Jeroen Silkens in Warschau: ‘Met Kerst is er altijd een stoel vrij voor een onverwachte gast’

Wordt het de Pabo of toch de Hotelschool? Zelfs de verpleging, binnenhuisarchitect en bedrijfsmanagement stonden bij Jeroen Silkens (29) op het lijstje van mogelijke opties na zijn middelbare school. “Iets met contact met mensen, dat was zeker”, zegt hij zelf. Een positieve open dag in Maastricht gaf de doorslag. Hij koos voor de hotelwereld en werkt momenteel voor Marriott in Warschau, Polen. Jeroen: “Vrienden en familie hebben vaak een verkeerd beeld van Polen. Ze zijn altijd positief verrast door wat Warschau te bieden heeft. Het is een echte wereldstad.”

Dromen komen uit

Over twee weken staat de opening gepland van Hotel Verte in Warschau. Het hotel valt onder het merk ‘Autograph Collection’ van Marriott. Jeroen is als ‘Operations Manager’ verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het hotel. Tussen alle drukke voorbereidingen heeft hij tijd om ons te woord te staan. “Dit wordt inmiddels mijn derde opening van een hotel waarbij je vanaf nul alles moet opzetten. Ik heb ook eens een hotel gesloten en heropend. Of een traject van wisselende investeerders gecoördineerd. Allemaal vrij stressvolle en gecompliceerde zaken. Mijn vak heeft me op plekken zoals Washington DC, Dubai, Amsterdam en Warschau gebracht en me kennis laten maken met andere culturen en mensen. Iets waar ik vroeger alleen maar van kon dromen.”

 ‘Ik heb al veel moois mogen doen en houd ontzettend van mijn werk’ 

Verplicht het huis uit

Jeroen is de zoon van Door en Mart Silkens en tweelingbroer van Inge. Hij groeide op in het ouderlijk huis van zijn vader op Boshoven. In 2006 ging hij als Rogstaekers-jeugdprins de jeugd in de Wieërter Vastelaovundj voor met zijn devies ‘Groeët en klein, ‘ne vêtte vastelaovundj ôngerein’. Van huis uit werd het gestimuleerd om de handen uit de mouwen te steken. Jeroen had twee krantenwijken, werkte bij de Weerter Bazaar, de Weerter Bergen en af en toe bij de BSW business-club. En of dat nog niet genoeg was, bracht hij nog post rond en paste hij wekelijks op bij drie kindjes. Vanaf 2007 was er ook geen uitslapen meer bij op zaterdag, want dan ging hij trouw met Sunny, zijn hondje, naar de puppy- en gevorderden cursussen op de velden bij de Van Horne Hoeve. Stil zitten stond niet in het woordenboek bij de familie Silkens-Willekens. Jeroen: “Na de middelbare school vertrok ik voor de Hotel Management School naar Maastricht. Het eerste jaar moet je daar verplicht op kamers en dat betekende dat ik het ouderlijke huis moest verlaten. Ik geloof dat mama me graag nog iets langer thuis had gehouden maar uiteindelijk ben ik blij dat het zo gegaan is. Ik leerde ontzettend veel op persoonlijk vlak en maakte vriendschappen voor het leven. Daarbij is Maastricht een prachtige stad met een levendig centrum en een dorps karakter.”

Van Washington naar Warschau

Voor zijn stages gaat Jeroen naar Washington DC en Dubai. Hij vertelt hoe dat was: “Iedereen van mijn school wilde liefst zo ver mogelijk weg. Amerika stond bovenaan het verlanglijstje. Ik was één van de gelukkigen en mocht naar Washington. Hier ging ik aan de slag als supervisor in de housekeeping (= schoonmaak) van een Marriott-hotel. Het was een prachtige tijd. In het laatste schooljaar vloog ik voor een managementstage naar Dubai. Dit was een ontzettend interessante ervaring; niet alleen omdat je te maken krijgt met andere culturen (vooral Arabisch, Indisch Pakistaans en Filipijns) en temperaturen, maar ook omdat het service-level daar velen malen hoger ligt dan dat wij gewend zijn in Nederland. Op werkvlak heb ik veel geleerd in Dubai.” 

Na zijn opleiding werkte Jeroen een jaar in Amsterdam en opende het W Hotel aan de Spuistraat. Hij besloot om een managementprogramma te volgen dat werd aangeboden door grote hotelketens. Hij koos voor het Vita Futura-programma van Starwood (dit werd later Marriott). Dit was nog niet zo eenvoudig vertelt Jeroen: “Zoals ook bij de hotelschool kreeg ik hier te maken met drie hevige selectierondes. Als ik het goed onthouden heb, waren er zo’n zeshonderd sollicitanten per jaar, met maar elf beschikbare plaatsen. Eén daarvan was gelukkig voor mij. Als onderdeel van het programma wilde ik graag naar een hotel in Wenen of Londen. De plaats waar ze je naartoe sturen wordt echter volledig door hen bepaald (op basis van waar jij het meeste kon leren). Mij werd een hotelcomplex in Warschau toegewezen. Niets wetende van Warschau of Polen, heb ik eigenlijk niet na hoeven denken of ik wel zou gaan. Zo’n kans kon ik niet laten schieten.”

‘Pools verstaan, spreken en lezen kan ik, schijven is echter een no-go’

Praga ontsnapt aan massavernietiging

Inmiddels woont Jeroen alweer zes jaar in Warschau. Sinds vijfeneenhalf jaar is hij samen met Kamil, die architect en leraar is op een privé architectuurschool. Ze wonen in het Praga-district. Jeroen: “Praga bleef grotendeels gespaard van de massavernietiging die door de Duitsers werd aangericht in de Tweede Wereldoorlog. Heel Warschau werd platgegooid terwijl het Sovjetleger toekeek vanaf de kant van Praga. Er zijn oude gebouwen met verborgen binnenplaatsen te ontdekken, waarvan veel met buurtkapellen. Veel van de gevels van huizen langs de straten werden beschadigd toen de Sovjets versieringen verwijderden, om solidariteit met het volk te tonen. Het Praga-district heeft vandaag de dag echter nog steeds veel vooroorlogse architectuur en is een opkomend en steeds populairder district, met leuke cafés, kunstgalerijen en boetiekwinkels. Het Praga-district heeft een wilde rivieroever met een prachtig uitzicht op de oude en moderne stad. In de zomer zit het vol met mensen die van een drankje en gezelligheid bij een kampvuur of BBQ genieten. Geen enkele andere stad heeft iets wat erop lijkt, zover ik weet. Veel Nederlanders hebben een verkeerd beeld van Polen. Dat is iets wat ik vaker ook terugzie bij vrienden en familie. Die zijn altijd positief verrast als ze mij komen opzoeken en ik ze als een ware ‘tourguide’ de stad laat zien. Veel mensen linken Polen toch nog vaak aan het communisme. Je ziet er zeker nog de sporen van terug, maar het ‘normale leven’ is zeker anders. De grotere steden in Polen zijn ontzettend goed ontwikkeld en hebben een super infrastructuur. Wat dat betreft zijn Krakau en Warschau echt wereldsteden.”

Een Poolse bruiloft

Jeroen vertelt dat zijn leefstijl niet veel veranderd is ten opzichte van zijn tijd in Nederland. Iets wat wel een groot contrast is met Nederland is de Poolse bruiloft. “De bruiloft duurt meestal twee dagen (de tweede dag heet de ‘poprawiny’ en is voor goede vrienden en familie). De bruiloft begint meestal tussen 16.00 en 18.00 uur. De receptie vindt plaats meteen na de kerkceremonie, nog op het kerkplein. Voordat het bruidspaar de feestzaal binnenkomt, wordt het begroet met brood en zout (symboliseren welvaart, duurzaamheid en geluk) en twee glazen wodka. De glazen dienen kapot gegooid te worden voor geluk. Daarna kan het feest echt beginnen. Het is allemaal veel uitbundiger. Wat ik erg leuk vind is dat het feest/dans-gedeelte versmolten is met het eten. Alles gebeurt in dezelfde zaal, zonder onderbrekingen, op hetzelfde ogenblik. Ik was verbaasd met al het eten en de drank. Je krijgt op zo’n avond wel zeven à acht gangen voorgeschoteld, terwijl de hele tafel ook nog vol staat met eten en drank (extra gerechtjes zeggen ze dan). Continue rent er iemand rond om lege wodkaflessen op te halen en deze in te wisselen voor volle flessen. De band neemt de regie van de avond voor haar rekening en speelt bijna non-stop. Daarnaast heb je tussendoor nog vaak allerlei spellen die door het bruidspaar en de gasten gedaan moeten worden (natuurlijk komt er veel wodka bij kijken). Als iedereen een bodempje gelegd heeft, volgt de openingsdans. Rond twaalf uur ‘s nachts wordt de taart binnengebracht. En rond zeven uur ‘s-morgens ga je pas naar huis. Volledig voldaan en een hele ervaring rijker!”, vertelt Jeroen lachend.

Altijd plek voor onverwachte gast

In Polen wordt Kerstmis als het meest belangrijke kerkelijke feest gezien. Jeroen: “Een hele bijzondere traditie in Polen is het delen van de kersthostie of heilige wafel en de kerstwensen. Elke familie doet het vlak voor het kerstdiner op Kerstavond. Je gaat van persoon naar persoon, breekt de hostie en wenst hen al het goeds (dit kan makkelijk twee minuten per persoon duren). Ook wordt de kersttafel gedekt met hooi onder een wit tafellaken (of servet), als symbool voor de armoede van Jezus. Daarnaast houden ze altijd één stoel vrij voor een onverwachte gast. Deze plek wordt gewoon gedekt met borden en bestek, want er moet altijd ruimte zijn voor bijvoorbeeld een buur, familielid of dakloze die binnenloopt. Met Kerst mag niemand alleen zijn. Daarnaast schrijft de traditie voor dat er altijd precies twaalf gerechten op tafel staan. Over het algemeen zijn er geen vaste gerechten, elke streek heeft haar eigen culinaire tradities. Toch zie je vaak dezelfde soort gerechten terugkomen, zoals barszcz (rode bietensoep), pierogi (deeggerecht soort dumpling), karper in gelei, zuurkool en sernik (cheesecake).”

Door corona kon Jeroen een jaar geen Kerst vieren in Weert maar dit jaar is hij weer van de partij. Jeroen: “Ik denk dat covid ons geleerd heeft dat niets zeker is. Dat is ook het motto dat mijn ouders ons hebben meegegeven: ‘Je leeft vandaag; maak er het beste van, morgen zien we wel weer verder. Genieten moet je nu’. Ik ben ontzettend trots op hetgeen ik al bereikt heb en ben gelukkig in het leven; Ik reis veel, heb goede vrienden en een familie die betrokken is. En iedereen is gezond. Wat kan een mens zich nog meer wensen?”

Tips voor deze rubriek?
Mail de redacteur, Monique van den Brandt monique@vandenbrandt.eu