Kale mannen?

Wie kent ze niet, de mannen met een raar, in kleur vaak afwijkend toupetje of met de spaarzame haren in slierten over de kale plekken gekamd? Dat is zo goed als verleden tijd. Nu zijn er nogal wat ijdele heren die kiezen voor implantaten: Arie Boomsma  Gerard Joling, Ruud Gullit en zelfs de nuchtere profvoetballer Jorrit Hendrix koos ervoor.
Haaruitval is een gevoelig onderwerp en voor veel mannen moeilijk te accepteren. Vooral als het al op vroege leeftijd ontstaat kan het een flinke deuk in het zelfvertrouwen veroorzaken. Meestal is kaalheid genetisch bepaald en heb je pech als het jou treft.

Toch is er goed nieuws voor kale mannen: onderzoek aan de University of Pennsylvania wees uit dat dit uiterlijke kenmerk als ‘mannelijker, sterker en dominant’ wordt gezien. Ook zou kaalheid vaak sexy worden gevonden. Voor dit onderzoek werden een aantal foto’s van mannen aan een groep vrouwen getoond. Eerst kregen zij mannen met haar te zien en daarna dezelfde mannen zonder haar. Wat bleek? De kale mannen werden als aantrekkelijker gezien. Daarbij gold: hoe gladder, hoe beter.

Er heeft zich dan ook een nieuwe modetrend ontwikkeld; de ‘stoere-jongens- look’ waarbij het gladgeschoren hoofd gecombineerd wordt met een prachtig gesoigneerde baard. De kale man met baard is tegenwoordig een nieuw mode-icoon geworden. Het geheel wordt afgemaakt met een bruin leren jack, gescheurde jeans en een zonnebril. Je moet er natuurlijk wel de leeftijd voor hebben. Kom je boven de 50 heb je kans dat je voor gek loopt in die outfit. 
Is kaalheid een straf of een zegen?

Henk Jacobs

Henk Jacobs (58), eigenaar ZorgMies Midden-Limburg

In antwoord op de vraag: vroeger een straf en nu een zegen. Ik begon veel haren te verliezen in het begin van mijn twintiger jaren. Dat had toen te maken met de medicatie na een operatie vanwege een racefietsongeluk. Enige tijd later werd het minder, alhoewel ik toch haren bleef verliezen. 

Rond mijn 26e baalde ik stevig van het doorzicht op mijn schedel. Een behandeling met infraroodstraling liet enkele nieuwe haren zien, maar geen volume. Mijn vader was kalend en zo kreeg ik rond mijn 30e de bekende inhammen die we gemakshalve garages noemden en die steeds verder naar achteren liepen. Aldus bleef er een krans over en die schoor ik zelf (of een van mijn kinderen) het liefst kort. Mijn bezoeken aan de kapper, waar ik goede herinneringen aan heb overgehouden, waren helaas over. 

Rond mijn 40e vertelde een goede vriendin dat helemaal kaal veel mooier was dan een krans. Ik denk dat het toen net wat meer in de mode was en heb er nooit spijt van gehad. Sterker, ik ben er nog steeds erg happy mee. Misschien had ik de mooie kale kop van acteur Yul Brynner uit de jaren ’70 wel in gedachten.

Wigbert Coppen

Wigbert Coppen (61), eigenaar kapsalon Wigbert 

Haha, kaalheid is zeker geen straf, behalve dan de zelf gladgeschoren man zónder goed verzorgde baard: die is een straf, maar dan voor de kappers!
Bij veel, vooral jonge mannen kan kaalheid aan het zelfvertrouwen knagen. Vandaar dat tegenwoordig steeds meer mannen voor haartransplantatie naar een goede haarkliniek gaan. Dit kost een paar centen, maar de resultaten zijn dan ook steeds beter. In onze salon hebben enkele jonge mannen hiermee erg goede resultaten behaald.
Dick Advocaat is een goed voorbeeld van zo’n succesvolle haartransplantatie. Hij ging van een behoorlijk kaal hoofd naar een natuurlijk, licht kalend uiterlijk. 
Niet alleen genetische kaalheid, maar ook alopecia (kale plekken of helemaal geen lichaamsbeharing) kan je zomaar overkomen, zelfs vrouwen, bij wie een goede haarprothese dan dé oplossing is.
Is een kale kop een zegen? Dat nou ook weer niet. In het huidige modebeeld kunnen ook mannen met wat minder haar wel goed voor de dag komen. Voor elk haartype en iedere hoeveelheid haar is er een trendy coupe te knippen, waarbij goede verzorging en finishproducten een belangrijke rol spelen. 

Maar mannen, let op! Of kaalheid nu een straf of een zegen is: “Na een bezoek aan de kapper, ben je altijd knapper!”

Paul Broens

Paul Broens (58), fysiotherapeut en leefstijlcoach

Ik was een jaar of 18 toen ik elke ochtend kleine bosjes haar op mijn kussen vond. Niet leuk, maar ja, wat kun je eraan doen. In het begin liet ik mijn haren wat langer groeien, heb zelfs ooit een permanentje genomen. De kapper maakte geleidelijk plaats voor de tondeuse en nu gebruik ik gewoon mijn eigen scheermesje.

Toen mijn oudste zoon naar groep 3 ging en de lettercombinatie ‘aa’ moest oefenen, was het eerste plaatje in zijn schrift een ‘paal’, vervolgens kwam een vis, die er uit zag als een slang, een ‘aal’. Het laatste plaatje was een man zonder haar. En wat had hij erbij geschreven? ‘Papa’!  Mijn vrouw en ik moesten hier erg om lachen evenals de juf. Die had er trouwens geen rode streep doorgezet want het klopte gewoon!
Inmiddels zijn de petten in de zomer en de mutsen in de winter mijn grote vrienden. Ze beschermen ‘mien köpke’ tegen zon en kou en zorgen ook voor schokdemping als ik mijn hoofd stoot. Want die voelsprieten, die mis ik ook regelmatig.  Uiteindelijk is het allerbelangrijkste datgene wat in het koppie zit en niet wat erop staat!