‘Is er nog plaats in deze herberg?’

‘Dag meneer, wij zijn van de KSA en doen onze tweedaagse en nu zijn wij op zoek naar een slaapplaats. Een tuinhuis zou meer dan voldoende zijn, meneer.’
Bij de eerste aanblik van het zestal jongeren aan onze deur wilde ik deze al met een ‘geen interesse’ dichtdoen. Ik verwachtte het vlotte praatje van ‘studenten’ die collecteren voor een goed doel waarbij de vertrouwenwekkende legitimatiepasjes bij mij het tegenovergestelde effect hebben en de overtuiging sterken dat zij zelf het goede doel vormen.  

Maar dit blauwbekkende en drijfnatte groepje maakte een ontredderde indruk, de wanhoop nabij. De meisjes als verzopen katten de haren in slierten langs het verkleumde gezicht.  De oprechte smeekbede van de jongen die het woord deed raakte mij. De Belgische tongval deed de rest.
‘Waarom geen tenten mee?’ ‘Een blokhut van de scouting misschien?’ ‘Is er een volwassen leiding aanwezig?’ Het gaf de woordvoerder hoop. Bij de tweedaagse hoorde het zoeken naar een overnachtingsplaats, en ja er waren even verderop groepsleiders die ze wel even wilden gaan halen.
Ik was al om en na kort overleg met M. nodigden wij hen uit om onze tuinkamer te beoordelen op geschiktheid. ‘Dit is geweldig meneer. Hier kunnen wij met de gehele groep verblijven. Heel hartelijk dank alvast, wij gaan de anderen verwittigen.’ 

Binnen enkele minuten deden negentien(!) jongens en meisjes uit eigen beweging bij de voordeur hun schoenen uit en liepen via hal, kamer en keuken naar de tuinkamer. Tot onder de tafel werden matjes en slaapzakken uitgerold. 
Bij een goede daad mocht je vroeger een knoop in je zakdoek leggen. Nu stuurde ik vol trots enkele foto’s naar mijn kinderen. Prompt kreeg ik de reacties: ‘Dat meen je niet!’ ‘Hebben jullie gedronken of zo?’ ‘En corona dan?’ Dat laatste was wel even een dingetje maar bij navraag bleken ze allemaal negatief getest. 
Het waren 14-16-jarige Sjo’ers en Simmers van de KSA uit Elverdinge, een plaatsje in de buurt van Ieper. De tweedaagse van de KSA, een van de grootste jeugdbewegingen in Vlaanderen, was in België een bekend fenomeen. Het vinden van onderdak bij particulieren bleek binnen de eigen landsgrenzen nooit een probleem. Voor het eerst staken ze nu de grens met Nederland over.  Vanaf station Neerpelt te voet naar Weert, een uitdagende mars van 23 kilometer, rekenend op een Warm Welkom in Weert. Dat viel niet bepaald mee. Overal waar ze aanbelden werden ze vriendelijk afgewimpeld. Dan maar de hulp inroepen van scoutings in het Weerterland, maar die bleken telefonisch niet bereikbaar. En zo eindigde hun zoektocht in onze tuinkamer. Het werd zowel voor hen als voor ons een leuke ervaring. 

Pubers die samen ontberingen doorstaan, 23 kilometer door de regen stiefelen op zoek naar een overnachtingsplaats, kom daar maar eens om in Nederland.
Na een kop koffie, thee of glas melk vertrokken ze ’s morgens weer richting Neerpelt. Mijn suggestie om al in Hamont op de trein te stappen werd met meewarige blikken ontvangen. Het waren bikkels!

Ton Adriaens

Reacties?
Mail de redacteur, Ton Adriaens, mensendingenweert@gmail.com