Kennis delen met mensen die het minder hebben.

Kennis delen met mensen die het minder hebben.

Vanwege zijn leeftijd moest hij er pakweg vijf jaar geleden mee stoppen. Jan Kin (76) uit Stramproy reisde tussen 2007 en 2014 achttien keer naar verschillende ontwikkelingslanden om daar te werken. “Het leek me interessant de dingen die ik geleerd heb in de metaalindustrie te delen met mensen die in ontwikkelingslanden in dezelfde sector werken.”

“Sommige mensen zeggen: ‘Ach je bent toch gek, je gaat toch niet in die armoede zitten? Het is toch alleen maar ellende daar!’ Nou, naar mijn mening is daar niet alleen maar ellende. Mensen in ontwikkelingslanden leven makkelijker dan wij. Ze maken zich niet zo druk. Wij moeten van alles: sporten, op vakantie gaan, studeren. In die landen draait het daar niet om, als ze maar kunnen rondkomen.”

PUM 
Jan Kin vond het vroeger altijd wel leuk om op vakantie te gaan, naar Spanje of Italië. Maar op reis naar een ontwikkelingsland, daar had hij vijftien jaar geleden nog niet over nagedacht. “Nadat ik gepensioneerd was, ging ik regelmatig met een man of tien een eindje fietsen. Op een gegeven moment zei iemand: ‘Ik kom de eerste drie weken niet, want ik moet naar Oezbekistan voor PUM (Programma Uitzending Managers)’.” Dit riep vragen op bij Jan en eenmaal thuis kroop hij achter zijn computer om op te zoeken waar zijn vriend het over had. ‘PUM Netherlands senior experts’ is een vrijwilligersorganisatie die zich richt op de ontwikkeling van bedrijven in ontwikkelingslanden. Twee weken worden senioren op uitzending gestuurd naar een willekeurig ontwikkelingsland om bedrijven te adviseren. Het werk sprak Jan aan. “Ik werkte altijd als bedrijfsleider in de metaalindustrie. Het leek me interessant de dingen die ik geleerd heb te delen met mensen die in ontwikkelingslanden in dezelfde sector werken.”  

Turkije 
Jan stuurde zijn cv en werd aangenomen. Het eerste land waar hij naartoe ging was Turkije. Jan kwam terecht bij een bedrijf dat grote staalproducten maakte. “De baas was een nieuwe fabriek aan het bouwen en wilde onder meer advies over eventuele nieuwe machines.” Jan werkte vijf dagen in de week. “De overige dagen nam de baas me mee op pad, zodat ik meer zag van de omgeving.” De uitzending naar Turkije smaakte naar meer. Jan wilde dit soort reizen vaker maken. En dit gebeurde. Hij bezocht landen als Kenia, Sri Lanka, Ecuador, Algerije en Noord-Macedonië. Sommige één keer, andere meerdere keren. Telkens kwam hij terecht in een ander bedrijf. “Dit maakte het werk uitdagend en afwisselend. Ook al ging ik naar een land waar ik al geweest was.” 

Ghana 
Ghana, een land waar Jan acht keer heen ging, maakte de meeste indruk. Dit kwam vooral door de grote armoede die hij zag. “Tijdens de eerste uitzending in 2009 kwam ik terecht in een staalbedrijf waar mensen werkten op hun slippers. Dat is natuurlijk hartstikke gevaarlijk. Dit legde ik uit. Hun reactie? We kunnen geen dichte schoenen betalen.” Een andere herinnering schiet Jan ineens te binnen: “Af en toe staan er jongetjes van elf of twaalf jaar op de werkvloer. Die kunnen niet naar school, omdat hun ouders het niet kunnen betalen.” 

Wat dit met Jan doet? “Het is heftig te zien hoe groot de armoede in zo’n land is. Je realiseert je hoe goed wij het hier in Nederland hebben.” Toch kan Jan de impact ervan goed achter zich laten wanneer hij teruggaat naar huis. “Het geeft me juist nog meer energie deze mensen te helpen.

Ghana 
Ghana, een land waar Jan acht keer heen ging, maakte de meeste indruk. Dit kwam vooral door de grote armoede die hij zag. “Tijdens de eerste uitzending in 2009 kwam ik terecht in een staalbedrijf waar mensen werkten op hun slippers. Dat is natuurlijk hartstikke gevaarlijk. Dit legde ik uit. Hun reactie? We kunnen geen dichte schoenen betalen.” Een andere herinnering schiet Jan ineens te binnen: “Af en toe staan er jongetjes van elf of twaalf jaar op de werkvloer. Die kunnen niet naar school, omdat hun ouders het niet kunnen betalen.” 

Wat dit met Jan doet? “Het is heftig te zien hoe groot de armoede in zo’n land is. Je realiseert je hoe goed wij het hier in Nederland hebben.” Toch kan Jan de impact ervan goed achter zich laten wanneer hij teruggaat naar huis. “Het geeft me juist nog meer energie deze mensen te helpen.