Koos Korten in South Nowra (Australië): ‘Het pistool ging per ongeluk af’

Hij was nog geen twintig jaar toen Koos Korten (75) uit Stramproy een baan kreeg als foto-lithograaf in Kaapstad. Samen met zijn vriend Jos Niën (beter bekend als Nino) vertrok hij naar Zuid-Afrika, het avontuur tegemoet. Nino keerde na een jaar huiswaarts; Koos kwam nooit meer terug. Het grootste gedeelte van zijn leven woonde hij in zijn geliefde Zuid-Afrika. Een brute overval in zijn eigen huis in Rooihuiskraal deed hem en zijn Zuid-Afrikaanse vrouw Rhona besluiten te verhuizen naar Australië. 

Rhona en Koos.

Koos werd Jack

Na drie jaar gymnasium aan het Bisschoppelijk College in Weert besloot Koos een opleiding te volgen in de grafische industrie. Voor de theorie ging hij naar het Grafisch Lyceum in Eindhoven, het praktische gedeelte leerde hij bij Smeets Drukkerijen. Hoe komt een jongen van negentien jaar uit Stramproy aan een aanstelling in Kaapstad? Koos vertelt: “Een bedrijf in Kaapstad zocht foto-lithografen. Zij stuurden een afgezant uit Zuid-Afrika en we hadden een gesprek bij de Zuid-Afrikaanse ambassade in Den Haag. Nino en ik kregen toen een aanstelling bij Master Photo in Kaapstad. Tijdens de vlucht kregen we van de KLM een certificaat als bewijs dat we de evenaar hadden gepasseerd. Dat was de eerste en laatste keer dat mij zoiets werd overhandigd. Op mijn eerste werkdag stelde ik mij voor als Koos. Het bleek dat deze naam voor Engelssprekenden nogal moeilijk was. Nino was heel behulpzaam door te zeggen: ‘You can also call him Jack, because it’s the same’. Mijn voornaam voluit is namelijk Jacobus”, lacht Koos bij deze herinneringen.


Koos en Rhona met hun zonen Leigh en Ryan (1995)

Eerste harttransplantatie

Nadat Nino terug was naar Nederland verhuisde Koos naar Johannesburg. Hij had een 16mm filmcamera aangeschaft en wilde daarmee professioneel verder. Hij kreeg een aanstelling bij Irene Film Studio, twintig kilometer ten zuiden van Pretoria. Koos: “Ik werkte vooral op het technische vlak (zoals special effects). Privé filmde ik geregeld in verschillende wildreservaten in zuidelijk Afrika, maar ook in Zuidwest Afrika (Namibia), Rhodesië (Zimbabwe), Swaziland, Lesotho en Mozambique. Tijdens mijn werkzaamheden bij Irene Film Studio was een van de hoogtepunten beslist de film over de eerste harttransplantatie door dr. Chris Barnard, in december 1967”, vertelt Koos trots.

Van Kilimanjaro naar bruiloft

In Pretoria ontmoette Koos ene Bill Bolt uit Wellington, Nieuw-Zeeland. Koos: “Bill vertelde me dat hij van plan was om een reis te maken van Johannesburg naar Londen, per lijnvliegtuig, met zoveel mogelijk stop-overs. Het plan was om bij die stop-overs een voertuig te huren en de verschillende plaatsen te verkennen. Ik voelde hier wel iets voor en onze eerste vlucht was eind juni 1968 van Johannesburg naar Salisbury. Van Salisbury ging het naar Blantyre in Malawi en daarna naar Nairobi. In Nairobi huurden wij een voertuig en we bezochten eerst de hoogste bergpiek in Afrika, de Kilimanjaro. Vervolgens gingen we naar Lake Manyara en de Ngorongoro Krater, het Serengeti National Park in Tanzania en de Masai Mara Game Reserve. We bezochten ook een Masai-nederzetting, alvorens terug te keren naar Nairobi. Addis Abeba was de volgende bestemming, vervolgens Khartoem, Caïro en de piramiden. In Tunesië bezochten we de ruïnes van een Romeinse arena in Carthago. Andere tussenstops waren Algerije, Casablanca, Tanger, Gibraltar, Madrid en uiteindelijk Londen. Toen we in Londen aankwamen op 7 augustus 1968 hoorde ik dat de trouwdag van mijn broer Frans twee dagen later zou zijn. Dus vloog ik dezelfde dag nog naar Amsterdam”, vertelt Koos lachend, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.

Koos en Rhona worden meestal gewekt door het geluid van deze ‘Rainbow Lorikeets’ (regenboog-vogels)

Met de Taunus naar Nieuw-Zeeland

Na dit avontuur moest er weer brood op de plank komen. Na verschillende sollicitaties in diverse Europese landen kreeg Koos een baan bij Atlantik Film in Hamburg. Toen was ook de tijd rijp om zijn vriendin Rhona uit Zuid-Afrika te laten overkomen. Koos: “Ik heb Rhona Doubell ontmoet in Kaapstad. Nadat ik was ingeburgerd in Hamburg is ze naar Duitsland gekomen en zijn we in 1969 getrouwd. Na een tijdje begon het weer te kriebelen en besloten we om onze vriend Bill Bolt in Nieuw-Zeeland te gaan opzoeken. We kochten een tweedehands Ford Taunus en vertrokken richting Nieuw-Zeeland op 8 november 1970. We reden door Duitsland, Oostenrijk, het toenmalige Joegoslavië, Bulgarije, Turkije, Iran, Afghanistan, Pakistan naar India. India vonden wij zeer interessant met zijn tijgers in het Corbett Nationaal Park, de vele vogels in de Baratpur Bird Sanctuary, de Taj Mahal in Agra en Varanasi aan de oever van de Ganges rivier. Vervolgens reden we noordwaarts naar Kathmandu in Nepal; hier bleven we ruim een maand. Het was namelijk niet mogelijk om onze reis via Oost-Pakistan (het tegenwoordige Bangladesh) te vervolgen omdat er een burgeroorlog woedde. We moesten onze auto verkopen en reisden per trein verder naar Calcutta, waar we onze goederen verscheepten naar Wellington, Nieuw-Zeeland. Per vliegtuig ging het verder naar Rangoon in Birma (Myanmar) en een paar dagen later met het vliegtuig naar Bangkok. Vandaar, per trein naar Kuala Lumpur en Singapore en later per boot naar Jakarta. Verder ging de reis per bus naar het meest oostelijke punt van Java. Met het veer naar Bali. Van Bali per vliegtuig naar Sydney en enige dagen later vlogen we naar Wellington waar we begin mei arriveerden. Onze vriend Bill Bolt stond op het vliegveld om ons te begroeten”, vertelt Koos.

Nieuw-Zeeland in kleur

Koos en Rhona waren zes maanden onderweg geweest; het werd tijd om weer wat geld te verdienen. Ze hadden echter geen visa voor Nieuw-Zeeland en zouden het land moeten verlaten. Koos vertelt wat er toen gebeurde: “Het was net op dat moment dat de ‘National Film Unit’ in Wellington bezig was om hun zwart-wit filmproducties voor de cinema en televisie te veranderen naar kleur. Met mijn ervaring in deze tak van sport was ik de juiste persoon daarvoor. Ik trad in dienst bij de NFU, maar het duurde twee jaar voor we een geldig visum verkregen. Later werkte ik nog een tijdje bij de NZBC (New Zealand Broadcasting Corporation).” In Nieuw-Zeeland werd Koos en Rhona’s oudste zoon Leigh geboren. Hij woont tegenwoordig in Australië met echtgenote Emmerentia en dochter Natalie. 

Toenemend geweld

Zuid-Afrika bleef echter trekken. Toen de kans zich voordeed besloot het jonge gezin terug te keren naar Johannesburg. Koos: “Tegen het einde van 1975 startten in Zuid-Afrika de eerste televisie-uitzendingen en werd ik bij mijn vorige firma, Irene Film Studio aangesteld als ‘technical director’. We waren blij om weer terug te zijn in Zuid-Afrika; vooral de natuur met zijn verscheidenheid van dieren is iets bijzonders. Het bleek al gauw dat het einde van het apartheid tijdperk in zicht was. Op 16 juni 1976 werd in het zwarte district Soweto bij Johannesburg een protestmars georganiseerd, waaraan zo’n 20.000 studenten deelnamen. De woedende menigte begon staatseigendommen te vernielen. Onze tweede zoon, Ryan werd vier dagen later geboren. Toen ik hoorde dat zelfs ziekenhuizen in brand werden gestoken, werd het wel verontrustend omdat Rhona en onze zoon Ryan in het ziekenhuis verbleven”, herinnert Koos zich. “Na deze rellen en langdurige onderhandelingen met de huidige regering hoopten we op een betere toekomst, een Zuid-Afrika met een meerderheidsregering.” Aangezien Koos nu een vaste aanstelling had besloten ze om een huis te bouwen, niet al te ver van de studio, in een plaats genaamd Rooihuiskraal.

Koos: “Tijdens een tocht in Moremi, Botswana, voelden deze olifanten zich bedreigd omdat er jonge olifantjes bij waren. Ze kwamen op ons af en we moesten maken dat we weg kwamen. Onze jongste zoon Ryan zei later tegen Rhona: ‘Mam, dit was de eerste keer in mijn leven dat ik mijn hart buiten mijn lichaam voelde kloppen’.”

Niet meer veilig

Uiteindelijk zijn het toenemende geweld en de criminaliteit de redenen geweest dat Koos en Rhona besloten Zuid-Afrika te verlaten. Koos vertelt over die ene dag: “Het was onze zesendertigste huwelijksverjaardag en we maakten een reis naar Durban om het daar te vieren. Bij terugkomst in Rooihuiskraal werden we overvallen in onze garage door vier gewapende personen. Een persoon greep me bij mijn schouder, terwijl hij het pistool op Rhona richtte die op twee meter afstand stond. Opeens hoorde ik een schot en zag dat Rhona door haar knieën zakte. Een kogel had namelijk haar schouder doorboord. Ik geloof niet dat het de bedoeling was om te schieten – het pistool ging volgens mij per ongeluk af. De harde knal maakte de aanvallers zenuwachtig en ze verdwenen nadat ze ons bestolen hadden van horloges, portemonnees, telefoons en ringen. Dit alles gebeurde in 2005. We begonnen toen te onderhandelen met de Hoge Commissie van Australië in Pretoria om naar Australië te emigreren; vier jaar later was het dan zover.”

Sinds eind 2009 wonen Koos en Rhona in South Nowra, ongeveer honderdzestig kilometer ten zuiden van Sidney. Koos is vooral druk als vicepresident van een computerclub bestaande uit afgetreden professionele personen die nog steeds geïnteresseerd zijn in de ‘latest technology’, zoals hij het zelf omschrijft. Koos geeft geregeld demonstraties met betrekking tot film en fotografie. Samen met Rhona maakt hij reizen door Australië en daar valt nog veel te ontdekken. Koos: “Australië telt zo’n vijfentwintig miljoen inwoners terwijl het 186 keer groter is dan Nederland.” 

Chacma Baboon (Beerbaviaan) in de avondzon van Moremi, Botswana.

Wijze woorden

Meer dan een halve eeuw is Koos weg uit Nederland. Als je hem vraagt wat hij mist, antwoordt hij stellig: “Ik mis veel mensen en dingen uit Nederland. Daar staat tegenover dat ik veel interessante mensen heb leren kennen in andere delen van de wereld. Ik zeg vaker: ‘Men kan niet alles hebben’. Ik denk dikwijls terug aan de eerste keer dat ik op safari was in Botswana met een groep uit Duitsland. Toen we ’s avonds om het kampvuur zaten, stelde iemand de volgende vraag: ‘Als je drie wensen zou mogen doen, wat zou dat dan zijn?’ De eenvoudigste drie wensen kwamen van een Duitse dame en het klonk zo: ’zufrieden sein, zufrieden sein und zufrieden sein’. Voor mij waren deze drie wensen de beste van allemaal en ik zal ze ook altijd onthouden.” Met deze wijze woorden sluit Koos ons gesprek af.