10 maart 2020 | Auteur: Ton Adriaens
Inschikkelijk
Inschikkelijk gedrag is de smeerolie van onze maatschappij. Enige verdraagzaamheid en begrip voor een ander maakt het samenleven een stuk aangenamer. Dat hoeven we toch niet allemaal in wetjes en regeltjes vast te leggen?
‘VANAF HIER RITSEN’ is zo’n gebod dat de automobilist ‘met sportieve rijstijl’ uitnodigt nog zeker driehonderd meter door te jakkeren om dan snel in te voegen! Voorrang geven is zelfs in dat geval een nobele daad. Bovendien verkleint het de kans dat zo’n doorgesnoven wegpiraat je in het gunstigste geval van de weg drukt of in het ongunstigste geval klemrijdt, uitstapt en je voorruit aan diggelen slaat.
Ik wil de straatracers de kost niet geven die nog snel over een zebrapad jagen terwijl een voetganger al met één been op straat staat. Asocialen zijn het die de status van de argeloze wandelaar transformeren tot ‘met één been in het graf!’ Het recht van de overstekende voetganger is notabene in verkeerswetgeving vastgelegd! Maar … uitzonderingen bevestigen de regel. Ieder decreet vraagt inschikkelijkheid. Dat is een kwestie van de situatie inschatten en daarnaar handelen, van geven en nemen.\
Ik heb het hier over de volgende casus: Fietser nadert in stromende regen een zebrapad. Hij is doorweekt, heeft het koud, wil zo snel mogelijk naar huis, trapt daarom stevig door. Rechts op het trottoir bij de oversteekplaats staat, onder een paraplu, een vrouw iets te overdenken. Of misschien denkt ze wel niets, staat ze gewoon te staan. Zo’n onnozele Miep met permanentje, sjaaltje, overjas, handtas en vale vleeskleurige 20 denier mousse pantykousen in Helioform schoenen.
Vrouw kijkt richting waterdoordrenkte wielrijder, ziet hem vanonder haar paraplu regen en tegenwind trotseren. Oogcontact is essentiële factor in deze situatie. Vechtende fietser verwacht vrije doortocht. Wat doet hersenloze ezelin op zebra? Ze draait haar neus richting overkant en stapt op het allerlaatste moment vóór aanstormende fietser de rijbaan op! Fietser moet vol in de remmen, hart slaat over, kan vrouwmens nog net ontwijken maar kan van de weeromstuit vloek niet onderdrukken. Hoort haar nu roepen ‘U moet wel stoppen hoor?’ Fietser beheerst zich. Ook onnozel uilskuiken heeft recht op bestaan.
En wie was die fietser dan wel? Nou, ík was die fietser! En ik kan u verzekeren dat ik als automobilist stop voor iedere voetganger die wil oversteken. Sterker nog, ik minder al vaart bij het vermoeden dat een links of rechts in mijn ooghoeken opduikende wandelaar wel eens gebruik zou kunnen gaan maken van de in de verte op het wegdek aangebrachte witte strepen. In het voorjaar, zo rond rokjesdag, nodig ik zelfs met een elegant armgebaar jongedames langs de kant van de weg uit om voorlangs naar de overkant te flaneren, buiten de officiële oversteek om! Maar alles heeft zijn grenzen, ook het begrip voor hersenloze minkukelinnen. Ik had die graftak van de sokken moeten rijden, of in dit geval, uit haar vale vleeskleurige 20 denier mousse pantykousen!