Harrie Paquay: ‘Het hebben van een hobby draagt bij aan je geluksgevoel’

Als je het atelier achter in zijn tuin binnenloopt staren tientallen ogen je aan. Jaap van Zweden, Beatrix, Herman van Veen en Arthur Japin hangen aan de muur. Hun portretten welteverstaan. Maar ook gezichten van minder bekende mensen zijn vastgelegd door Harrie Paquay (75). Overal hangen schilderijen en tegen de wanden staan nog eens tientallen kunstwerken. “Als kind al was ik het gelukkigst als ik kleurpotloden of verf kreeg. Het gevoel van ‘ik moet schilderen’ is altijd gebleven. Daarom staat ook nog de halve zolder vol met schilderijen”, lacht Harrie.

Unne Wieërter jong

Als telg uit een Weerter ondernemersfamilie was het niet verplicht, maar wel gebruikelijk, dat je ‘in de zaak’ ging. Vader George Paquay startte samen met moeder Dora in 1931 de Weerter Bazaar in de Hoogstraat (nu Glamz Schoenen). Hetzelfde jaar verhuizen ze naar de hoek Molenstraat/Beekstraat (nu restaurant de Bazaar). In dat pand wordt in 1946 de laatste van acht kinderen Paquay geboren: Harrie. “Het was, zoals gezegd, zeker geen verplichting om in de zaak te gaan. Ik heb zelfs nog een keer een test gedaan om architect te worden. Maar in Tilburg zeiden ze dat ik geen ruimtelijk inzicht had. Toen ben ik een jaar naar Duitsland gegaan om het vak ‘lederwaren’ te leren. In 1983 heb ik Jeannette Lederwaren (in 1963 opgericht door zus Jeanne) overgenomen en verder uitgebreid. Dertig jaar heb ik die zaak gehad en me daarbij altijd heel goed gevoeld.” Naast de winkel had Harrie tijd voor zijn twee grote hobby’s: schilderen en zingen.

Les van de grootmeesters

“Schilderen is mijn grote passie”, zegt hij zelf. “Ik heb mijn hele leven geschilderd.” Aan de Academie voor Industriële Vormgeving in Eindhoven krijgt Harrie schilder- en tekenles van Jan Tullemans. Bij de toenmalige Stichting Vrije Uren volgt hij een cursus bij Gard van Wegberg. Als de Weerter Muziekschool in 1988 vijfentwintig jaar bestaat, maakt Harrie drie achterwanden en decorstukken voor de musical Roggy die in het Munttheater wordt opgevoerd. “Een half jaar lang ging ik elke vrijdagavond naar de Paterskerk. De decors lagen op de grond en als ik het van een afstandje wilde bekijken, dan klom ik in de preekstoel en had een goed overzicht”. Na afloop van de musical krijgt Harrie de complimenten van Will Leenders, een kunstenaar uit Weert. “Toen gaf ik aan dat ik wel les wilde van hem. Hij vond het goed als ik nog drie andere aspirant-schilders meenam. Ik heb tien jaar les gehad in zijn atelier aan de Schroevenakkerstraat. We gingen regelmatig met z’n allen uit eten, we zijn naar Parijs geweest, in Musée d’Orsay liet hij ons alle impressionisten zien. Veel gelachen samen, een prachtige tijd.” Harrie maakte een portret van zijn leermeester Will Leenders. Zelf vindt hij het een van zijn meest geslaagde werken omdat het de man precies laat zien zoals hij was.

Liefst een oude kop

In Weert zijn muurschilderingen van Harrie te bewonderen bij de restaurants Munten, Bretelli en Izumi. Twaalf jaar lang maakte hij deel uit van de Koldergallereej met honderden schilderijen als resultaat. Soms schildert hij landschappen en af en toe een stilleven maar zijn hart gaat uit naar portretschilderen. Al dan niet in opdracht. Hij werkt vanaf een foto die hij het liefst zelf maakt. Op die manier heeft hij de persoon, met al zijn emoties, ook in levenden lijve gezien. Hij gebruikt acryl- of olieverf of werkt met pastelkrijt. “Het liefst schilder ik een ouder iemand, mensen met wat ‘emotie in eure kop’.” Hij wijst naar een serie portretten van oude boertjes. “Dat vind ik heerlijk om te doen. Zeker in de afgelopen coronatijd. Veel mensen hangen thuis op de bank, voelen zich ellendig. Ik denk, met name in periodes dat je op jezelf bent aangewezen, dat een hobby enorm helpt om niet ten onder te gaan aan negatieve gevoelens, eenzaamheid en depressiviteit. Als ik schilder vergeet ik alles om me heen. Dan is er geen ruimte meer om te denken over andere zaken.”

Liefde voor muziek

Een andere belangrijke hobby waarin Harrie zich ook helemaal kan verliezen is klassieke muziek. Als kind al zong hij in de Martinuskerk in het jongenskoor van Jean Claessens. Zijn hele leven is hij blijven zingen. Elke maandagavond wordt zijn atelier gebruikt als oefenlokaal; met zes mensen zingen ze a capella koormuziek (zang zonder instrumentale begeleiding). Harrie: “We zingen muziek van de late middeleeuwen en barok, dus van ‘Bird tot Bach’, bijvoorbeeld Il bianco e dolce cigno van Arcadelt of de Koralen uit de Matthäus Passie van Bach. We hebben niet de kwaliteit en ambitie om op te treden maar zingen uit liefde voor deze muziek. We noemen onszelf met een knipoog het ‘Eetkamerkoor’ omdat we regelmatig met ons koortje uit eten gaan.” Het koor is op dit moment nog op zoek naar een tenor en een sopraan. “Wie geïnteresseerd is kan zich bij mij melden. Net als schilderen draagt ook zingen bij aan het geluksgevoel. Kom het eens proberen zou ik zeggen!”

In het atelier staat een ander schilderij dat direct in het oog springt. Ten eerste omdat het in een andere stijl is geschilderd; vlug en losjes. Ten tweede omdat het geen portret is maar een scene uit een oorlog. En ten derde omdat de tekst erop duidelijke taal spreekt: In het Engels: ‘No More War’, met daaronder in het Weerts: ‘woor ut mer waor’. Harrie: “Als ik naar de televisiebeelden uit Oekraïne kijk, dan denk ik ‘waar is dit allemaal goed voor? Deze vernietiging, deze zelfdestructie. Wat denkt Poetin daarmee te bereiken’? Dat gevoel moet ik dan van me af schilderen.”