5 februari 2020 | Auteur: Mathilde Dominikowski
Jan viert uitzonderlijk jubileum…5×11 jaar lid
“Dootj dèt mer nao de vastelaovundj”, zei Jan van Doorn (73) tegen zijn specialist die hem vertelde dat hij een nieuwe knie moest krijgen. “Kun je begrijpen”, lacht Jan. “Dit jaar ben ik 5 x 11 jaar lid van de vereniging, dan kan ik toch niet op de operatietafel gaan liggen. Die knie komt wel nao deej daag.”
Heel vastelaovundj-minnend Keent kent Jan. Hij rijdt in de optocht altijd de prinsewagen, waar hij in de weken vooraf flink aan meegebouwd heeft, en dat al 43 jaar. “Ieder jaar met een spiksplinternieuwe tractor van Intrak, mijn vroegere werkgever”, glundert de voormalige landbouwmachinemonteur. Maar ook bij alle andere activiteiten is Jan present bij zijn vereniging. Entreewerk en kaartcontrole doet hij al zolang er activiteiten worden georganiseerd en houdt daarbij ook een oogje in het zeil. “Als je de ‘möts’ op hebt, straal je ook een zeker gezag uit.” Is dat dan nodig? “Nee, niet echt, maar je moet natuurlijk wel voorkomen dat er te veel (jong) volk naar buiten loopt. Binnen is het te doen.”
‘Je denkt dat je alles nog kunt’
Jan van Doorn is dan wel niet het oudste lid van de Vêrkusköp maar wel het langst zittende lid. Eerder was hij lid van de Raad van Elf en ook had hij veel jaren de dubbelfunctie van secretaris/ penningmeester. Nu is hij lid van het Convent, dat zijn oud-leden van de Raad van Elf. Volgens Jan blijf je zo betrokken. “Dat wil ik ook graag. In ieder geval zolang als mijn benen mij kunnen dragen. Overigens denk je zelf dat je nog alles kunt. Maar ik heb altijd gezegd dat ze het tegen mij moeten zeggen als ik iets niet goed doe. Ook als ze vinden dat het beter zou kunnen. Met mij kun je alle kanten uit.”
Veel activiteiten
De Vêrkusköp is een populaire vereniging. De bonte avonden, de familieoptocht op carnavalszaterdag, fieëst inne vêrkusstâl, de baggemiddig, dat is zomaar een greep. Kuit op Zuid trekt carnavalsvierders uit de hele regio en de kaartjes voor de seniorenmiddag gaan als warme broodjes over de tafel. “De vastelaovundj op Keent is springlevend”, zegt Jan niet zonder trots. Dit jaar hebben ze de opening van het seizoen samen met De Brökwagters van Bosseve gedaan. “Dat willen we in de toekomst nog verder uitbouwen.
Nog nooit gedanst
Als je met Jan aan tafel zit, willen de verhalen wel komen. Op de vraag wat er nu veranderd is ten opzichte van vroeger, oppert Jan bijna filosofisch dat de tijden nu eenmaal veranderen. “Vroeger moest je een dansvergunning hebben als je een feest organiseerde. Dan hing er een plakkaat aan de deur met een handtekening van de burgemeester met de vermelding: dansleider Jan van Doorn. Ik heb nog nooit één pas gedanst! Een biertje kostte 20 of 30 cent. De cafés in de Kerkstraat konden ook steevast rekenen op drukke tijden tijdens de carnaval. Het café van Vester Vleeshouwers was wel favoriet. Op een gegeven moment kon Vester het niet meer aanzien dat er weinig mensen naar het nabijgelegen café van Baks gingen. Dan gaf hij ons 25 gulden met de woorden: ‘hier, ga ook wat bij Baks drinken’… Als penningmeester van de vereniging moest ik ook geld innen. Op een keer viel een blad bier om in de geldlade. Paniek natuurlijk. Ik heb het natte papiergeld mee naar huis genomen om de biljetten bij ons mam in de kamer aan de wasdraad te drogen te hangen … geld stinkt niet, nou dat geloof je na zo’n actie ook niet meer!
En op een goeie keer trof ik bij het naar huis gaan Tjeuke Stultiens. Die kon om een of andere reden, haha, niet meer zo goed lopen. Dus, Tjeu bij mij achter op de fiets. Ergens langs de randweg valt hij van de fiets af, ik zet hem weer achterop en lever hem thuis af. De volgende dag komt zijn vrouw To, ik dacht nog even dat het niet goed was met Tjeu, maar To vertelde dat haar man had gezegd dat ik hem omver had gereden en dat hij toen zijn bril was kwijtgeraakt. Ik moest er hartelijk om lachen en heb To naar de randweg gestuurd waar ze de bril van Tjeu vond.”
5 x 11 jaar lid, dan ben je een échte vêrkuskop! Jan is er trots op. Er is te weinig plaats voor al zijn smeuïge verhalen en om te vertellen over zijn andere hobby’s, gelukkig hebben we de foto’s!