niet meer aan en dan pak ik toch weer een kwast, al is het maar omdat ik gewoon graag schilder, ongeacht of het lukt of verkoopt. Ik ben er nog, of beter gezegd, ik ben er weer…ik weet wat ik kan en vooral ook wat ik niet (meer) kan, maar het ruikt hier wel weer naar verf en dat is een zalving voor mijn ziel!”

Bekijk op Laura’s FB-pagina ‘A walk in the park’, een autobiografische motionpicture.
‘Een compilatie van infraroodfoto’s gemaakt in het stadspark in Weert. Op het moment dat ik de foto’s nam was ik ziek maar ik wist nog niet wat me mankeerde. Eind dat jaar bleek het kanker te zijn. Een jaar na dato kwam ik terug en zag dat de magische boom die ik zo mooi vond geveld was, bezweken aan zwammen die hem als tumoren hadden opgevreten. Ik maakte opnieuw foto’s van de boom hoe hij daar lag, terwijl ik weer op mijn benen stond. Pas vele maanden later heb ik de energie bij elkaar gesprokkeld om deze compilatie te maken die visualiseert hoe onwerkelijk mijn dansje met de dood was en nog steeds is. Het sijpelt door in alles wat ik ben en doe en voel en maak.’